HIV PROCES GRONINGEN – dag 2

Eerst de feiten, dan een mening, schreef ik eerder.

Is nog steeds zo.

En hoewel er de afgelopen twee dagen een zee aan de meest uiteenlopende feiten is gepresenteerd, vind ik er nog altijd niets van.

Vandaag – op de tweede dag van het proces – had ik wel enige duidelijkheid verwacht, van de deskundigen die dinsdagmiddag aan het woord kwamen.

Vooral van de virologen had ik wat verwacht.

 

Binnen de rechtspraak wordt wel kritiek geleverd op de rol die deskundigen in het strafproces spelen.

De kritiek is dat rechters met al hun kennis en onkunde te zwaar leunen op de kennis en kunde van wetenschappers. De wetenschappers hebben hierdoor een te grote vinger in de pap.

 

Ik verwacht niet dat de rechters in het hiv-proces zwaar gaan leunen op de virologen Berkhout en Vandamme.

Doen ze dat wel, dan vallen ze om.

Want Berkhout en Vandamme kwamen eigenlijk met niks.

 

Typisch deskundigen.

Zeggen nooit, zo en zo zit het sowieso.

Zeggen hooguit, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid.

In dit geval zeiden Berkhout en Vandamme, het kan, maar het kan net zo goed ook niet.

 

De vraag luidde: hebben de verdachten de slachtoffers besmet met hiv-bloed?

 

Typisch deskundigen ook dat ze het niet helemaal met elkaar eens zijn.

 

Berkhout zegt dat het zeer waarschijnlijk is dat vier mannen zijn besmet door horecaman Hans J.

Komt omdat deze verdachte een virus draagt met een unieke handtekening. Uitgerekend vier mannen onder de slachtoffers hebben eenzelfde virus. Dat is wel heel toevallig. Maar tegelijkertijd zegt Berkhout dat er andere scenario’s denkbaar zijn die deze ogenschijnlijke toevalligheid hebben doen ontstaan.

 

Vandamme zegt dat Berkhout goed werk heeft verricht, maar dat de conclusie die hij aan zijn goede werk verbindt, een brug te ver is. ‘Je kunt geen uitspraken doen over rechtstreekse besmettingen’, zei de Belgische virologe. Even later zegt ze dat er wel een virologisch verband bestaat tussen de verdachten en de slachtoffers. ‘Ja, zelfs heel sterke verbanden, maar dat zegt niets.’

 

De rechters dachten misschien wel – in de geest van het proces – fuck: nou moeten wij het weer opknappen.

Ze vroegen nog wel even aan beide virologen of ze elkaar wel respecteren?

Nou en of ze dat doen.

Zeer zeker, zeiden ze.

Dat dan weer wel.

 

Kortom, de bevindingen van de deskundigen maken het er niet eenvoudiger op.

 

Het was vandaag, los van de inbreng van de deskundigen, vooral meer van hetzelfde van maandag.

De zitting is nog geen vijf minuten oud of de eerste seksuele uitspattingen zijn al weer achter de rug. Tegenover al die opwinding staat dat het eigenlijk een heel rustig proces is. Er wordt over neuken in alle mogelijke variaties gepraat alsof het bloemschikken betreft.

 

Hans J. zegt een keertje: ‘Ik heb hem geneukt en gepijpt, hij heeft mij geneukt en gepijpt, maar verder ken ik hem niet en heb ik niets gedaan waarvoor ik mij zou moeten schamen.’

 

Aan de andere kant geeft diezelfde Hans J. toe dat hij vier mannen met bloed heeft geïnjecteerd. Moest van Peter M. Die had het bloed met een spuitje uit zijn arm gehaald. En net als maandag noemt Peter M. het ‘bizar’ en ‘schokkend’ wat Hans J. beweert.

 

Wim D. wordt twee keer heel boos. Een keer als zijn partner Peter wordt beschuldigd van een verkrachting. Volgens Wim D. doet Peter dat niet en wie anders beweert, die liegt. Wim kent wel een mannenverkrachter. ‘Zijn naam heb ik gisteren hier ook genoemd. Maar die pakken jullie niet, want hij werkt bij justitie.’

Even daarvoor had D. geroepen dat er, ook op dit moment, mannen met hiv worden besmet. En dat de mannen die dat doen, vrij rondlopen en dat niemand daar wat aan doet. ‘Terwijl wij vastzitten.’

 

Bij een goed strafproces hoort dat je als toehoorder een beetje heen en weer wordt geslingerd.

Op het ene moment denk je, ja, ze zijn zo schuldig als het maar kan, momenten later: ik weet het nog zo net niet.

Dat zal woensdag niet anders zijn.

Dan mogen de slachtoffers die dat willen het woord voeren.

Dat zullen geen vrolijke verhalen zijn.

Daarna denk je al snel: schuldig.

 

Vervolgens komt de officier van justitie met het requisitoir.

Daarna denk je: zie je nou wel, altijd al gezegd, ze hebben het gedaan.

 

Maar nadat de advocaten hun zegje hebben gedaan, hoor je – mits ze het goed doen – weer te gaan twijfelen.

 

Gelukkig zijn er dan de rechters.

Die moeten nooit te twijfelen.

 

 

Rob Zijlstra

Een gedachte over “HIV PROCES GRONINGEN – dag 2

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s