Hooligan

De verdachte heeft een gewelddadig verleden, zegt de officier van justitie.
Als je Robert ziet zitten, kun je je daar ook wel iets bij voorstellen.
Hij oogt beresterk.

Hij heeft zijn zwarte bomberjack uitgedaan en over de rugleuning van verdachtenstoel gehangen.
‘Hooligan’ staat er op met grote sierletters.
Tien van zijn kaliber bij elkaar en je hebt een heel peloton ME nodig.

Maar het is in de rechtszaal bijna nooit zoals het lijkt.
Robert is moe.
Hij zegt: ‘Ik wil iets met mijn agressie doen.’
Hij bedoelt dat hij van zijn agressie af wil.
De beste oplossing voor hem is een verblijf in Hoeve Boschoord, een behandelcentrum in Drenthe.
De pest: er staat daar in de lommerrijke bossen een lange rij wachtenden.
De achterste in de rij moet nog zeker twee jaar staan.

Als het moet moet het, zegt Robert.
Hij wil wel zo lang gemotiveerd blijven.

Zijn stem klinkt moe.
Stilzitten kan hij alleen met medicijnen met bijwerkingen.
Zijn bovenbenen gaan onophoudelijk op en neer.
Het lijkt daar onder de verdachtentafel wel een hardcore houseparty.

Robert staat terecht omdat zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. En dat in proeftijd.

Hij was vrijgekomen en was een beetje veel ten einde raad.
Hij had ook geen plek om naar toe te gaan.
Hij had niks, alleen problemen.

En zo belde hij ten einde raad aan bij zijn vader met wie hij al lang in onmin leeft.
Zijn vader drinkt zich door de dag heen.
’s Avonds loopt de onmin zo hoog op dat vader en zoon met de koppen briesend tegenover elkaar komen te staan.
Robert zegt: ‘Pa, hou op, ik kan niet meer.’
Maar pa houdt niet op en gaat vervolgens met een kopstoot gestrekt.

Robert belt de politie. Zegt dat het fout met hem dreigt te gaan. Dat hij zich niet meer kan beheersen. Of ze hem alsjeblieft kunnen komen halen.

De advocaat zegt dat van zware mishandeling geen sprake kan zijn. Hooguit van een gewone mishandeling. Maar eigenlijk is daar helemaal geen bewijs voor, want ze waren daar met z’n tweetjes.
Het beste is een vrijspraak, vindt de advocaat, en anders een paar weken, hooguit.

Robert zit sinds hij de politie belde – de politie kwam ook – inmiddels vier maanden opgesloten in het huis van bewaring in Ter Apel.
De officier van justitie meent dat hij daar nog maar een tijdje moet blijven.
Hij eist voor die vaderlijke kopstoot tien maanden gevangenisstraf, waarvan vijf voorwaardelijk en de tenuitvoerlegging – zo heet dat – van drie eerder voorwaardelijk opgelegde maanden.

Neemt de rechtbank de eis over twee weken over, dan betekent dit dat Robert nog zo’n vier maanden heeft te gaan.
En daarna zal hij zich met al zijn onrust geduldig aansluiten in de lange rij voor Hoeve Boschoord.
Met een beetje geluk mag hij dan halverwege 2011 naar binnen.

Rob Zijlstra

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s