De bolero

tweets van de officier van justitie

De wetten van het strafrecht zijn eigenlijk heel logisch.
Wie zonder toestemming iets wegneemt wat een ander toebehoort, die steelt.
Wie in de supermarkt een pak melk leegdrinkt, maakt zich schuldig aan verduistering.
Maar het blijft diefstal.
Ook moord is diefstal, want levensberoving.

Elke misdaad is een variant op het thema diefstal.
Tikkeltje lastiger wordt het wanneer de liefde om de hoek komt kijken.
De schoonheid van de liefde is in ontelbare liedjes bezongen, maar in de rechtszaal is de liefde vaak bron van doffe ellende.

Recent nog.
De gehuwde man die met zijn leukste collega na een uitje in haar bed belandde en onder gezamenlijke invloed van cocaïne de liefde bedreven, werd vrijgesproken van verkrachting.
De rechters menen dat hij, toen puntje bij paaltje kwam, haar nee-niet-doen-signalen te laat heeft ontvangen.
Gehuwde man kreeg geen achttien maanden celstraf zoals was geëist, maar werd vrijgesproken.
Deze week zat Gerard als verdachte in zittingszaal 14.
Ina zat achterin de rechtszaal.
Allebei zijn academisch geschoold.
Heel lang kenden ze elkaar niet, maar op een dag kruisen hun levens elkaar.

Ina is getrouwd, heeft vijf kinderen, maar zit niet lekker in haar vel.
Na een huwelijk van drie jaar moet de relatietherapeut er aan te pas komen.
Ina raakt al snel erg aan hem gehecht, wat nou juist niet de bedoeling is.
Op de muziekles, om haar zinnen wat te verzetten, was het ook al uit de hand gelopen.
Lag ze opeens de bolero te rollebollen met de leraar.
Was ook niet de bedoeling.

Om dichter bij haar gevoel te komen, besluit ze een studie psychologie te volgen.
Haar probleem: ze kan haar grenzen niet aangeven.
Tijdens de opleiding krijgt ze, misschien wel daarom, het advies om zelf in therapie te gaan.
De adviseur adviseert: neem Gerard.

Dat doet Ina.

Er volgen zeven sessies op de bank, in Gerard’s praktijk aan huis.
Hij zal er maar vier in rekening brengen.
Gerard tegen de rechters: ‘Na vier sessies heb ik de therapie beëindigd.’

Gerard was verliefd op Ina geworden en hij wist dat dat als therapeut not done is.
Een therapeut blijft hoe dan ook van zijn cliënt af.
Beroepsethiek.
Ook hartstikke logisch.

Maar Ina bleef wel komen.
Dan belde ze en wilde ze met hem wandelen in het bos, nam ze gezellig ook de kinderen mee.
Rechters: ‘Maar daar bent u nooit op ingegaan.
Gerard: ‘’Nee. Met haar kinderen, bracht ze haar privé mee, dat wilde ik niet. Ze nodigde me ook uit om mee te gaan naar filosofische avonden in Groningen. Heb ik ook nooit gedaan.’

Maar ze kwam ook spontaan.
Alleen, zonder privé.
En dan waren er geen grenzen, dan wel waren die zoek.
Dan vreeën ze zoals ze wilden.

Dit alles speelde zich af in het najaar van 2006.
Rond kerst van dat jaar stuurde Ina hem nog een kaartje en was er nog wat e-mailcontact.
Daarna verwaterde de liefde.
Gerard vervolgde zijn praktijk voor persoonlijke ontwikkeling en Ina zette haar studie in die richting voort.

Zo verstrijken drie jaren tot het oktober 2009 wordt.
Ina bezoekt een congres en raakt in gesprek met de man die destijds had geadviseerd om Gerard te nemen.
Ina vertelt hoe haar dat was vergaan.
De adviseurs zegt: ‘Maar joh, dan ben je een slachtoffer, dan moet je aangifte doen.’
Ina: ‘Jeetjemina, je hebt gelijk.’
Adviseur: ‘Logisch.’

Een paar weken later, op 12 november 2009, doet Ina aangifte bij de politie.
Misschien dacht de aangifte-agent(e) er het zijne of hare van, want voortvarend wordt de aangereikte misdaad niet opgepakt.
Het zal nog een jaar duren voordat Gerard bij de politie moet komen, in oktober 2010.
Hij hoort dat er elf maanden geleden aangifte tegen hem is gedaan.
Weer een jaar later zit Gerard tegenover zijn rechters.
Dat was deze week.
De rechters vragen: ‘Wat dacht u, toen u bij de politie zat?’
Gerard zegt: ‘Ik was verbouwereerd.’

