GASTBLOGGER
De strafzaak rond de automobilist die in Wildervank
twee 10-jarige meisjes doodreed, heeft tot veel reacties geleid,
zowel hier als op andere plekken op het internet.
De meningen lopen uiteen. Zo is er begrip,
maar ook veel ongeloof en verontwaardiging over het feit
dat tegen de verdachte een taakstraf is geëist.
Ik heb mr. dr. Nico Kwakman, universitair docent straf(proces)recht,
verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen,
gevraagd zijn visie te geven.
Als gastblogger.
Dit is zijn verhaal:
Twee verkeersslachtoffertjes. De verschrikkelijke gevolgen van een moment van onoplettendheid. Het ergste wat een automobilist kan overkomen. Hoewel: niet te vergelijken natuurlijk met het verdriet dat de ouders is aangedaan en dat ze hun hele verdere leven met zich mee moeten dragen.
Voor de ouders van de slachtoffertjes kan het misschien nog een beetje helpen dat de veroorzaker van het ongeval strafrechtelijk stevig wordt aangepakt, zodat hij in ieder geval goed beseft wat hij heeft aangericht.
Maar toch: het strafrecht biedt niet altijd de uitkomst die beantwoordt aan het rechtvaardigheidsgevoel van de meesten van ons. Want voor de vraag of en hoe zwaar de veroorzaker van het ongeval moet worden gestraft, is niet doorslaggevend hoe ernstig de gevolgen zijn, hoeveel verdriet het slachtoffer of de nabestaande is aangedaan, of hoezeer we met zijn allen meeleven met de ouders.
Voor strafbaarheid is nodig dat de dader echt iets kan worden verweten. Voor verkeersongevallen waarbij slachtoffers zijn gevallen, betekent dit dat de rechter moet nagaan of er bijvoorbeeld opzet in het spel was. En zo niet, of de verdachte dan tenminste ‘aanmerkelijk onvoorzichtig’ heeft gehandeld.
Het strafrecht kent – in tegenstelling tot het civiele recht – geen ‘risico-aansprakelijkheid’. In het civiele recht kan het nog gebeuren dat je aansprakelijk wordt gesteld voor de gevolgen van je handelen zonder dat je ‘er iets aan kon doen’.
Zo is de automobilist al bij voorbaat aansprakelijk voor een groot deel van de schade als hij een fietser aanrijdt, of hij nu schuld had of niet. Hoewel het in het algemeen een verzekeringskwestie is, vinden de meeste automobilisten dat erg onrechtvaardig. Hoe dan ook, met deze risico-aansprakelijkheid wordt beoogd de zwakkere verkeersdeelnemers, zoals kinderen, te beschermen.
Een reden dus om extra alert en voorzichtig te zijn in het verkeer, met name ten opzichte van kwetsbare verkeersdeelnemers.
In het strafrecht, waarbij het niet in de eerste plaats draait om schadevergoeding maar om het ‘toevoegen van extra leed’ aan de dader, om afstraffing van de dader dus, is schuld en verwijtbaarheid wel een voorwaarde.
De hoogste rechter (de Hoge Raad) heeft uitgemaakt dat als het gaat om niet-opzettelijke verkeersdelicten, er moet worden gekeken naar de ernst van de nalatigheid, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval. Dat wil zeggen dat de ernst van de nalatigheid, en niet de ernst van de gevolgen, daarbij – volgens de Hoge Raad – voorop staat.
Rob Zijlstra formuleert het in zijn column Twee spelende meisjes [2] zo:
‘De wet zegt dat bij de beoordeling van dit soort zaken gekeken moet worden naar de gedragingen, in dit geval van de bestuurder van de auto.
En niet naar de trieste gevolgen van die gedragingen.
Dat we de zaak niet ernstiger moeten beoordelen omdat twee vrolijke meisjes nu vreselijk dood zijn.
Dat klinkt bijna kil.
Maar misschien is dat wel de waarheid.
De lelijkste waarheid.
Een waarheid die zo lelijk is dat we die slechts kunnen verdragen als we een schuldige kunnen aanwijzen”.
Maar is die waarheid wel zo lelijk als het op het eerste gezicht lijkt?
Daarvoor moeten we even terug in de tijd.
In het Oud-Germaanse recht kenden we de zogenaamde Erfolghaftung. Als iemand een ander schade had berokkend, of bijvoorbeeld de dood van een ander had veroorzaakt, hadden de naasten van het slachtoffer het recht de veroorzaker daarvoor bestraffen. Of hij er nu iets aan kon doen of niet. Het ging daarbij slechts om de ernst van de gevolgen die de verdachte (schuldig of niet) teweeg had gebracht. De dader werd in dat geval met gelijke munt betaald: oog om oog, tand om tand.
Dat leverde soms grote maatschappelijke onrust op en vaak diepgewortelde vetes tussen stammen en families.
