Eerst kwam Cheb, daarna Bunny.
Cheb en Bunny zijn collega’s. Ze stelen en daarmee zijn ze dieven. Vanwege de lange staat van dienst mogen ze zich binnen het gilde tot de top rekenen. Beide hebben een indrukwekkend strafblad en zowel Cheb als Bunny sleten een aanzienlijk deel van hun leven in gevangenissen. Voor beide geldt ook dat dat niets heeft geholpen, want donderdagmiddag zaten ze voor de zoveelste keer in het verdachtenbankje.
Eerst kwam Cheb.
Hij is al vijftien jaar actief en nu 31 jaar. Op 21 juni dit jaar pikte hij een Acer-laptop, een digitale camera en een portemonnee met daarin 40 euro uit een studentenwoning aan de Peizerweg in Groningen. Hij was flipperend – met plastic kaartje deur openen – binnengekomen en met een volle tas van Albert Heijn weer vertrokken op zijn grijze mountainbike.
Een van de studenten zag hem wegfietsen en voelde nattigheid. De student sjeesde achter Cheb aan en toen hij hem had ingehaald zei hij: ‘Volgens mij heb jij bij ons ingebroken. Mag ik zien wat er in die tas zit?’ Dat mocht niet. Cheb zei: ‘Ga weg, anders krijg je problemen.’ Maar de student gaf niet op, hield een passant aan, leende diens mobiele telefoon en belde de politie: Lange, dunne man, beetje Marokkaans, op een grijze mountainbike. De agenten: ‘Aha, dat is Cheb, de flipper.’
Cheb had meer uitgevroten. Aan de Verlengde Hereweg vond hij in een woning een sleutel van een Opel Astra die voor deur stond. Weg auto. In de gebouwen van de Rijksuniversiteit Groningen wist hij onbeheerde portemonnees te stelen met daarin ook creditcards. Met die pasjes ging hij weer tanken en afrekenen bij de Gulf en BP. De beveiligingscamera’s registreerden het.
De gestolen Astra werd gevonden. Er lag een sigarettenpeuk in met daarop DNA-sporen van Rocky, ook van het gilde en die al in de gevangenis zat. Rocky verklaarde dat hij eens bij een lange, dunne man in de auto had gezeten. Bij ene Mustafa. Toen de agenten hem een foto lieten zien, zei Rocky: ‘Dat is ‘m. Dat is Mustafa.’
De agenten: ‘Onze Cheb.’
De reclasseringsmedewerker zegt tegen de rechters dat hij het niet meer weet. Alles is al eens geprobeerd, maar Cheb is niet vooruit te branden, is niet gemotiveerd. ‘Wat rest is dwang.’ De officier van justitie kopt in: ‘Een dwingend kader is nodig. Meneer is veepleger. Ik eis de veelplegersmaatregel: ISD, twee jaar.’
De ISD-maatregel is twee jaar opsluiting met hulp op maat. Binnen het gilde – de draaideur gewend – is het de gevreesde maatregel, want je staat niet zo weer op straat.
Cheb zegt niks, want hij weet dat hij het recht heeft te zwijgen. En om boos te kijken.
Rechters: Het heeft dus geen zin om vragen aan u te stellen?
Cheb knikt: ‘Nee. Ik zwijg.’
Daarna Bunny.
Twee laptops, een mobiele telefoon en een portemonnee met 14 euro. En acht vleespakketten uit de koeling van de Aldi, Hoornsediep. De Aldiman kende hem en zag het daarom gebeuren. Toen Bunny de kassa zonder te betalen passeerde, werd hij aangesproken. Bunny sprong op de fiets en ging er vandoor. Een medewerkster probeerde hem tegen te houden, maar kwam daarbij lelijk ten val en had daar negen dagen last van gehad. Zo werd het een diefstal met geweld.
Bunny wil heel de dag wel volpraten. Alles klopte, hij had het gedaan. Alleen van dat geweld zat hem dwars. Er had helemaal niemand aan zijn fiets getrokken. En het waren ook geen acht vleespakketten. ‘Ik ben een viseter. Het waren twee pakjes garnalen.’
Waarom? Dat willen de rechters weten. Ze vragen ook: Beseft u wel dat u andere mensen schade toebrengt?
Bunny: ‘Jazeker. En ik ben ook spuugzat van mezelf. Ik was net vrij, had geen geld, geen huis, had niks.’
Rechters: Bent u al eens eerder spuugzat van uzelf geweest?
Bunny: ‘Ja, maar ditmaal ben ik gemotiveerd en wil ik veranderen. Dat heeft ook met mijn leeftijd te maken. Ik ben al 44.’
Rechters concluderen: Dan is ouder worden toch nog ergens goed voor.
Bunny vertelt over zijn vriendin, die borstkanker kreeg en toen doodging. Haar familie had daarna zijn huis leeggehaald en zijn zoontje meegenomen. Daarna was het weer mis gegaan. ‘Ik ben erg eenzaam, heel alleen. Ik lijd, omdat ik geen contacten heb met mensen.’
Rechters: Heeft u hulp nodig?
Bunny: ‘Ik heb het alleen geprobeerd, maar het lukt me niet.’
Het advies van de reclassering: ISD, twee jaar. ‘Bunny is supergemotiveerd en heeft al heel wat trajecten doorlopen. Hij kan daarom binnen de dwingende kaders van de ISD eind dit jaar naar De Hoop, een instelling die hem op het rechte pad kan helpen.’ De officier van justitie vindt het een supermooi advies. Bunny ook. Als hij maar geholpen wordt en niet weer in de jungle van de hulpverlening terechtkomt, dan wil hij het graag.
De advocaat en de officier van justitie, nog net niet olijk en in koor: ‘De ISD, die is okay!’
Rob Zijlstra
UPDATE – 23 okt 08 – uitspraken
Cheb en Bunny krijgen waar de officier van justitie om had gevraagd: ze moeten 2 jaar naar de instelling voor stelselmatige daders (isd). Bij Bunny heeft de rechtbank aangetekend dat zijn opname zo snel mogelijk moet geschieden.
Off topic…
“Heer” Zijlstra, veel succes morgen 😉
@Mia
Vrouw Mia, dank u wel.
Leuk verslag Rob. Des te meer omdat ik degene was die hem achter na zat. Wel grappig om dit zo te lezen. Minder grappig voor mijn huisgenoot van wie de laptop en camera was en die waarschijnlijk kan fluiten naar haar centen.
Pingback: Hok vol spinnen « ZITTINGSZAAL 14
Pingback: Cheb de Flipper « ZITTINGSZAAL 14
Pingback: Signalen van machteloosheid | ZITTINGSZAAL 14