Zo was het nog maar net de week van de democratie, onlangs de week van de smaak, zijn er weken van allerlei akelige ziekten, bloembollen, boeken en vinyl en ook de week van de zee bestaat echt.
Het is aandachtvragerij.
Daar is niks mis mee.
Over twee weken begint de week van het recht.
.
.
Begin deze maand hield mr. G.J.M. Corstens, hij is de president van de Hoge Raad, een lange voordracht over vertrouwen in de rechtspraak.
In die voordracht vraagt Corstens zich af hoe rechters moeten omgaan met veranderingen in de samenleving.
Rechters vragen zich dat al een hele tijd af.
Zij spreken dan van De Kloof en dan bedoelen rechters dat het vertrouwen dat de samenleving heeft in de strafrechtspraak afkalft.
Omdat de samenleving bijvoorbeeld roept dat die slappe slome rechters met hun veel te lage straffen niet meer van deze wereld zijn.
Het is een serieus probleem, schetst Corstens, omdat rechters hun werk alleen goed kunnen doen wanneer zij vertrouwen genieten.
Komt dat vertrouwen in de buurt van het vriespunt, dan dreigt de samenleving voor eigen rechter te gaan spelen.
Uitgerekend dat is nou net niet de bedoeling van het strafrecht.
Corstens schetst zijn ideaal: ook al vindt de borreltafel een uitspraak knap waardeloos, dan nog zou dat het gezag van de rechter niet moeten aantasten.
Eens was er zo’n mooie tijd, sombert de president.
De afname van het vertrouwen heeft oorzaken.
Corstens noemt er drie.
Populistische politici (1), hijgerige journalisten (2) en rechters (3) die hun werk wel goed doen.
Er zijn politici die ieder incident uitbuiten om de onderbuik te voeden.
En voor journalisten met hun hijgerig geschrijf is de strafrechtspleging een dankbaar onderwerp omdat die garant staat voor controverses en spanningen, denkt Corstens hardop.
Hij zegt dit niet helemaal zo, maar dit bedoelt hij wel.
De derde boosdoener is de rechter zelf.
Dat wil zeggen, de rechter doet zijn moeilijke werk best goed, alleen schort het aan de presentatie.
Om te voorkomen dat Nederland straks 17 miljoen eigen rechters telt, moet het verloren gezag worden herwonnen.
Corstens weet ook hoe.
Een rechter moet niet de oren laten hangen naar ferme opvattingen in de samenleving (fors hogere straffen, geen taakstraffen meer).
Soms moet hij vrijspreken als de samenleving een veroordeling eist, dan weer moet hij veroordelen als krachten in de samenleving maar blijven roepen dat er sprake is van een rechterlijke dwaling (Lucia de B., Deventer moordzaak).
De oplossing van de president: een betere communicatie.
Rechters moeten hun beslissingen beter motiveren, zij moeten ook beter aan de samenleving uitleggen waarom ze een bepaalde beslissing hebben genomen.
In heldere taal, opdat ook niet-juristen het snappen.
Rechters moeten zich daarbij steeds afvragen wat de impact van hun beslissing is of kan zijn.
En ook hoe de lelijke pers zal reageren.
Uitgangspunt bij dit afvragen moet echter blijven dat rechtvaardigheid het richtsnoer is en niet het gemor in de straat.
De morrende straat moet zich namelijk wel even realiseren dat rechters, juist de rechters, als geen ander te maken hebben met fraudeurs, dieven, oplichters, verkrachters en moordenaars. Dus om nou te beweren dat rechters maar wereldvreemde snuiters zijn, gaat niet op.
Rechters kennen de zelfkant van de samenleving maar al te goed.
Tot zover, in vrije vertaling, de president.
Hij hield zijn voordracht op het jaarcongres van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, de beroepsvereniging en vakbond voor rechters en officieren van justitie (ja, die bestaat en zij zitten bij elkaar in één club).
De president zal ongetwijfeld een zaal vol bedachtzame mannen en vrouwen hebben toegesproken die misschien na afloop wel applaudisseerden.
Het was ook zo’n toespraak waar niemand het eigenlijk mee oneens kan zijn.
