Ik had willen schrijven over P. die met zijn vadsige vingers door middel van ontucht zijn 6-jarig zoontje voor misschien wel jaren in therapie heeft doen belanden.
Over P. die vindt dat vooral hij slachtoffer is.
Over P. die ook niet van een klasgenootje van zijn zoontje had kunnen afblijven.
En dat P., nota bene computerdeskundige, niet wist dat er 6000 kinderpornofoto’s op zijn harde schijf stonden.
Dat P. met droge ogen zei dat zijn ex dat misschien wel had gedaan.
En hoe P. in zijn gekreukte krijtstreeppak genereus had aangeboden de kosten van de therapie wel te willen betalen.
Dat de officier van justitie hem een leugenaar noemde.
In de hal van het gerechtsgebouw kom ik een krantencollega tegen.
Of er nog wat leuks te doen was vandaag op de rechtbank, vroeg Cees.
Ach, zei ik, het is vandaag huis-, tuin- en keukenwerk: een veelpleger, brandstichting, een zware mishandeling, kleine poging doodslag, diefstalletje met geweld en wat ontucht met kinderporno.
De collega verzuchtte met alle respect: al die verhalen over kinderporno, ik lees het niet meer.
Ik zei dat ik dat wel snapte.
Roelof dan maar.
Veelpleger in Groningen met topstatus.
Na een veroordeling van twee jaar en een verblijf van zeven maanden in een verslavingskliniek was Roelof begin dit jaar weer op vrije voeten gekomen.
Hij was gemotiveerd tot op het bot, zei hij, om er ditmaal iets van te maken.
De kliniek had hij – niet voor het eerst – met vlag en wimpel doorlopen.
En er zou ditmaal iets geregeld worden in de sfeer van begeleid wonen.
Maar al op de eerste vrije dag zakte Roelof door het ijs.
Tijdens proefverloven in het weekeinde was hij menigmaal langs dealpanden gelopen en nooit was toen de coke-wekker afgegaan.
Hij kon het dus wel.
Niet dus.
Roelof begon zijn vrijheid met een terugval.
En daar baalde hij vreselijk van.
Daar baalde hij zo vreselijk van dat hij er heel verdrietig van was geworden.
Ineens was daar weer de leegte en de eenzaamheid, die klotengevoelens die hij herkende van eerdere vrijheden en die hem in de gevangenis en kliniek niet hadden geteisterd.
Hij vertelde de rechtbank dat hij zich had voorgenomen om het ditmaal gewoon maar eens te gaan doen. Gewoon te gaan functioneren in de maatschappij.
Maar in plaats van te functioneren, dompelde hij zijn hoofd onder in de drugs.
Zoiets kost geld.
En dus ging hij op pad, zoals hij dat als veelpleger gewend was te doen.
Zijn specialisatie is het binnenwandelen van kantoorgebouwen.
Op werkkamers liggen portemonnees, mobiele telefoons en af en toe een laptop voor het grijpen.
In drie weken tijd sloeg hij – ook op het stadhuis – zeker vijftien keer zijn slag.
Begin februari werd hij gepakt.
Tijdens de zitting bekende Roelof lang niet alles.
De pest voor hem is dat menig kantoorwerknemer hem achteraf had herkend als die vreemde man die door de gangen had gelopen.
Sportschooltype, kale kop, zonnebank gebruind.
En dat klopte wel.
In de verslavingskliniek had Roelof veelvuldig gebruik gemaakt van de zonnebank.
Dat had de officier van justitie nagetrokken.
En de kop was zonder meer kaal.
Wat moet er nu met Roelof gebeuren, vroeg de justitie-officier zich hardop af.
Roelof zelf ziet een nieuwe behandeling in een kliniek niet zitten.
‘Niet weer die groepsgesprekken.
In de kliniek gaat het altijd goed met mij.
En zo zal het weer zijn.
Het probleem is buiten, daar gaat het altijd mis.
En zo zal het weer gaan.’
Toen stokte het in de keel.
Happend naar adem en daarna tranen met tuiten.
De veelpleger huilt.
‘Op 6 januari werd ik ontslagen uit de kliniek.
Ik moest afscheid nemen van de jongens daar.
Dat vind ik zo moeilijk.
Ik heb moeite met veranderingen.’
Of Roelof zelf een oplossing ziet?
Hij knikt, veegt met de binnenkant van zijn handen de tranen uit het gezicht en zegt dan, monter: patat bakken.
?
In de gevangenis had Roelof een man leren kennen die patat bakt.
En een eigen zaak heeft.
Een snackbar.
Daar kan hij komen werken.
De snackbarman heeft ook woonruimte voor hem.
En nog iets: de snackbarman heeft een vriendenkring zonder drugs.
Zo’n drugsvrije vriendenkring zou zijn leegte kunnen vullen.
Dat zouden drie vliegen in een klap zijn.
De officier van justitie vond het allemaal maar vaag.
Bovendien dient er eerst met de veelpleger Roelof te worden afgerekend.
Roelof’s raadsman vroeg om mildheid en enige krediet.
De justitie-officier piekerde daar niet over.
De rekening die zij presenteerde: 24 maanden gevangenisstraf.
En de tenuitvoerlegging – tul zeggen ze op de rechtbank – van acht maanden die hij bij een eerder vonnis voorwaardelijk opgelegd had gekregen.
Ik zag Roelof zittingszaal 14 teleurgesteld verlaten.
Misschien dacht hij wel: met zo’n eis had ik net zo goed alles kunnen bekennen en heeft huilen ook geen zin.
Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.
Roelof is dan jarig.
P. was in maart jarig.
Hij hoorde twaalf maanden cel waarvan zes voorwaardelijk eisen.
Maar dit terzijde.
Rob Zijlstra
UPDATE – roelof – 2 april 2009
Ineens was daar Roelof weer, bijna drie jaar na zijn laatste keer in zittingszaal 14. Het is weer misgegaan: justitie heeft nu de isd-maatregel geëist.
(dit verhaal – gepubliceerd op 11 mei 2006 – is afkomstig van mijn oude weblog)