Financiering

In de nacht van 4 op 5 augustus werd ‘gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd’ ingebroken in een woning aan het Hoendiep in Groningen.
De buit: de inhoud van een portemonnee en een knalrode fiets die niet op slot in de tuin stond.
De rode fiets wordt door de politie teruggevonden bij een woning aan de Diamantlaan.
Als de politie komt, is Els juist bezig de fiets om te toveren van rood naar zwart.
Els zegt dat de knalrode fiets van haar broer is.
Had je niet een minder opvallende fiets kunnen meenemen, had ze nog gezegd.

Broer Kees zegt tegen de rechters: ‘Els liegt. Els sjouwt 150 fietsen per week naar binnen, ze is veelpleger.’
Rechters: ‘U ook.’
Kees: ‘Het is m’n zus, ik ga er verder niks over zeggen. Maak het verhaal zelf maar af.’
Rechters: ‘U heeft er niets mee te maken.’
Kees: ‘Nee.’

Diezelfde nacht wordt ingebroken bij Prenatal.
De buit: twee kinderwagens.
De agenten die bij Els onderzoek doen naar die rode fiets, zien in haar woning prijslabels liggen.
Van Prenatal.
Els tegen de agenten: ‘M’n broer Kees.’

Kees: ‘Iemand vroeg of ik aan kinderwagens zou kunnen komen. Die wilde hij dan verkopen via Marktplaats.nl. Ik heb toen gezegd dat ik eens zal kijken wat ik kon doen. Verder wil ik er niets over zeggen.’
Rechters: ‘Maar u heeft het zelf niet gedaan.’
Kees: ‘Nee.’

Al eerder, op 15 juni wordt alweer tijdens nachtrusttijd ingebroken in een woning aan de Goudlaan.
De buit: een laptop, een zilverkleurige voice-recorder, een rugtas, een Nokia E71 en een Sony Ericsson W910i.
De politie doet onderzoek naar de twee gestolen telefoons, vindt sporen en die sporen leiden naar Kees.

Kees: ‘Klopt niet. Ze noemen gewoon mijn naam. En als ze mijn naam noemen, dan mogen ze naar huis. Zo gaat dat bij politieverhoren.’
Rechters: ‘Onder uw matras is een zilverkleurige voice-recorder gevonden. Hoe komt u daar aan?’
Kees: ‘Ik heb er niets mee te maken. Die dingen krijg je als je iets koopt.’

Nog eerder, op 28 januari, wordt een laptop gestolen uit een woning aan de Amethiststraat. In de tuin wordt een sjaal gevonden die de bewoonster vreemd is. Onderzoekers bij het NFI vinden op de sjaal DNA-sporen en een match: de kans dat dit DNA niet van Kees is, is 1 op de 68 miljoen.
Kees: ‘Ik heb er geen verklaring voor. Ik heb er niets mee te maken.’

Op 30 december worden bewoners van een woning in de Aquamarijnstraat wakker van de hond en horen dan een klik van de deur. Als ze naar beneden gaan zien ze dat er spullen zijn verdwenen: tassen met inhoud, mobiele telefoons, een Nintendo-spelcomputer, achttien bijbehorende spelletjes, contant geld en een pakje shag.

Onderzoek wijst ook nu weer uit dat met de gestolen telefoon is gebeld. Dat de sim-kaart met het telefoonnummer dat Kees gebruikt in die telefoon heeft gezeten.
Kees: ‘Complete onzin. Ik weet niet waar dit over gaat. Ik heb er nu ook genoeg van. Ik wil hier weg.’
Rechters: Heeft u wel eens een gestolen telefoon aan iemand verkocht?’
Kees: ‘Niet echt.’

De strafzaak kabbelt voort.
De rechters zeggen gelezen te hebben dat Kees hardnekkig is verslaafd aan heroïne.
Dat dat zo is sinds zijn dertiende jaar.
Dat heel zijn leven wordt beheerst door heroïne.

