Das Auto

Marko heeft een heel klein kerstballetje aan de linker wenkbrauw hangen.
Maar erger is, volgens het openbaar ministerie, dat de 23-jarige Marko een kort lontje heeft.
De reclassering zou daar eens naar moeten kijken en er een reclasseringsrapport over moeten schrijven, zegt de officier van justitie.
Want de officier van justitie maakt zich zorgen over Marko’s toekomst.
Zij bedoelt hiermee dat ze bang is dat Marko in die toekomst nog meer misdaden gaat plegen.

Wanneer de rechters geen behoefte hebben aan een voorlichtingsrapport van de reclassering, dan moet Marko’s toekomst de komende anderhalf jaar de gevangenis zijn, zo luidt het eerste deel van de strafeis: 24 maanden gevangenisstraf waarvan zes voorwaardelijk.

Het tweede deel van de eis moet volgen zodra Marko zijn vrijheidsstraf er op heeft zitten: dan wacht hem een jaar lang een rijontzegging.
Dan mag hij een jaar lang geen auto rijden.
En de auto waarin hij reed, waarmee hij ook zijn misdaden pleegde, moet verbeurd worden verklaard.

Marko is gek op autorijden en dan in het bijzonder in VW Golfjes.
Volkswagens zijn de beste auto’s die er bestaan, vindt hij.
Dat vindt hij zo erg dat hij het zelfs in zijn hals heeft laten tatoeëren.
Er staat daar een heel verhaal, maar wat ik kan lezen is: ‘Volkswagen is the best’.

Marko zelf is geen lezer.
Zo leest hij geen post.
Zo kwam het dat hij nooit heeft geweten dat de reclassering met hem wilde praten.

Mogelijk als gevolg van dat vermeende korte lontje moet Marko terechtstaan voor een poging tot doodslag, voor afpersing, diefstal, vernieling en voor bedreiging van een politieagent.

De bedreiging van de politieagent met enig misdrijf tegen het leven gericht bestond uit de woorden: ‘Ik weet nu waar je woont.’
Marko was boos en op het politiebureau om wat spullen uit zijn in beslag genomen auto te halen.
Jawel, de hoofdagent was toen echt bang geworden.

Dat komt vanwege de reputatie van Marko.
Die is niet best als je niet aan zijn kant staat.
Tenminste, dat wordt gezegd.
Gezegd wordt dat je met Marko maar beter geen ruzie kunt krijgen.
Niet met Marko, maar ook niet met zijn familie.

De officier van justitie: ‘Marko pakt wat ie pakken kan en wie hem niet aanstaat, daar gaat hij met zijn auto achter aan. En wie aangifte tegen hem doet, wordt te grazen genomen.’
Marko mompelt dat dat allemaal best meevalt.
En dat hij met iedereen die aangifte tegen hem heeft gedaan, weer een goed contact heeft.
Dus wat nou?

Zijn vriendin was weggelopen en ergens anders gaan wonen, ergens in een appartementencomplex.
Dat beviel Marko niets (‘allemaal alcoholisten daar’) en dus reed hij daar in zijn blauwe Golf vaak, hard en luid toeterend langs.
Marko: ‘Ach, beetje uitdagen, beetje schrik aanjagen.’
Rechters: ‘Beetje schrik aanjagen? U was strontvervelend.’

Hij had er al een paar keer met vuurwerk, met strijkers, gegooid.
En met verfbommetjes tegen geparkeerde auto’s.
Verfbommetjes op waterbasis, dat dan weer wel.

De bewoners van het appartementencomplex waren het na een tijdje zat en een van hen besloot een beveiligingscamera aan de gevel te hangen.
Maar juist op het moment hij dat deed, staande op de ladder, twee meter hoog, kwam Marko aangescheurd.
Hij stopte, keerde om, reed achteruit, zo tegen de ladder aan.
Het openbaar ministerie: een voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon van het leven te beroven, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.
De man op de ladder leeft nog.

Marko zegt dat hij de ladder niet heeft geraakt.
Getuigen zeggen van wel.
Een getuige die alles zag, weet het niet zeker.

In 2008 had Marko een auto aan een kennis verkocht.
Hij had er een brommer en 200 euro voor gekregen.
Dat wil zeggen, zegt hij, dat hij die 200 euro nooit heeft ontvangen.
De koper zegt van wel en diens moeder die getuige was van de deal ook.
Vier briefjes van vijftig had ze gezien.
Bijna twee jaar lang zat Marko de koper achter de broek aan.
Hij eiste 100 euro.

