De misdaad speelt zich voor een groot deel af op straat of in huizen aan de straten.
De misdaad in de rechtszaal is de juridische vertaling.
Ton (33) en Tanja (29) zouden op straat een vuile rotstreek hebben uitgehaald.
In de rechtszaal heet het dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan een diefstal met geweld.
Dan wel afpersing.
Straatroof.
Ton en Tanja zijn tortelduifjes.
In hun hoofden zijn ze altijd samen en onafscheidelijk.
In het echt zit Tanja in het Intramuraal Motivatie Centrum (IMC) in Eelde, ter voorbereiding op een verblijf in een afkickkliniek.
Ton zit vast in de bajes van Ter Apel.
Ze treffen elkaar in de verdachtenbank van zittingszaal 14.
Bij binnenkomst is Ton zijn politiebewakers net even te snel af en weet hij Tanja een snel kusje te geven.
Tijdens de zitting werpt hij af en toe lieve blikken in haar richting.
Hoewel tot over de oren verliefd, zijn Ton en Tanja geen lieverdjes.
Ze leven op straat.
Daar zwerven ze doorheen en slapen er ook als er geen geld is voor de opvang.
Als er wel geld is, of een beetje over, kopen ze drugs.
De derde persoon in dit verhaal is de man uit Assen.
In de rechtszaal is hij niet aanwezig.
Hij zit misschien wel als een brave huisman thuis in Peelo of Pittelo.
Wat hij beweert strookt niet met wat Ton en Tanja zeggen.
De tortelduiven zeggen dat het heel anders is gegaan.
Tanja zegt tegen de rechters dat ze er nog steeds erg van in de war is wat die man haar heeft aangedaan.
Het gebeurde op maandag 6 juni dit jaar.
Het was toen niet koud, maar nog wel heel vroeg in de ochtend en Tanja was er met haar 40 kilo niet al te best aan toe.
Samen met Ton had ze heel de dag ziek door ook onze straten gescharreld, behoorlijk boos omdat ze bij de opvang was weggestuurd.
Tanja had zich aangemeld voor de ziekenboeg, maar ze had geen 17,50 euro die dag om de opname te bekostigen.
Het werd die dag vijf uur ’s ochtends.
Op dat moment kwam bij de politie een melding binnen van een man.
Van de man.
Hij zei dat hij was beroofd.
Door een man en een vrouw.
Hij vertelde dat hij op stap was geweest en toen in het café de vaatdoek over de tapkraan ging, moest ook hij vertrekken.
Zijn plan was om de eerste trein naar Assen te nemen, omdat hij daar woont.
Maar de eerste trein naar de Drentse hoofdstad liet nog even op zich wachten.
Daarom maakte hij nog een wandelingetje.
In de omgeving van de rosse buurt van Groningen, zo vertelde de Drentse man aan de politie, werd hij aangesproken door een vrouw.
De vrouw zei: ‘Help.’
Hij was toen met haar meegegaan om te helpen.
Toen ze samen op een afgelegen plekje kwamen, was hulp ineens niet nodig.
Sterker nog: de vrouw was plots met haar hulpvraag verdwenen.
In plaats daarvan dook een man op die hem bedreigde, ook met iets scherps en hem vervolgens beroofde.
Zo raakte de man uit Assen zijn geld – drie biljetten van 50 euro en eentje van 20 – kwijt en ook wat pasjes en een strippenkaart.
Hij belde – help – de politie.
Agenten kwamen, samen gingen ze rondjes rijden en zo konden Ton en Tanja worden opgepakt.
Ton en Tanja hebben een andere lezing.
Tanja vertelt in de rechtszaal dat zij werd aangesproken door een man die in de vroege ochtend vroeg of zij aan het werk was en dat hij seks wilde.
Tanja wilde hem wel een handje helpen.
Samen liepen ze naar een afgelegen plek.
En daar vergreep de man zich aan haar.
Hij wilde haar verkrachten en deed dat daartoe ook verwoede pogingen.
Gelukkig was de onafscheidelijke Ton in de buurt.
