Klets

foto: corne sparidaens / dvhn

Ruud uit Groningen is 29 jaar en wel gewend aan rechters.
Hij zat vaker en weet misschien dat hij het nooit mooier moet maken dan het is.
Helpt toch niet.

Hij zegt: ‘Ik ben maar klein en loop een beetje breed. Het is alsof het op mijn voorhoofd staat geschreven dat ik problemen wil. Dat is het met mij.’
Wat hij heeft gedaan, noemt hij ‘hartstikke stom’.

Volgens de officier van justitie heeft Ruud op 3 juni dit jaar in een bar in de wijk Lewenborg in Groningen geprobeerd Johan van het leven te beroven.

Ruud kent Johan wel, al jaren.
Ze zaten die avond naast elkaar aan de bar.
Dat kan Johan zich herinneren.
En ook dat hij plots van de kruk viel.
In het ziekenhuis kwam hij weer bij.
Geen idee wat er was gebeurd.

Toch deed hij aangifte, want er waren getuigen zat.
Die zeiden dat het Ruud was geweest, die had geslagen en daarna geschopt tegen het hoofd.
En gestampt, alsof hij een ballonnetje kapot wilde trappen, zo leek het.

Ruud ontkent het geschop en gestamp.
Hij had Johan een klets, één klets, gegeven, met de blote vuist en pas nadat hij hem eerst vijf keer had gewaarschuwd.
Hij maakt het niet mooier, maar de getuigen – allemaal vrienden van slachtoffer – maken het wel erger.
En dat moet ook niet, vindt Ruud.

De aanleiding voor die klets?
Ruud zegt dat Johan hem kleineerde.
En had gezegd dat zijn oom een sukkel is.
Toen was hij begonnen te waarschuwen.
Na vijf keer zou Johan hebben gezegd: ‘kom maar, doe het dan nu’.
Kort daarna werd Johan buiten westen met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht.

Ruud meldde zich de volgende dag bij de politie en zat bijna drie weken vast.
Een van de getuigen vertelde aan de politie dat Ruud dus op het hoofd van Johan had staan stampen.
Een andere getuige had Ruud trappende bewegingen zien maken naar de grond.
Getuige drie zag niets van het schoppen, maar constateerde wel dat Johan een voetafdruk in het gezicht had.
Getuige vier meldde dat het wel leek alsof Ruud cocaïne had gesnoven, zo groot zijn ogen.
Nummer vijf had Ruud acht tot tien keer zien trappen tegen het hoofd van Johan.

De zesde getuige is Tjakko, toen een vriend van Ruud.
Tjakko had even gedacht dat Johan daar dood op de grond lag.
Hij had de klets gezien en één schop.
Ja, in het gezicht.
Ruud en Tjakko zijn nu geen vrienden meer.

Ruud: ‘Na die ene klets hield Tjakko me tegen. Ik heb toen schoppende bewegingen gemaakt, maar niemand geraakt.’
Rechters willen weten of hij veel gedronken had en of hij cocaïne had gebruikt.
Nee, hij gebruikt al twee jaar niets, niet meer sinds hij kinderen heeft.
Gedronken had hij wel, tien tot vijftien flessen bier.

Rechters: ‘Tien tot vijftien flessen bier?’
Ruud: ‘Kom op, het was mijn verjaardag.’
Officier van justitie: ‘Maar dan ben je toch heel dronken?’
Ruud: ‘Ga uit van tien flesjes. Dan ben ik niet dronken.’

De officier van justitie hecht waarde aan de verklaringen van de getuigen, inclusief die van vriend Tjakko.
Wie schopt en stampt tegen en op het hoofd, neemt weloverwogen de kans voor lief dat het slachtoffer het leven laat, want het hoofd is een kwetsbaar ding.
De rekening die Ruud van justitie krijgt gepresenteerd moet achttien maanden celstraf waarvan zes voorwaardelijk bedragen.