Uiteindelijk heeft de overheid het recht om te straffen naar zich toegetrokken. Daarmee voorkwam de overheid dat ongebreidelde vergelding- en wraakgevoelens tot openbare ordeproblemen en een onleefbare samenleving zouden leiden.
De gedachte was dat de overheid zich minder zou laten leiden door deze (op zichzelf heel begrijpelijke) wraakgevoelens en zich meer zou beijveren om de strafbaarheid van daders te onderwerpen aan zo objectief mogelijke regels. Zodat de grenzen van een redelijke vergelding niet werden overschreden. Van de directe slachtoffers mocht je immers niet verwachten dat die voldoende afstand konden nemen van hun verdriet of van hun woede om zich in te kunnen leven in de positie van de daders en tot de conclusie te komen dat die er soms ook niet zoveel aan konden doen.
Immers, is niet iedereen tijdens het rijden wel eens wat afwezig? En moet degene die de pech heeft daardoor een ernstig gevolg te veroorzaken, voor dat moment van onachtzaamheid steeds op de zwaarst mogelijke manier strafrechtelijk worden afgerekend?
Kortom: voor risicoaansprakelijkheid was en is in het strafrecht geen plaats. Algemeen werd en wordt aanvaard dat voor straffen een bepaalde (aanmerkelijke) mate van schuld nodig is: geen straf zonder schuld.
Daarmee heeft het strafrecht de functie gekregen van een garantie tegen mateloosheid tegenover de verdachte. Zelfs als die mateloosheid voort zou vloeien uit solidariteit met het slachtoffer.
Het gaat dus niet in de eerste plaats om ‘straf’recht, maar om straf‘recht’.
Dat wil zeggen dat het straffen van burgers aan strikte rechtsregels is gebonden, vooral als het gaat om zaken waarbij veel op het spel staat. Daarmee wordt voorkomen dat de vergeldingsbehoefte in de samenleving ontaardt in redeloze wraak, in volksgerichten of andere vormen van eigenrichting.
Ook al is toe te juichen dat er in het strafrecht steeds meer rekening wordt gehouden met de belangen van slachtoffers van delicten, dat mag niet leiden tot een terugkeer naar het Oud-Germaanse (straf)recht.
Echt rechtvaardig recht biedt de beste garantie dat er straffen worden opgelegd die zo precies mogelijk passen bij de mate van schuld en verwijtbaarheid van de verdachte, bij de omstandigheden van het geval en, vooruit, waarbij ook enigszins rekening wordt gehouden met de ernst van de gevolgen en de impact die deze gevolgen hebben op de samenleving.
Maar de ernst van de gevolgen mag daarbij niet voorop staan, hoe moeilijk dat soms ook is te verkroppen.
Nico Kwakman
op 21 maart heeft de rechtbank Groningen in deze zaak vonnis gewezen: vrijspraak (zie hier)
Mooi! Zinvolle aanvulling/verdieping.
Mooi. Zinvolle aanvulling en verdieping.
“Maar de ernst van de gevolgen mag daarbij niet voorop staan, hoe moeilijk dat soms ook is te verkroppen.”
Hier ben ik het mee eens.
Wat mij wel verbaast is dat nauwelijks is gekeken naar het verleden van de betreffende bestuurder.
Rob schreef eerder dat hij (21 jaar!) al drie keer eerder betrokken was bij een ongeluk.
Een nader onderzoek betreffende (on)bekwaamheid of roekeloosheid lijkt mij op zijn plaats.
Natuurlijk kan het ook pech zijn, en niet gezegd is of de bestuurder schuld had aan die ongelukken.
Maar het blijft relevant, ook voor de strafmaat.
@Casaspider: Rob heeft ook geschreven dat daarbij niet duidelijk is gemaakt of hij daarbij schuld had, zoals je zelf als een terzijde opmerkt.. In het geval dat hij geen schuld had bij die eerdere ongevallen, hoezo is dat dan relevant voor het bepalen van de strafmaat in dit geval? Overigens waren het 2 eerdere ongevallen, niet 3.
De bijdrage van hr Kwakman is weer een mooie toevoeging en verdieping en leerzaam… helaas zal hij door het grootste deel van de mensen voor wie het nuttig is, niet gelezen worden.
@Ron: Los van het feit of de bestuurder wel of niet schuld had aan de twee eerdere incidenten is het in de regel wel zo dat daar waar een aanrijding plaatsvindt, er 1 partij schuld heeft, maar beide partijen een fout maken. Ik heb twintig jaar rijervaring, de helft daarvan in ontwikkelingslanden waar het verkeer aanzienlijk chaotischer en gevaarlijker is dan in nederland, en heb nog nooit een aanrijding of incident gehad – ook niet buiten mijn schuld – omdat ik altijd anticipeer op de mogelijke fouten die anderen kunnen maken. De jongeman in kwestie heeft in amper 3 jaar tijd al 2 eerdere aanrijdingen op zijn naam staan. In plaats van extra voorzichtig en oplettend te rijden, besloot deze jongeman dat hij zich nog wel wat extra nonchelance kon permitteren door zijn stoel stoer extra ver achterover te zetten. Dat kan hem wel degelijk kwalijk genomen worden en is mijns inziens weldegelijk relevant voor de strafmaat.