Terug naar zittingszaal 14, naar de dagelijkse praktijk.
Op een vast tijdstip in de week doet de meervoudige kamer (van een rechtbank) uitspraak in strafzaken die twee weken eerder op zitting zijn behandeld.
Er worden op zo’n vast tijdstip twee, vier, vijf, acht vonnissen uitgesproken.
Soms is de verdachte daarbij aanwezig, maar meestal niet.
Soms is de advocaat er, maar ook lang niet altijd.
Vaker is de zittingszaal leeg.
Met een beetje geluk zit er eenzaam een rechtbankverslaggever die luistert.
Het vonnis wordt nooit helemaal voorgelezen.
Dat is met vijf, zeven of elf A-viertjes tekst ook niet zo praktisch.
Meestal wordt kort gemeld welke feiten wel en niet zijn bewezen, hoe de bewezen feiten worden gekwalificeerd (poging tot doodslag of toch een eenvoudige mishandeling) en vervolgens welke straf de rechtbank passend en geboden vindt.
Er zijn rechters die hier een vlot en een mooi samenhangend verhaal van kunnen maken, er zijn ook rechters die zich hakkelend door het vonnis heen worstelen, er blijk van geven de zaak inhoudelijk niet te kennen en vergeten te vermelden dat een deel van de straf voorwaardelijk is opgelegd.
Op deze manier worden in tien minuten tijd twee, vier, vijf, acht vonnissen soms bondig uitgesproken en dan weer hakkelend afgeraffeld.
De rechtbankverslaggever die luistert vindt dat niet erg; over tien minuten begint immers de volgende strafzaak.
En wil hij van de hoed en de rand weten, dan belt hij de drukke voorlichter die het vonnis best voor sluitingstijd op papier naar de perskamer wil brengen of eventjes op de mail zet.
Zo gaat dat.
En zo ook verdwijnen de meeste vonnissen van een meervoudige strafkamer ongelezen in de archieven van de rechtbank.
Straks begint de week van het recht.
Rechters gunnen de samenleving dan een kijkje in hun keuken.
Dat is hartstikke mooi
Maar het zou na zo’n week nog mooier zijn dat rechtbanken hun vonnissen op een heel toegankelijke wijze publiceren op bijvoorbeeld rechtspraak.nl.
Dat is al hun eigen site.
Nu doen rechtbanken dat soms, willekeurig en meestal niet.
De rechtbank van Groningen – als voorbeeld – publiceerde dit jaar vijf (5) van de in totaal 260 uitspraken van de meervoudige strafkamer.
Rechters kunnen, zoals Corstens bepleit, wel beter uitleggen en nog veel beter motiveren, maar als er (bijna) niemand is die luistert, is het als water naar de zee dragen.
Ook betere communicatie wordt dan niet verstaan.
Rob Zijlstra
UPDATE – 30 oktober 2009 – aanvulling
De rechtbanken in Groningen en Assen hebben in reactie laten weten dat er meer uitspraken zijn gepubliceerd op rechtspraak.nl dan ik in mijn verhaal vermeld. Dat is correct. Met een beetje doorklikken op de deelsites van de rechtbanken verschijnen meer vonnissen. In die zin ben ik een beetje te kort door de bocht gegaan. Mijn punt blijft echter dat uitspraken op een weinig toegankelijke wijze worden gepubliceerd en dat wat er wordt gepubliceerd niet volledig is.
@Rob
Suggestie: zoek nu op rechtspraak.nl naar uitspraken van de meervoudige strafkamer van de Groninger rechtbank. Je komt vast hoger uit dan 5 gepubliceerde vonnissen. De rechtbank doet kennelijk aan een inhaalslag.
Ik had het niet beter kunnen bepleiten Rob vonnissen publiceren dus Rechters. Dat is mijn uitspraak.
Het NSCR geeft aan dat wanneer ‘leken’ over dezelde informatie beschikken als rechters, het veelal bestaande verschil in oordeel afneemt, maar niet verdwijnt. (zie http://kaapsgras.wordpress.com/2009/09/11/oordeel-zelf/). Meer aandacht aan de motivatie van de rechter lijkt me inderdaad wenselijk.