Ruud is het er niet mee eens.
Met zijn advocaat brengt hij in dat hij daags na het incident in elkaar is geslagen door kennissen van Johan en dat vriend Tjakko is bedreigd en dat die toen een belastende verklaring heeft afgelegd.
Dus.
De advocaat zegt dat de medische verklaring rept van een bloeduitstorting op het achterhoofd, een zwelling van het jukbeen en een klein wondje aan de binnenkant van Johan’s onderlip.
Verwondingen die eerder passen bij één klets dan bij de verhalen die de getuigen vertellen.
Dus.

De advocaat vindt een taakstraf van zestig uur beter.
Ruud ook.
Zegt: ‘Ik was die avond de gelukkigste man ter wereld.’

Hij vertelt dat hij twaalf jaar in de steigerbouw had gezeten, de eerste tien jaar voor een baas.
Hij had met Tjakko een geweldig project opgezet waarmee ze in een paar maanden heel veel geld zouden verdienen.
Wel 100.000 euro.
Zo zouden ze samen de crisis overleven.

Rechters: ‘Waarmee kun je zoveel geld verdienen?’
Ruud: ‘Steigers opbouwen en dan weer afbreken. Maar omdat ik vast kwam te zitten, mocht ik niet meer meedoen. Tjakko werkt met anderen.’

Ruud wil nu timmerman worden.
Van mensen die in de dakkapelletjes zitten, heeft hij gehoord dat daar ook goed geld mee is te verdienen.

Ik zie de rechters ietwat meewarig kijken.
Zij moeten over twee weken uitspraak doen.

Rob Zijlstra

.

UPDATE – 16 september 2010 – uitspraak
Ruud is veroordeeld conform de eis: 18 maanden waarvan 6 voorwaardelijk.

5 gedachtes over “Klets

  1. In een paar maanden 100.000 euri verdienen? Hmmm..

    Wel een advocaat die iig niet in aanmerking komt voor het produceren van het slechtste pleidooi van 2010.

    Draait het er nu om of dat schoppen bewezen kan worden of zou dat de rechters niet zoveel uitmaken nu ze weten dat er sowieso een klap is gegeven?

  2. @Henk,

    Een enkele klap of klets zou niet het het strafrechtelijke verwijt van de poging tot doodslag opleveren, zoals dat nu wel ten laste is gelegd. En dat komt omdat justitie het schoppen bewezen acht op basis van verklaringen van de getuigen. Het maakt dus wel wat uit.

    Rob Z.

  3. Thnx.

    Sorry voor mijn slechte geheugen maar was er niet ooit iemand in de Poelestraat die met een enkele klap wel in de poging tot doodslagproblemen was gekomen?

    Eén ‘klets’ in combinatie met een zwelling van het jukbeen, dat klinkt niet goed. Heeft de rechtbank kennis genomen van de mate van zwelling?

    En de verklaringen van de getuigen lijken aardig gepareerd door de verdediging. Maar dat lijkt wel vaker zo weet ik.
    Rechters houden de spanning er altijd ff in ondanks dat je denkt een aardige gooi te kunnen doen naar de straftoekenning 🙂

  4. In deze zaak zo begrijp ik, dat ook de medische bevindingen gewogen zijn. Dus aan de hand van alleen verklaringen hoeft de rechtbank niet te oordelen.

    Als iemand met één klap in bewusteloosheid raakt kan het postuur of soms de techniek van sport een belangrijke rol spelen.

    Ik ken een zaak waar iemand door één klap is gedood. Ook in Groningen. Andere verwondingen werden niet op het lichaam aangetroffen.

    Alleen een kille gevangenisstraf of dienstverlening zonder aanvullende voorwaarden ben ik niet zo voor. Een agressiviteitstraining zou daarbij wellicht in preventieve zin voor de toekomst enige solaas bieden. Maar in combinatie met de persoon of eventueel zijn technieken van de gevechtssport zou hier misschien ook een duidelijke gevangenisstraf kunnen passen.

  5. Bij vijftien ben ik dronken en schop ik. Bij tien ben ik niet dronken en schop ik ook. Ik schop eigenlijk altijd. Had ik maar trwintig gehad, dan had ik er misschien wel naast geschopt.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s