Wij mensen zijn geneigd niet te geloven in toeval.
Wij vermoeden al snel vuur, waar rook is.
Wetenschapsfilosoof Ton Derksen, de man die de tot levenslang veroordeelde Lucia de B. vrij wist te pleiten, schreef over onder meer dit menselijke trekje een heel boek (De ware toedracht).
De Groninger strafrechtadvocaat Duco Keuning sprak deze week in de geest van Derksen de rechters toe.
Hij zei dat een en ander inderdaad heel toevallig is, maar dat het dan nog wel waar kan zijn.
Want in dit geval is het zo erg toevallig, dat je dat niet eens kunt verzinnen.
En wat niet verzonnen is, is waar.
Ergens in Frankrijk worden drie Chinezen aangehouden.
De Fransen verdenken de drie van bankpasfraude (skimmen) en van het vervalsen van paspoorten.
Groot onderzoek.
Tijdens een van de verhoren zegt een Chinees dat de politie maar eens in Nederland, in Groningen moet gaan kijken, in de J-straat, op nummer zoveel.
Er zou daar een werkplaats zijn waar de vervalsingen geschieden.
De Franse autoriteiten dienen een rechtshulpverzoek in en zo kwam het dat op een dag in augustus van dit jaar politiemannen met een rechter-commissaris bij Jan (53) op de stoep staan.
Jan woont op nummer zoveel.
Ze zeggen tegen hem dat ze de woning willen doorzoeken en Jan heeft misschien wel geen zin in een puinzooi.
Hij denkt, als ze gaan zoeken, vinden ze het toch.
Dus zegt hij tegen de rechter-commissaris: ‘Kijk maar in de inloopkast, daar ligt het.’
De rechter-commissaris vindt wat hij nooit gedacht had te zullen vinden die ochtend: anderhalve kilo cocaïne en 17.600 euro in een doosje.
Geen skimdingen of valse paspoorten.
Jan kent niet eens drie Chinezen, laat staan in Frankrijk.
Met die Franse kwestie heeft hij niets te maken.
Dat zijn adres is genoemd en dat gevonden is wat is gevonden, berust op een groot toeval.
Advocaat Keuning: ‘Zoiets verzin je toch niet?’
Toeval of niet, Jan moet zich er wel voor verantwoorden.
Hij zegt dat hij de drugs en het geld van een kennis had gekregen.
Hij woont al heel zijn leven in de binnenstad van Groningen, werkte lang in de horeca en heeft daarom veel kennissen.
Hij zou het spul één dag en één nacht bewaren.
Daarna zou een andere kennis het komen ophalen en zou hij 500 euro krijgen.
Nee, hij noemt geen namen, dat schiet niet op.
De advocaat: ‘Mijn cliënt was een soort postvakje.’
Jan: ‘Ik dacht, zo kan ik snel 500 euro verdienen. Maar het is gigantisch misgelopen.’
Rechters: ‘U vindt het niet erg om drugs te bewaren?’
Jan: ‘Ik heb niks met drugs. Het had net zo goed goud kunnen zijn. Daar heb ik ook niks mee.’
De officier van justitie zegt dat het een enorme toevalstreffer had kunnen wezen.
Had.
Want in de woning van Jan zijn ook acht mobiele telefoons gevonden, allemaal in werking.
Zoveel telefoons in combinatie met een zak vol cocaïne en een smak contant geld riekt naar drugshandel.
Jan schudt het hoofd.
Hij zegt dat het tegenwoordig goedkoper is een nieuwe telefoon met beltegoed te kopen dan beltegoed voor een al gekochte telefoon op te waarderen.
Daarom had hij er acht.
Als de rechters vragen of dat nou niet heel onhandig is, acht telefoons, haalt hij de schouders op.
Zegt: ‘Valt mee, de nummers lijken allemaal op elkaar.’
De rechters hadden in het dossier gelezen waarom Jan, die een uitkering geniet, 500 euro nodig had.