Gerard geeft toe: er was seks, maar pas nadat de therapie was beëindigd.
Achteraf, niet goed, inderdaad not done, maar toen, toen zij maar spontaan op eigen initiatief grenzeloos steeds langskwam , tja, nee, achteraf, niet goed, zij het dat toen het gebeurde er dus geen sprake meer was van een therapeut-cliënt-relatie.

De officier van justitie: artikel 249, lid 2, sub 3, Wetboek van strafrecht.
Vrij vertaald: een therapeut blijft hoe dan ook met zijn poten af van een aan hem toevertrouwde cliënt, ook als cliënt daar grenzeloos anders over denkt.
Dat is logisch, omdat er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie.
De therapeut die deze ethiek, dit strafbaar gestelde feit, aan de laars lapt, kan maximaal zes jaar celstraf krijgen.

De officier van justitie: ‘Alleen voor de arts die zijn eigen vrouw behandelt, maken we graag een uitzondering. Maar deze verdachte, die hier met droge ogen zegt dat er sprake was van een gelijkwaardige relatie, had als professional scherper zijn grenzen moeten trekken.’

De advocaat werpt tegen dat slachtoffer Ina heeft aangegeven dat ze dacht dat seks met haar therapeut goed zou zijn voor haar eigen ontwikkeling.
En dat vrijwilligheid het tegenovergestelde is van afhankelijkheid.
De advocaat zegt dat als Ina na die vierde sessie niet zelf contact had gezocht, ‘wij hier vandaag niet hadden gezeten’.

Gerard moet dus worden vrijgesproken.

Officier van justitie: ‘Niks daar van. Het tegenovergestelde van vrijwilligheid is dwang. Niet afhankelijkheid.’

Gerard zat er deze week, vijf jaar na dato, twee jaar na de aangifte en een dertien maanden na het eerste verhoor bij de politie nog steeds verbouwereerd bij.

De officier van justitie wil dat de rechters hem een tijdje uit de samenleving verwijderen, middels tien maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
En na de gevangenisstraf, mag hij twee jaar lang zijn beroep niet uitoefenen.
Daarnaast heeft Ina smartengeld gevraagd, want de therapie is mislukt en is zij nog steeds zoekende naar een verbinding tussen haar grenzeloosheid en haar gevoel.
Ze claimt 5.000 euro.
De officier van justitie: ‘En dat is niks te veel.’

De rechters vertellen op 5 december wat in deze kwestie logisch is en wat niet.

Rob Zijlstra

• artikel 249, lid 2, sub 3, Wetboek van strafrecht

 

UPDATE – 5 december 2011 – uitspraak
De rechtbank heeft Gerard vrijgesproken. Toen de relatie begon, was de behandeling beeindigd. Een behandeling bovendien die maar korte tijd – vier sessies – heeft geduurd. De therapeut heeft gezegd van mening te zijn dat er sprake was van een gelijkwaardige relatie daar Ina een heldere en intelligente vrouw is. De afhankelijkheid – therapeut/client – is niet van invloed geweest op de relatie. Dat Ina dit achteaf anders heeft beleefd, doet daar niet aan af, aldus de rechtbank.

HET VONNIS (volgt zodra is vrijgegeven)

 

UPDATE – 19 december 2011 – hoger beroep
Het openbaar ministerie heeft vandaag getwitterd tegen het vonnis van de rechtbank beroep aan te tekenen bij het gerechtshof in Leeuwarden.

8 gedachtes over “De bolero

  1. Ik doe dit keer mijn nickname geen eer aan. Hoe meer ik er over nadenk hoe grondiger ik een hekel krijg aan de hier beschreven Ina. Het artikel 249, lid 2, sub 3 zegt (vrije vertaling) macht en seks gaan niet samen. Als client zit je in een afhankelijkheidsrelatie met je therapeut, dus macht….
    (sarcasmemodus aan: Ja hoor, na vier sessies ben je een compleet willoos overgeleverd)
    Het is goed dat art 249 enz er is. Meestal is het de client die warme gevoelens ontwikkelt voor de therapeut, zo iemand die het begrijpt. Komt daar seks bij dan wordt die afhankelijkheid in kwadraat vergroot. Dan ga je niet op de goeie manier lekker in je vel voelen.

    Waar ik vooringenomen in ben is wie nu de “macht” had. Er zijn mannen en vrouwen die er een enorme kick van krijgen “dat ze iedereen die ze maar willen in bed kunnen krijgen”. Gehechtheid? ammehoela, afhankelijkheid? pfffff.
    Een deel van de “grenzeloze” dames weet heel goed hoe ze verleidingstactieken in moeten zetten. Naar het schijnt is het heel gemakkelijk om op bijv. een borderliner verliefd te worden, dat is vanaf het eerste moment een emotionele achtbaan. Ronald Giphart heeft daar een mooi boek over geschreven: “ik ook van jou”. Stom van Gerard dat hij daarvoor blind is geweest. Vreemd van die adviseur om Ina een mannelijke therapeut te adviseren. Ik denk dat die relatietherapeut Ina’s afhankelijkheid ( de manier waarop ze haar controlebehoefte beantwoordt wil zien) nog het beste in de smiezen had.

