Een getuige had in de buurt van de boerderij een groene bestelbus gezien.
Een uurtje later zag de politie die bus ook.
Doeke zat achter het stuur, Christiaan er naast.
Christiaan zei eerst nog dat hij zijn broer was, maar dat was niet zo.
De boerderij brandde tot de grond toe af.
Op zich was dat niet zo heel erg, omdat de boerderij aan de Krommewijk op de nominatie stond gesloopt te worden.
Maar dat betekent niet dat brandstichting dan mag.
Doeke was die nacht met zijn zwager Christiaan naar de leegstaande boerderij gegaan om er ‘te kieken’.
Kieken naar spulletjes.
Christiaan: ‘Dat deden we wel vaker.’
Rechters: ‘Regelmatig?’
Christiaan: ‘Af en toe.’
Terwijl Doeke zijn oog had laten vallen op de wc-pot – die kon hij wel thuis gebruiken – scharrelde Christiaan wat door de boerderij.
Doeke: ‘Ineens hoorde ik een knal. Toen ben ik weggerend en in de auto gaan zitten. Na twintig minuten kwam Christiaan. Hij zei: wegwezen. En toen stond de boel in de fik.’
Tegen de politie had Christiaan gezegd dat hij brand mooi vond, dat ze dan ‘tenminste wat sensatie’ hadden.
Tegen de rechters zegt Christiaan: ‘Doeke zei tegen mij dat we de boel wel in de brand konden steken. Toen zei k, doe het zelf maar. Maar toen werd hij kwaad. En ik ben bang voor Doeke.’
Christiaan vertelt dat hij achter de dorsvloer plastic in brand had gestoken, met de aansteker van Doeke.
En verder weet hij het niet meer.
Rechters: ‘Hoe komt het dat u het niet meer weet.’
Christiaan: ‘Ik ben licht verstandelijk gehandicapt.’
De brand aan de Krommewijk bij Stadskanaal was in november vorig jaar.
Een jaar daarvoor, in oktober 2008, brandde aan de Zijdstukkerweg, ook bij Stadskanaal, een aardappelschuur af.
Schade (zegt de eigenaar): 300.000 euro.
Doeke vertelt dat hij wat eetaardappels moest hebben en dat ze toen bij de schuur zijn gestopt, ook omdat hij wat water kwijt moest. Christiaan stapte toen ook uit en even later riep hij dat we onmiddellijk weg moesten, omdat hij wat had aangestoken.
Doeke nam een mestvork mee.
Tegen de rechters: ‘Maar dat was een vergissing.’
Christiaan: ‘We hebben het samen gedaan, met de aansteker van Doeke.’
Rechters: ‘Omdat het moest en Doeke anders weer kwaad zou worden?
Christiaan: ‘Ja.’
Doeke schudt zijn hoofd, kijkt boos naar zijn zwager en zegt: ‘Mijn dochter is gehandicapt en mijn vrouw is net gedotterd. En twee jaar geleden heb ik een melkbus voor de kop gehad. Met carbid. Heel de kop kapot. Ik was flink overstuur. De huisarts heeft me toen naar een psycholoog gestuurd. En vier, vijf weken geleden is mijn zus ook nog overleden.’
Doeke (45) zegt dat hij bang is voor Christiaan.
Tijdens het vissen was Christiaan hem een keer aangevlogen.
‘Dat is toch niet normaal.’
Christiaan, hij is 37 jaar, functioneert op het niveau van een 5 tot 10-jarige, met uitschieters naar 17.
Zijn begeleider: ‘Hij doet eerst en denkt dan na en is beïnvloedbaar. Maar met een beetje zorg en controle, dan gaat het best. Wel moet hij leren nee te zeggen.’
Christiaan had vijf dagen in de cel gezeten en dat was de hel geweest.
Christiaan, geëmotioneerd: ‘Ik was helemaal kapot, nooit weer, echt nooit weer.’
Doeke hoort een taakstraf van 150 uur eisen, met drie voorwaardelijke maanden erbij.
Dat hij de aardappelschuur in brand heeft gestoken, kan de officier van justitie niet bewijzen, de diefstal van de mestvork wel. Zoiets steel je niet bij vergissing. En aan de brand in de boerderij is hij medeplichtig. Hij was er bij en dan ben je d’r bij.
Tegen Christiaan zegt officier van justitie dat mensen die dingen in de brand steken in gevangenissen thuishoren.
Maar dat hier sprake is van bijzondere omstandigheden.
Dat ze daarom tegen Christiaan een taakstraf eist van 240 uur, omdat hij met zijn beperkingen nog wel weet wat goed en slecht is.
En om de ernst van brandstichting te onderstrepen doet ze daar nog zes maanden voorwaardelijke celstraf bij.
Doeke, boos: ‘Hij komt er bij mij niet meer in.’
Christiaan zegt zachtjes dat hij met zijn zus, de partner van Doeke, nu geen contact meer heeft.
Af en toe komt hij haar toevallig tegen, op de markt.
‘Dat doet me zeer, heel zeer.’
Rob Zijlstra
uitspraken op 27 september
uitgestelde uitspraak?