Zeer verhelderend, je weet dat het op die manier werkt maar het is toch moeilijk om meteen rationeel na te denken als je zo een nieuwsartikel leest.
Arno heeft het niet over de bobbels in de wegen in ontwikkelingslanden, die zijn snelheid verminderen. Hij heeft het over zijn anticipatie-techniek en nog nooit een ongeluk gehad. Laat die Arno vol gas geven over zijn bobbels en laten we dan Arno weer aan het woord.
Die Kwakman mag ook gas geven over onze goed verzorgde wegen. Geen bobbel gezien en ook niet gevoeld. Brave man die Kwakman. Hem valt niets te verwijten als hij toch ineens een bobbel tegenkomt. Nee dat had zelfs Kwakman niet verwacht.
Zeg, lekkeband, bazel niet zo.
@Arne,
Dat de stoel achterover niet handig is en een factor zou kunnen zijn bij het bepalen van de strafmaat ben ik niet met je oneens… maar dat staat dus helemaal los van de eerdere aanrijdingen. Als die jongeman daar inderdaad schuldig aan was, tja, dan zou het bepalend moeten zijn. Maar als dat niet zo was, dan dus niet. Feit is dat wij hier met z’n allen niet weten of die wel of niet zijn schuld waren.
Je opmerking dat daar waar een ongeval gebeurt, in de regel beide partijen een fout maken, is veel en veel te kort door de bocht. Neem maar het voorbeeld waarbij er (om welke reden dan ook) ineens stevig geremd moet worden, jij kan het nog net op tijd beremmen en staat stil zonder je voorganger te raken, maar je achterligger kan dat niet en knalt vol achterop bij jou. Hoezo maken beide partijen dan een fout?
Dat je nog nooit een aanrijding hebt gehad, valt te prijzen. Maar klop het wel even af, want het kan jou morgen ook zomaar gebeuren.. hoezeer je ook anticipeert (of denkt te anticiperen). Dat tonen de voorbeelden hier maar al te regelmatig aan.
Dee heeft ook zin om even flink vol gas te geven.
Met ‘lekkeband’ ben ik het oneens.
Arne scheurt niet over bobbels en heeft het rij-karakter van een ieder normaal mens. Niks mis mee.
‘Lekkeband’ doet voorkomen dat Kwakman zwiert? over onze wegen. Hij, Kwakman, geeft een inleiding in het nederlands recht. Een binnenkomertje voor eerstejaars-studenten. Niks mis mee. Zonder twijfel een uitnemende weggebruiker.
‘Lekkeband’ is een zwalker.
Goed idee Dee druk je pedaal nog es even in.
@Nico Kwakman,
Hartelijk dank voor je heldere en vooral leesbare uitleg. Volgens mij leg je in een paar woorden iets uit waar in een gemiddeld studieboek (gecharcheerd) 10 hoofdstukken aan worden gewijd.
@Nico:
“In het Oud-Germaanse recht kenden we de zogenaamde Erfolghaftung. Als iemand een ander schade had berokkend, of bijvoorbeeld de dood van een ander had veroorzaakt, hadden de naasten van het slachtoffer het recht de veroorzaker daarvoor bestraffen. Of hij er nu iets aan kon doen of niet. Het ging daarbij slechts om de ernst van de gevolgen die de verdachte (schuldig of niet) teweeg had gebracht. De dader werd in dat geval met gelijke munt betaald: oog om oog, tand om tand.”
Een tijdje geleden las ik ergens een artikel dat familie van een slachtoffer de dader mochten stenigen. Meende dat het Iran was. Lijkt erop dat bovengenoemde rechtsvorm tot op de dag van heden nog wel voorkomt.
Verdorie, verschijving, gechargeerd natuurlijk.
In afwachting van moderatie? Hoezo? Moeten de moderatoren uit hun winterslaap komen? Het is al dagen dat dit duurt. Moeten de marmotten dit doen?
Maak hun niet te vroeg wakker. Daar kunnen die beestjes niet tegen.
Trouwens hier houdt men er ook niet van wakker gemaakt te worden.
Stressgevoeligheid en weinig krédit.
Weinig souplesse.
Ik zou het niet leuk vinden te moeten zoeken in mijn documentatie om vooral geen woord verkeerd te zeggen en al stotterend een amen in de bladeren te zoeken, als ook nog de microfoon te laag staat.
Wat een stress.
En dat om een woord dat verkeerd valt.
Neem het me niet kwalijk.
@Jacob,
ik neem je in ieder geval tot nu toe niets kwalijk 😉
Pingback: Twee spelende meisjes [2] « ZITTINGSZAAL 14
Pingback: Twee spelende meisjes [4] | ZITTINGSZAAL 14
Pingback: Wordt de rol van het slachtoffer wel te groot? « Een roepende in de woestijn