Ook kan het geen kwaad van te voren aan te geven welke zaak wanneer dient en wat ruimer om te gaan met toelating van camera’s in de zaal. Nu is de openbaarheid een farce omdat je toch niet weet of en wanneer een strafzaak voor komt.
Er moeten ook sancties komen tegen “foute” rechters, die onschuldigen veroordelen ( Putten, Schiedam, Zaanse paskamer etc).
Netzo als foute advocaten uit hun ambt ontzet kunnen worden, moeten foute rechters ook ontslagen kunnen worden.
Ik tel er 41 Rob.
Gezocht op:
Rechtsgebied: Straf; instantie: Rechtbank Groningen; datum uitspraak: na 01-01-2009
Uitspraken 1-10 van de 41 uitspraken die voldoen aan uw zoekcriteria.
(www.rechtspraak.nl)
@…
Waarop ik doel is de site van de rechtbank groningen (onder rechtspraak.nl) en de daarop gepubliceerde uitspraken onder de link actualiteiten.
Het zou niet nodig moeten zijn ‘diep’ te zoeken.
rob z.
Onder de link actualiteiten vind ik 10 uitspraken. En je actualiteiten beperken tot 10 lijkt mij op zich geen slecht idee. Alle uitspraken betitelen als actualiteiten lijkt mij ook wat overdone..
Er valt zonder meer veel winst te behalen op de wijze van motiveren en de presentatie van de uitspraken. Dat moet ook.
Ik vrees alleen dat ook wanneer dat in orde is, de kloof tussen rechters en leken altijd zal blijven bestaan. Dat zit ‘m enerzijds in de informatieachterstand die een leek t.o.v. de rechter in concrete zaken altijd zal houden. Anderzijds kost het heel veel woorden, talent, geduld en welwillendheid van beide zijden om een juridische gedachtegang in een paar heldere zinnen voor leken zo uitgelegd te krijgen dat zij begrijpen dat aan die benadering omwille van het vermijden van willekeur soms onwenselijke, maar onontkoombare consequenties zijn verbonden.
Ik denk trouwens dat het verminderde vertrouwen in de rechtspraak vooral afhankelijk is van het vertrouwen in de overheid in het algemeen. Als dat laatste tanende is, kun je motiveren en publiceren wat je wilt, maar dan kan de rechterlijke macht dat vertrouwen ook niet op peil houden.
Eens met Hans. Vertrouwen is ook een kwestie van willen.
Ik ben het gedeeltelijk wel met jullie eens. Vele dingen zijn ook niet goed uit te leggen als wij zaken zien zoals bouwfraude of woekerpolis, DSB waar dan geen vervolging aan vast word geknoopt, waar mensen voor een paar stuiver belastingfraude hangen. Ik loop al een tijdje mee heb op mijn blog een stuk staan over rellen Rotterdam. Ik moet nog zien hoe dat afkalft. Dat is inderdaad kwestie van weinig vertrouwen in O.M. Maar soms zie ik ook advocaten in zaken kopschudden die van uitspraken geen snars begrijpen. Soms ben ik daar zelf ook heel erg verbaast over. De laatste jaren ben ik meer en meer verwonderd geraakt over uitspraken werkwijze van rechters. Dat had ik echt eerder nooit.
Wat zijn jullie toch dom.
Begrijpt er dan niemand, dat door een betere motivatie in de uitspraken te verlangen meer kwaadwilligen erin zullen slagen vrijspraken te verkrijgen?
Immers, iedereen voelt best aan wanneer iemand aan het liegen is of de waarheid verdoezeld, maar probeer deze gewaarwording maar eens te verwoorden.
Dat de verdachte bezig was een technofestijn met zijn ledematen onder stoelen en banken te verdoezelen? Het niet meer weet? Zich ook van de domme houdt?
Heren rechters, het gaat bij uwer beraadslaging om de ultieme overtuiging en niet om een wetenschappelijke analyse van de feiten. Een ultieme overtuiging is een gewetensvraag die geen behoefte heeft aan een motivatie van de totstandkoming daarvan.