Marathon

 

Bram weet het als geen ander.

Vrijheid is niet iets vanzelfsprekends.

Daar moet je voor knokken.

 

En dat was wat Bram deed, donderdag in zittingszaal 14.

 

Met een stortvloed aan woorden probeert hij de rechters ervan te overtuigen dat wat de officier ongetwijfeld in gedachten heeft, niet goed is, dat het tussen zijn oren wel spoort, dat hij die dag vette pech had, dat hij een sportman pur sang is, dat als hij Olaf niet tegen was gekomen, dat zijn vriendin…

 

De rechters: Bram, Bram, ho nou.

 

Bram komt tot rust, maar voor even.

Zegt: ‘Ik heb mavo, havo. Schuif een beer een potje honing toe. Dan weet je het wel.’

 

De rechters knikken.

Zij kennen Bram, misschien hem niet persoonlijk, maar dan toch zeker mannen als Bram.

Dat zijn mannen met uiterst gecompliceerde levens, niet eens de kwaadsten, meestal vol goede bedoelingen.

 

Bram roept: ‘Ik ben al vijftien maanden clean.’

 

De rechters zien het anders.

Zij zeggen: U bent 37 jaar. Als zestien jaar lang heeft u problemen met politie en justitie. Van die zestien jaren heeft u er tien in de gevangenis gezeten. U bent een maatschappelijk probleem en als het spoort tussen uw oren, dan moet u zich daar ook op laten aanspreken.

 

Bram mompelt iets instemmends. Dat is ook wel weer zo.

Maar hij had dus pech die dag, vette pech.

 

Hij had tien maanden vastgezeten en toen hadden ze hem ’s ochtends om kwart voor acht buiten de gevangenispoort gezet, terwijl de reclasseringsmedewerker hem pas om negen uur die ochtend zou ophalen en het was koud, dus wilde hij daar buiten niet wachten en pakte de bus, want hij had vernomen dat zijn vriendin een zelfmoordpoging had ondernomen en wilde naar haar toe, omdat hij haar al acht jaar kent en haar bijna een jaar niet had gezien en…

 

Ho ho Bram.

 

Hij mocht haar niet zien.

Daarom teleurgesteld.

Fles pisang ambon bij de Albert Heijn.

Leeggedronken.

Kwam toen, uitgerekend toen, de verschrikkelijke Olaf tegen.

Die kreeg nog 15 euro van hem.

Die moest hij voor drie uur betalen.

Want anders…

 

Niet lang daarna ging bij de Mediamarkt het alarm af, het alarm ten teken dat er iemand binnenkomt met een geprepareerde tas. Even later zag de beveiliging hoe Bram een Sony Playstation in die tas stopte. Hij moest mee naar het kantoortje waar de politie werd gebeld.

 

Rechters: En toen bedreigde u de beveiligers.

Bram: ‘Nee, ik was rustig, maar kreeg het ineens spaans benauwd. Dacht, weer de gevangenis.’

 

Rechters: U riep, laat me gaan, anders steek ik jullie allemaal dood.

Bram: ‘De politie kent mij als iemand die van alles roept, maar niets ten uitvoer brengt. Dat van die playstation klopt, maar dat was niet uit winstbejag. Ik moest immers Olaf betalen. Het was ook zijn tas.’

 

Bram weet wat de officier van justitie in gedachten heeft: de maatregel ISD.

 

Dat is de gevreesde veelplegersmaatregel.

Gevreesd omdat de maatregel twee jaar duurt.

Omdat in het veelplegerscircuit het hardnekkige verhaal gaat dat je twee jaar lang in een hok op een speciale afdeling van gevangenis de Grittenborgh in Hoogeveen zit.

 

Bram vindt dat hij een allerlaatste kans moet krijgen.

 

De adviserende reclassering vindt van niet.

De reclassering meent dat Bram zijn laatste kans heeft verspeeld.

Dat alle hulp die hij de afgelopen jaren aangeboden heeft gekregen, op niets is uitgelopen.

Dat Bram wel een reële kijk op de wereld heeft, maar niet in staat is de juiste keuzes te maken.

 

Bram vecht nu voor wat hij waard is, in de hoop te redden wat er te redden valt.

Roept dat niet alleen in het slaaphuis, maar ook in de afkickkliniek volop drank en drugs te krijgen is.

Dat hij, hij die al vijftien maanden clean is, er daarom steeds wegliep.

Dat je een beer geen potje honing toe moet schuiven.

Want dan weet je het wel.

Dat…dat het tijd is om barrières te doorbreken… dat hij aan een zijden draadje hangt, maar dat het met een laatste kans misschien toch nog goed kan komen.

 

Wat de officier van justitie betreft zijn alle stations gepasseerd en is er van een zijden draadje helemaal geen sprake.

Wat hem betreft hangt Bram al: ISD, 2 jaar.

 

De advocaat zucht.

 

Hij noemt de justitiemaatregelen, gelijk het aantal treinstations tussen Vlissingen en Roodeschool, die de laatste decennia zijn bedacht om mannen als Bram te bewegen tot gedragsverandering. Zegt dat dat allemaal niet veel heeft uitgehaald.

‘Dus ach, laten we onszelf in deze niet al te serieus nemen. Geef hem die laatste kans.’

 

Bram ruikt zijn kans en vraagt of hij een brief, zeven, acht kantjes handgeschreven, aan de rechters mag geven.

‘Ik heb opgeschreven wat er ten grondslag ligt aan mijn motivatie. De marathon van Rotterdam.’

 

Rob Zijlstra

 

UPDATE – 29 januari 2009 – uitspraak

Bram is strijdend ten onder gegaan: isd 2 jaar. Met de officier van justitie is de rechtbank van mening dat Bram zijn laatste kans al heeft gehad en die heeft verknoeid.

 

 

 

 

6 gedachtes over “Marathon

  1. En waarom was de reclassering er niet om kwart voor 8? hoe kan je iemand zo op straat zetten, 10 maanden achter gesloten deur, en hoppa je bent vrij.

  2. Pingback: Zakje snoep | ZITTINGSZAAL 14

  3. Pingback: Bram en het mannetje | ZITTINGSZAAL 14

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s