Iedereen die anders dan een pluim iets wil verdienen, heeft klanten nodig.
Er zijn er die hun klanten koesteren.
Voor anderen is een klant een noodzakelijk kwaad.
Ludwig (42) uit Groningen koestert zijn klanten.
Nadat hij jaren achtereen klanten had bediend met koffie en appeltaart ging het financieel minder en toen mis.
Hij bedacht een list: hij ritselde een loods en ging in stekjes.
Die verkocht hij aan growshops.
Op een slechte dag ontdekte een storingsmonteur van Essent een hete elektriciteitskabel in de grond en toen was Ludwig er gloeiend bij.
De politie denderde de loods binnen en trof 26.000 hennepstekjes aan.
Justitie ging aan het optellen, vermenigvuldigen en aftrekken en concludeerde dat Ludwig met zijn stekkenhandel 552.257 euro had verdiend.
Netto.
Dat is best veel.
Veel te veel, zei Ludwig zelf.
Hij dacht eerder aan zo’n 27.000 euro.
Justitie ging opnieuw rekenen en kwam toen uit op 184.488 euro.
Nog te veel, vond Ludwig.
Volgens justitie verkocht hij zijn stekjes aan de growshops voor twee euro per stuk.
Een realistische prijs, zeiden de deskundigen.
Maar de stekkenkweker vertelde dat hij concurrerend moest zijn en dat zijn prijs per stuk tachtig eurocent bedroeg.
Nee, hij was de duurste niet.
Het gemene van de pluk-ze-wetgeving is dat justitie niets hoeft te bewijzen.
Justitie hoeft de criminele winst slechts aannemelijk te maken.
En de verdachte moet dan maar het tegendeel aantonen.
Dus zei justitie tegen Ludwig: als tachtig cent per stek waar is, vertel ons dan wie je klanten zijn. Dan gaan we bij hen in de boeken kijken.
Maar Ludwig heeft zijn klanten lief, zei dus niks en moet daar nu de prijs voor betalen.
Ook Hassan (28) koestert zijn clientèle.
Op Marko na.
Die probeerde hij in maart dit jaar dood te schoppen.
Hassan bestiert al zeven jaar een restaurant in de Peperstraat waar het met name ’s nachts hartstikke druk is met klanten.
Marko kwam vaak langs, maar altijd om te donderjagen.
Hij bestelde wel eten, maar had zelden geld of veel te weinig.
Hij probeerde gestolen spullen te slijten aan Hassan’s hongerige klanten.
Hassan tegen de rechters: ‘Hij viel in mijn zaak de mensen lastig. Dat wilde ik niet.’
Op 25 maart, ’s ochtends in de vroegte, gaat het fout.
Marko staat dronken te jennen aan het loket van Hassan die na een nacht werken aan het schoonmaken is.
Hassan: ‘Hij sprak bedreigende en vernederende woorden, niet alleen tegen mij, maar ook over mijn familie. Het was heel erg.’
In de rechtszaal worden beelden van beveiligingscamera’s getoond.
De Peperstraat is op een enkele dronkenman na leeg.
Er vliegen meeuwen, die zich verlekkeren aan op straatstenen gemorste snacks, op en neer.
De rechters waarschuwen: ‘De beelden die u gaat zien zijn heel duidelijk en behoorlijk schokkend.’
Te zien is hoe Marko die dus voor dat loket staat, ineens achteruit deinst.
Een seconde later vliegt Hassan met een groot shoarmames in de hand de straat op.
Hij zwaait er vervaarlijk mee, alsof hij een weg kapt in het oerwoud.
Marko valt op de rug.
Hassan schopt eerst keihard in de zij van de lastige klant.
Stampt dan tot twee keer toe op het gezicht.
Alsof hij een kakkerlak doodtrapt.
Marko raakt buiten bewustzijn en blijft voor dood liggen.
Hassan loopt terug naar het restaurant.
Als even later de politie verschijnt, komt hij weer naar buiten, loopt naar de agenten toe en gebaart dat hij het heeft gedaan.
Hij wordt geboeid en afgevoerd.
Marko krabbelt met hulp overeind, mist tanden, heeft overal pijn en een hersenschudding.
Hassan: ‘Ik wilde hem niet steken, maar bang maken met dat mes. Ik was zo boos, snap je. Door de emoties. Je bent een mens, je hebt grenzen. En daar ging ik overheen. Boem.’
Hij zegt dat hij fout is geweest, dat hij zo boos was dat hij niet meer wist wat hij deed. Zegt dat hij de politie had moeten bellen, zoals hij dat altijd deed als er klanten te lastig werden. Maar dat hij ditmaal voor eigen rechter speelde en nu in de problemen zit.