Die zegt tegen de rechters: ‘Ik zag dat die man bovenop haar lag. Ik schrok natuurlijk. Ik heb hem weggeduwd. Ja, en misschien heb ik hem ook wel een klap gegeven. Tanja was zo vreselijk overstuur, ze was in paniek, ze huilde.’
Het gebeurde op straat, maar in de rechtszaal moet de waarheid worden gevonden.
Dat Ton en Tanja wel eens vaker rottigheid hebben uitgehaald, is bekend.
Van de man die die vroege ochtend het café moest verlaten, de trein wilde halen maar nog wat tijd te doden had, weten we niets.
Ja, dat hij 255 euro en 75 eurocent schadevergoeding wil hebben.
De officier van justitie weet zeker dat Ton en Tanja een rotstreek hebben uitgehaald en dat de man uit Assen in deze geschiedenis het slachtoffer is.
Ton en Tanja hadden die dag immers geen geld, niet eens 17,50 euro voor de ziekenboeg.
Maar in de broekzak van Ton zaten bij zijn aanhouding wel twee briefjes van 50 euro, eentje van twintig en een strippenkaart.
Hij zegt: ‘Dat geld had ik die avond van mijn moeder gekregen.’
De rechters: ‘Uw moeder heeft een uitkering.’
Ton: ‘Maar het is wel mijn moeder.’
En de strippenkaart?
Ton: ‘Van mij.’
Soms reizen hij en Tanja samen een stukje met de bus door de stad.
De officier van justitie: ‘Dat zeggen ze, maar dat is dus niet zo.’
De politie had de stempels op de strippenkaart bestudeerd en er een deskundige van het vervoersbedrijf bijgehaald.
De deskundige: het zijn stempels van busreizen van Assen naar Zuidlaren.
Dat kun je zien aan de codes.
De man uit Assen werkt in Zuidlaren.
Wettig en overtuigend, meent de aanklager.
Ton hoort anderhalf jaar celstraf eisen, waarvan twee maanden voorwaardelijk.
Diefstal met geweld.
Dan wel afpersing.
Straatroof.
Tanja, als medeplichtige 21 dagen.
Dat is de tijd die ze in voorarrest heeft gezeten.
Daarnaast moet ze een taakstraf van 100 uur uitvoeren.
Ook moet er een stok achter de deur komen in de vorm van zes weken voorwaardelijke celstraf.
Met Tanja gaat het qua kilo’s weer wat beter.
Ze wil, net als Ton, graag afkicken.
Ton wil dat, net als Tanja, al jaren.
Daarna willen ze samen in een huisje wonen.
Ze hebben wel een voorwaarde: ze willen samen de kliniek in, om het samen te doen.
De hulpverlening wil daar niet aan.
Ton en Tanja: ‘Waarom wordt het ons niet gegund het samen te doen?’
De hulpverlening: ‘Ze trekken elkaar naar beneden.’
De kans is reëel dat Ton en Tanja het een tijdje zonder elkaar moeten doen.
Ondertussen wachten ze het besluit af van het openbaar ministerie.
Tanja heeft aangifte gedaan van verkrachting.
De officier van justitie: ‘Die zaak is in onderzoek.’
Rob Zijlstra
UPDATE – 26 september 2011 – uitspraken
De rechtbank heeft vervroegd uitspraak gedaan. Tanja is vrijgesproken en Ton is alleen veroordeeld wegens een eenvoudige mishandeling, vrijspraak dus voor de diefstal met geweld. Veel van de verdenkingen berusten op een bron: de aangever, het slachtoffer. Onvoldoende, meent de rechtbank. Ook de strippenkaart kan niet overtuigen en is het geld dat bij Ton is aangetroffen is een ander bedrag dan van het slachtoffer is gestolen. Ton kreeg drie maanden celstraf. Omdat hij die al heeft uitgezeten, mocht hij vandaag naar huis.
Dank je wel, zei Tanja. Ton vroeg de rechter die het nieuws wereldkundig maakte, of die zo snel mogelijk de gevangenis wilde inlichten.
De rechter: ‘Daar ga ik niet over.’
Prachtige beschrijving van de wereld van de kleine criminaliteit, het trieste leven aan de onderkant, waar de daders vaak ook slachtoffer zijn.