Alsof ze over een waterbed loopt, zo komt de 37-jarige Hannie de rechtszaal binnen.
In haar nek zie ik klein getatoeëerd zonnetje.
Vermoeid gaat ze zitten en zegt: ‘Goeiendag allemaal.’
Het is niet best met Hannie.
En misschien nog wel erger: met de hulpverlening is het niet veel beter.
Haar hulpverleners zijn ten einde raad.
Alles wat is geprobeerd de vrouw uit haar ellendige leven te halen, is mislukt.
Ze verdient een habbekrats omdat er mannen bestaan die zich voor heel weinig geld door zieke vrouwen laten bevredigen.
De gemeente Groningen heeft speciaal voor die goedkope mannen ooit een zone ingericht waar vrouwen als Hannie kunnen tippelen.
Ook als ze nauwelijks nog kunnen lopen.
Een half jaar geleden was Hannie ondervoed.
Maar nu is ze, met twintig kilo erbij, weer een stevige dame aan het worden.
Dankzij veel pizza’s en bakken vol met ijs van Ben en Jerry’s, zegt ze niet helemaal zonder trots.
Hannie is verslaafd, al zo’n twintig jaar, en op 27 juli vorig jaar was ze ook nog eens in de war.
Van die dag zelf kan ze zich niet zo heel veel meer herinneren.
Ze zegt: ‘Ik had toen net een knal voor mijn harses gehad.’
In de war vernielde ze drie auto’s op de parkeerplaats bij de Ikea in Groningen.
Hannie: ‘Drie?’
Rechters: ‘Dat zegt de officier van justitie.’
Hannie, bedachtzaam: ‘Hmm, eentje sowieso.’
Ze vertelt dat ze een shot heroïne had gehad, dat ze misschien ook daarom in de war was, want heroïne shot ze eigenlijk nooit.
En dat ze met dat mes op auto’s had gekrast, dat klopt wel.
Ze zegt: ‘Auto’s zijn dode dingen. Ik bedoel, als ik op iemand insteek, gaat ie dood. Toch?’
Een paar dagen eerder had ze geld nodig en omdat haar bewindvoerder dat niet wilde geven, had ze hem bedreigd, ze had door de telefoon geroepen dat ze hem een kogel door de kop zou schieten.
Hannie: ‘Maar dat was niet gemeend, hoor. Peter kent mij al langer dan vandaag.’
Peter deed wel aangifte.
En dan was er nog de ING-kwestie.
Ze had met twee lotgenoten van de hangplek bij het Martinikerkhof de bank getild.
Die twee lotgenoten bleken over pasjes en paspoorten te beschikken.
Samen vervalsten ze een geldopnameformulier.
Dat leverde 500 euro op die ze verdeelden.
Een tweede keer ging het mis.
Toen hadden ze de handtekening van de burgemeester van Groningen vervalst.
Van Wallage.
Hannie, met een klein glimlachje: ‘Nee, dat was niet slim.’
Hannie, zo rapporteerden de deskundigen, is schizofreen en er is sprake van gemengde persoonlijkheidsstoornissen.
Hannie zegt dat dat wel klopt: ‘Ik heb verschillende karakters.’
De deskundige psycholoog zegt tegen de rechters dat Hannie sterk verminderd toerekeningsvatbaar is, dat haar misdaden haar maar ten dele kunnen worden toegerekend.
Een behandeling binnen een strak justitieel kader is gewenst.
Probleem is dat Hannie vanuit veiligheidsoogpunt niet meer welkom is bij de GGZ.
En dat alle andere mogelijkheden tot behandeling te vrijblijvend zijn, tot mislukken gedoemd.
TBS kan, maar daarvoor zijn haar misdaden te aardig.
Tussen de muren van de TBS zou Hannie ‘displaced’ zijn.
De deskundige van de reclassering ziet nog wel één mogelijkheid: artikel 37.
Een gedwongen opname in een psychiatrische inrichting.
Probleem daarbij is dat ze dan volledig ontoerekeningsvatbaar moet worden verklaard en dat doet de psycholoog niet.
Hij ziet in de ING-kwestie, de frauduleuze handeling, iets berekenends, iets boosaardigs. Wie tot zoiets bedachts in staat is, is wel een beetje verantwoordelijk.
De officier van justitie zegt dat hij met alle respect voor de deskundigheid van de psycholoog een eigen juridisch oordeel moet hebben.
En dan past het in dit geval even beter dat Hannie volledig ontoerekeningsvatbaar is.
De officier kan dan immers de reclassering volgen in artikel 37, de gedwongen opname.
Hannie: ‘Dus ik word vrijgesproken?’
Rechters: ‘Nee, de officier van justitie zegt dat u volledig ontoerekeningsvatbaar bent en dat hij u daarom wil ontslaan van alle rechtsvervolging.’
Hannie: ‘Oh. Nou, dat is ook goed.’
Rechters: ‘En dat u een jaar wordt opgenomen in een psychiatrische inrichting.’
Hannie: ‘OK dan.’
Zoals ze is gekomen, zo verdwijnt ze.
Rob Zijlstra
UPDATE – 8 februari 2010 – uitspraak
De rechtbank doet niet ingewikkeld, maar volgt begripvol de officier van justitie. Hanneke heeft het wel gedaan, maar is niet strafbaar omdat het haar niet kan worden aangerekend. Bij wijze van maatregel wordt zijn voor een periode van 1 jaar opgenomen in een psychiatrische inrichting.
Petje af voor de rechter. Blij met het oordeel van de deskundige, maar toch het eigen oordeel volgen. Zo kom je (misschien) ergens.
Goed beschreven; eigenlijk in en in triest.
Ik vind ze altijd triest, deze straatmadelieven. Helaas zijn ze genoodzaakt hun leven te leiden in armoe, angst en vernedering. Jammer genoeg maken ze door hun verslaving en frustratie keer op keer de verkeerde keuzes waarmee ze in een onomkeerbare vicieuze cirkel belanden.
Een jaar psychiatrische begeleiding is veel te weinig om een leven lang ellende om te buigen. Maar gelukkig voor de samenleving is ze dan een jaar niet in staat tot verdere strafbare feiten.
Maar ik blijf het triest vinden….
@Worrels: De uitspraak is op 8 februari. Dus petje af voor de rechter is te vroeg. Maar, petje af voor de officier mag ook hoor.
Triest.