Hij zou naar Suriname.
Hij had al toestemming van de sociale dienst van Groningen om daar zes maanden te verblijven.
Jan vertelt wat hij in Suriname zou gaan.
Hij heeft Hongaarse contacten.
Die contacten doen een project in Suriname.
Die gaan daar 40.000 huizen bouwen van piepschuim.
Prefab uit China.
Daar zit Suriname op te wachten, het is goedkoop want in vier uur staat er een huis.
Hij was een paar keer in Suriname geweest, zou tolken en de Hongaarse contacten wegwijs maken in Surinaamse gewoonten.
Hij zou tien procent van de winst krijgen, bij thuiskomst te verrekenen met de sociale dienst.
De rechters hadden in het dossier gelezen over de Hongaarse contacten van Jan.
Ze zeggen: ‘U heeft daar in de gevangenis gezeten. In verband met drugs. Zes jaar.’ Jan: ‘Vier jaar en vier maanden, zware tijd.’
De officier van justitie brengt in dat het toeval misschien toch in twijfel moet worden getrokken.
Dat Jan wellicht een radertje is in een heel circuit.
Dat hij, hoe dan ook, met dat bewaren van de drugs en het geld in de inloopkast zich in een risicovolle situatie heeft begeven.
Ze eist achttien maanden gevangenisstraf.
Advocaat Keuning valt van de stoel, krabbelt overeind en zegt verontwaardigd dat je zoiets toch niet verzint.
Dat je iemand die één dag postvakje is toch niet beloont met achttien maanden gevangenisstraf?
Keuning, die dertig jaar meeloopt in de wereld van de verdachte misdaad, vraagt hardop: ‘Waar is het gezond verstand gebleven in Nederland?’
De advocaat zegt, wat de Geerten Wilders of tien PVV’ers bij elkaar ook mogen roepen en beweren, dat nog harder straffen niet productief is en dat achttien maanden celstraf in deze zaak al helemaal geen enkel strafdoel dient.
Dat met zes maanden, hooguit zes, wel voldoende leed is toegevoegd.
En dat als we Jan achttien maanden opsluiten, wij de Surinaamse samenleving ook geen dienst bewijzen.
De rechters zeggen tegen Jan dat ze over de ware toedracht zullen nadenken.
Hoe het de drie Chinezen in Frankrijk is vergaan, is niet bekend.
Rob Zijlstra
.
UPDATE – 9 december 2010 – uitspraak
Jan is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden wegens het overtreden van de Opiumwet en witwassen. Het bedrag 17.600 wordt verbeurd verklaard.
.
extra
Suriname en Hongarije ? Er bestaat een ‘historische’ relatie tussen Suriname en Hongarije. De Hongaarse militair Frans Killinger (1876 – 1936) wilde een staatsgreep plegen in Suriname om zo een vrijstaat te stichten waar hij dan de baas van zou worden. Hij werd echter door een politieambtenaar verraden en in 1911 ter dood veroordeeld. Hij kreeg gratie. Wel moest de Hongaar vijf jaar de gevangenis in, een straf die hij in Nederland mocht uitzitten. .
Pingback: Tweets that mention Postvakje « ZITTINGSZAAL 14 -- Topsy.com
“Nee, hij noemt geen namen, dat schiet niet op.” Dat zou juist wel opschieten, dan zou de politie zijn verhaal kunnen controleren. Maar Jan geeft geen enkele informatie wat zijn postvakje verhaal ook maar enigszins zou kunnen bevestigen. Waarom zou de rechtbank hem dan moeten geloven?
Feit is dat hij anderhalve kilo cocaïne en 17.600 euro in z’n bezit heeft, de suggestie van de advocaat dat verdachte slechts diende als “postvakje” vind ik totaal niet relevant, evenals het vage verhaal over het bouwen van prefab huizen in Suriname. 18 maanden vind ik dan ook een terechte straf, temeer daar hij ook nog eens uitkeringsfraude pleegt.