De gemeente Groningen heeft de vergunning van het restaurant ingetrokken en de officier van justitie eist een gevangenisstraf van vier jaar waarvan een jaar voorwaardelijk.
Candy (jong) had een noodzakelijke klant, zeg maar dat die Johan heet en uit Slochteren komt.
Johan was niet lastig, maar luste wel pap van Candy.
Toen Candy eindelijk naar huis ging, moest Johan 1800 euro betalen en die had hij niet.
Candy belde haar vriendjes en zei dat Johan eerst niet maar daarna wel in gebreke was gebleven.
De vriendjes – Joe en Go (niet hun echte namen) – rijden naar Slochteren en brengen een bezoek aan de klant van Candy.
Dat verloopt, zeg maar, niet al te plezierig.
Johan betaalt daarom alvast de helft.
En hij belt de politie die besluit, zonder dat Johan dat weet, zijn telefoon te tappen.
Joe en Go bellen niet.
Wie wel belt is Alex van Alex’ Incasso Services.
Eerst is hij nog aardig, maar al snel verandert de toon.
Als Johan niet betaalt, zal hij wat beleven.
Dan zal hij een tweede bezoek van die andere mannen meemaken.
Ze maken een afspraak bij de Albert Heijn.
Daar ergens moet Johan pinnen en dan zal Alex het resterende deel van de schuld incasseren.
Dat is immers zijn werk.
Alex heeft meer prostituees als klant, dus hij verstaat zijn vak.
Wat hij ditmaal niet doorheeft, is dat de politie toekijkt als het geld wordt overgedragen.
Alex wordt op heterdaad gearresteerd op verdenking van afpersing.
De officier van justitie zegt dat afpersing een lelijk en ernstig feit is.
Kun je meer dan twaalf jaar cel voor krijgen.
Maar dat ook gezegd moet worden dat Alex geen geweld heeft gebruikt, dat dat scheelt.
En dat Alex, die al langer klant van justitie is, juist bezig is de weg te zoeken naar het rechte pad.
Dat hij ook beterschap had beloofd aan zijn stiefvader toen die op sterven lag.
Dat hij net een baan in loondienst heeft, ik zeg maar niet waar.
En dat zijn ex net weer ex af is.
De officier van justitie zegt dat hij daarom én daarom de verdachte ongelooflijke zal matsen door een werkstraf te eisen.
Van 200 uur.
Daarnaast drie maanden voorwaardelijke celstraf als stok achter de deur.
Daar komen nog wel drie extra maanden cel bij die hij bij een eerdere veroordeling voorwaardelijk opgelegd had gekregen.
Maar die drie maanden extra mogen ook worden omgezet in nog eens 180 uur werken.
Alex zegt niks.
Hij is er niet.
Hij heeft een fors aantal boetes openstaan en om je dan in een rechtbankgebouw, in het hol van de leeuw, te begeven is net iets te veel van het goede.
Kortom, klanten zijn er, zo leert één dag in zittingszaal 14, in vele soorten en maten.
Rob Zijlstra
Pingback: Tweets that mention Klanten « ZITTINGSZAAL 14 -- Topsy.com
Over “ongelooflijk matsen” gesproken waar de rechter dan eens niet in meegaat:
LEEUWARDEN – Een 42-jarige inwoner van Jubbega heeft zelfmoord gepleegd na de uitspraak in zijn zaak door het gerechtshof in Leeuwarden. Dit liet zijn advocaat J.B. Pieters vrijdag weten.
De man kreeg van het hof een gevangenisstraf van zes jaar voor een dubbele poging tot moord, onder andere op zijn ex-partner. Het Openbaar Ministerie (OM) had twee weken eerder een werkstraf van 180 uur geëist voor bedreiging.
Pingback: Klanten | Pinnen
Ik zie eerlijk gezegd weinig verschil tussen Alex’ incasso en die van officiële incassobureaus. Alex dreigt dat twee vrije jongens de deur komen intrappen en een officieel bureau dat de politie dat komt doen. En meneer Johan was dat geld gewoon verschuldigd toch?
Wat voor Alex pleit: hij gooit er niet gelijk 97 euro 50 aan “incassokosten” bovenop. Da’s best netjes eigenlijk.
eeuh Linda,
meen je dat nou echt?
ik ga meteen incassobureautje spelen!
eeuh linda,dat is de mentaliteit die we zoeken.
verantwoording en verplichtingen niet nakomen=lik op stuk beleid.brood van candy word met de ziel betaalt dus een vergoeding is wel op zn plaats!
boter bij de vis zo is mij dat bijgebracht.
en de politie breekt in met het wetboek in de hand.
inbraak en inbreuk op mn privecy voor wat bankpapier en waardeloze stukjes ijzer met cijfertjes erop.
politie staat?
Mvgr