Kees is nu 41.
Hij zegt dat hij al eens een jaar clean is geweest.
Dat hij zich toen wilde richten op een gezinsleven, samen met zijn vriendin en zoon van 12.
Dat het toch en helaas weer mis ging, omdat er geen huisvesting was.
Terugval, terug bij af.
Dat hij ook nog gigantische schulden heeft, iets van 150.000 euro of zo.

De officier van justitie zegt dat Kees met zijn ontkenningen geen verantwoordelijkheid neemt.
Ze eist vijftien maanden gevangenisstraf, waarvan vijf voorwaardelijk.
Dit laatste is een beetje tegen haar zin.
Probleem is de opname in een verslavingskliniek.
De kliniek die Kees wil opnemen heeft een titel nodig in de vorm van een (deels) voorwaardelijk opgelegde straf.
Anders kan de financiering niet geregeld worden.
De officier van justitie: ‘Ik hou daar niet zo van, maar goed…’

De hulpverlening houdt er een ingewikkeld financieringssysteem op na.
Net als Kees (waarschijnlijk).

Rob Zijlstra

uitspraak op 2 december

7 gedachtes over “Financiering

  1. Zo leuk is het niet als er bij je wordt ingebroken. Vraag me af of het ooit nog wat wordt met Kees, vind dit wel een geval waarbij wat langer dan 10 maand effectief ook wel mag, verslaving of niet.

  2. Het kan best leuk zijn als er bij je wordt ingebroken maar we worden gehersenspoeld door het klokkeluiders-samenzweringsgebral en denken daarna dat we ons zorgen moeten maken.
    Doe gewoon je deur goed dicht?

    ‘De kliniek die Kees wil opnemen heeft een titel nodig in de vorm van een (deels) voorwaardelijk opgelegde straf.
    Anders kan de financiering niet geregeld worden.’

    Ik snap dit niet. De OvJ vroeg toch een gedeeltelijk voorwaardelijke straf dus waarom de weerstand van de OvJ om een gedeeltelijk voorwaardelijke straf te eisen?
    Of wilde de OvJ eigenlijk gewoon 10 maanden onvoorwaardelijk eisen?

  3. @Henk,

    De officier van justitie had inderdaad een onvoorwaardelijke straf willen eisen. Wie al tig keer voorwaardelijk heeft gekregen, verspeelt deze stok achter de deur op den duur.

    Overigens is straftoemeting tegenwoordig een hele rekensom.

    Wie 24 maanden kreeg waarvan 6 voorwaardelijk, zat tot voor kort 12 maanden vast (18 – 1/3 (6) = 12).

    Wie nu 24 maanden waarvan 6 voorwaardelijk krijgt, moet de volle 18 maanden uitzitten, omdat bij een voorwaardelijk deel de vervroegde automatische invrijheidsstelling (1/3 van de opgelegde straf) is vervallen.

    Ik geloof dat ik het zelf nog wel snap.

    In het grote buitenland is het een stuk eenvoudiger. In België bijvoorbeeld worden straffen tot 3 jaar niet ten uitvoer gelegd omdat de gevangenissen te vol zitten. In plaats van zitten, krijg je een enkelbandje, maar niet voordat je een jaar op de wachtlijst hebt gestaan. De Belgen schijnen te weinig bandjes te hebben. De meest voorkomende straf in Belgie in dan ook 3 jaar plus 1 dag. Die moet ten uitvoer worden gelegd. En daar zit je dan – dat dan weer wel – met z’n vieren op een eenpersoonscel en een (1) emmer, de helft van uit.

    rob z.

  4. Thnx Rob, ik snap het nu wat beter.

    Dat de rechter officier van justitie enkel een onvoorwaardelijke straf wilde eisen, betekent in mijn oogjes dat Kees is opgegeven. En dat vind ik nogal wat.

    En de situatie in België: oei, die rechters daar hebben met meer rekening te houden dan de rechters hier. Lijkt het :O

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s