Rechters: ‘Het ging toch om 200?’
Marko: ‘Ik nam genoegen met 100. Dan heb je nog wat. Beter iets dan niets.’

Steeds als Marko de man tegenkwam, was die aan de beurt.
Dan vielen er klappen, werd er geschopt, moest een scooter er aan geloven, reed Marko met hoge snelheid op de man in om steeds net op tijd te stoppen.
De koper heeft twee jaar lang in doodsangst geleefd, zegt de officier van justitie.
De vrienden van de koper: ‘En wij waren te bang iets te doen.’

Eenmaal deed de koper aangifte en dat kwam hem op een afranseling te staan achter de C1000.
De officier van justitie zegt dat Marko het oogmerk heeft gehad zich wederrechtelijk te bevoordelen door met geweld en/of bedreiging met geweld een persoon te dwingen tot afgifte van 100 euro.
Afpersing.

Op een dag liep Marko door de Begoniastraat waar een auto stond met daarin een autoradio en een navigatiesysteem. Omdat de auto niet was afgesloten had hij het spul maar meegenomen en in zijn eigen auto ingebouwd.
Volgens de eigenaar – die 1035 euro wil hebben – was de auto wel afgesloten, hoe anders de beschadiging aan het slot?
Marko wijst naar achteren, naar een man op de publieke tribune: ‘Alleen met hem daar heb ik nog geen goed contact.’
‘Hem daar’ is de eigenaar van de gekraakte auto.

Hij vernielde met een mes een bank omdat een ruzie met zijn ex-ex wat uit de hand was gelopen.
Marko: ‘Klopt wel.’

Tot slot die bedreiging tegen het leven gericht aan het adres van de bange hoofdagent.
Bij nader inzien vraagt de officier van justitie op dit punt om een vrijspraak.
Toen Marko zei te weten waar de agent woont, had dat wel heel bedreigend geklonken, maar het is geen ‘strafbare bedreiging’, concludeert de officier van justitie.

Dat vindt ook de advocaat: ‘Het maatschappelijk betamelijke is niet overschreden.’
Voor het overige, zegt de advocaat: ‘Doe een werkstraf, een paar maanden voorwaardelijk er desnoods bij.’

Maar de officier van justitie wil dat de rechters de strafzaak tegen Marko aanhouden om de reclassering de tijd te geven hem eens nader te bekijken.
Want misschien kan Marko wel wat hulp gebruiken.

Rechters: ‘Wat vindt u er nou van, van dit alles?’
Marko: ‘Dom’.
Rechters: ‘U komt onverschillig over.’
Marko knikt, terwijl hij met beide handen onophoudelijk friemelt aan zijn petje.
Hij zegt dat hij wel hulp zou willen, een heel klein beetje hulp.
‘Voor werk en zo.’

Rechters: ‘En u wilt wel contact met de reclassering?’
Marko: ‘Zeker weten.’
Rechters: ‘En wat wilt u dan?’
Marko, heel zachtjes, alsof hij zich er voor schaamt: ‘Beetje praten.’
Rechters: ‘Omdat u in de toekomst geen strafbare feiten meer wilt plegen?’
Marko knikt.

De schrik van Stadskanaal lijkt ineens een gewone jongen van 23 jaar te zijn geworden.
Hij zegt dat hij zijn leven wil beteren, ook al omdat hij sinds kort weer een goed contact heeft met zijn moeder.

Rob Zijlstra

.

 

UPDATE – 18 juli 2011 – uitspraak
De rechtbank heeft geen behoefte aan een rapport van de reclassering. Marko is veroordeeld wegens een poging tot zware mishandeling, afpersing en vernieling.  Hij moet 18 maanden zitten en mag daarna een jaar lang geen motorrijtuigen besturen. De VW Golf die in beslag is genomen, krijgt hij ook niet terug.

4 gedachtes over “Das Auto

  1. Het is echt doodeng. Iemand doet aangifte, de politie kent deze persoon en zijn gewelddadig karakter. Degene die aangifte heeft gedaan kan desondanks gewoon afgeranseld worden. En de dader komt er wellicht af met een werkstrafje en wat maanden voorwaardelijk, in het ergste geval met een jaartje netto. Terwijl uit alles duidelijk is dat dit niet zijn eerste kans is om zijn leven te beteren. Tegen zo iemand zou de maatschappij heel erg lang beschermd moeten worden, minstens een jaar of vijf. Al was het maar om de indruk weg te nemen dat je door het gebruik van voldoende geweld de wereld naar jouw pijpen kunt laten dansen.

  2. Pingback: Hebberigheid | ZITTINGSZAAL 14

Plaats een reactie