    Ina doet na jaren aangifte. En vraagt ook smartengeld. De taaldiscussie afhankelijk versus vrijwillig en vrijwillig versus dwang leidt in mijn ogen tot niets. Van dwang is geen sprake geweest. Je kunt een therapeut niet aanrekenen dat de therapie is mislukt. Ina heeft seks gehad, Ina vraagt nu geld. Als je iets van trots in je donder hebt dan weiger je welk bedrag dan ook. Er is een werkveld waar grenzeloze dames van hun talenten een bron van inkomsten hebben gemaakt. Met alle respect, die vrouwen zullen weigeren om in de rol van slachtoffer te kruipen. En Ina? die zou na haar studie heel goed het verschil moeten kennen.

  2. Ik moet helaas stellen dat de mening van de verslaggever enigszins door het verhaal heen schemert. Er wordt een gevoel gekweekt dat Ina niet ter goede trouw is, dan wel veel te gemakkelijk haar eigen verantwoordelijkheid afschuift. Dit soort zaken zijn NOOIT eenvoudig. Dat Ina pas na een paar jaar aangifte doet is in dit soort gevallen vrij normaal. Zolang de klachten intensief blijven voortduren, dan komt het er doorgaans niet van. Pas als de mist enigszins is opgetrokken, dan evalueert men zelf en trekt men pas bepaalde conclusies. Eén ding kan ik wel stellen: die therapeut kan zich er in ieder geval niet van afmaken met het argument dat de therapie was afgelopen, want zover ik kan nagaan hebben de escapades allemaal plaatsgevonden vlak na de therapie. Not done, ook al ben je verliefd. Je kan je beroepsethiek niet simpelweg opzij zetten op het moment dat deze wordt beproefd, juist dan komt de ethiek kijken. Anders is het enkel een hol begrip. Kort samengevat: Ik durf nog niet meteen Ina in het verdomhoekje te zetten. Wat ik echter wel vind: deze zaak hoort niet voor een strafrechter, is er in die branche geen tuchtcollege?

  3. Wat ik de moeite waard vind om te weten of er een tuchtklacht is ingediend?

    Nu is het natuurlijk belangrijk dat mensen in een afhankelijke relatie (bv met een therapeut) beschermd worden maar toch heb ik er altijd wat moeite mee als volwassen, hoogopgeleide mensen als volledig willoze en weerloze slachtoffers neergezet worden.

  4. Artikel 249
    2.
    Met dezelfde straf wordt gestraft:
    3°. degene die, werkzaam in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg, ontucht pleegt met iemand die zich als patiënt of cliënt aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd.

    Vrijspraak.

    Verliefd worden kan iedereen overkomen; deze man heeft duidelijk zijn positie als hulpverlener opgegeven toen hij bij zichzelf ontdekte dat er sprake was van wederkerigheid qua aantrekkingskracht op elkaar.

    Art. 249 lid 2 sub 3 stelt geen minimum-termijn aan het “afstand nemen van de situatie”. Had dat wel zo geweest, dan had iedereen meer duidelijkheid. Want het gaat hier om twee ruim volwassen mensen (wat hun kalenderleeftijd betreft). Je kunt dat artikel dus m.i. op 2 manieren uitleggen. In het meest extreme geval mag een beroepshulpverlener dan zijn/haar hele leven lang, nooit meer een relatie aangaan met iemand die ooit cliënt is geweest. Aan de andere kant van het spectrum, bevindt zich de mogelijkheid dat de therapeut – zich bewust van de valkuil, de “overdracht” en het risico dat een cliënt verliefd wordt – zich terugtrekt als therapeut en dan meent te voldoen aan de eisen die de wet hem oplegt.

    Wat tegen Gerard pleit, is echter wel dat de vrouw juist vanwege problemen met grenzen stellen in therapie was gegaan. Regelmatige intervisie, zodat Gerard een open kanaal had naar een collega om daar de situatie mee door te praten en advies te krijgen, is wat ik in het verhaal mis.

    Verder zou ik niet op “vrijspraak” komen als Ina een echt (jonge) onervaren vrouw had geweest. Maar met vijf kinderen, een huwelijk van drie jaar en daarna de motivatie om uitgerekend psychologie te gaan studeren, plus al haar andere gerollebol met mannen, is het me te goedkoop en oppervlakkig om – húpsakee! – het idee dat haar in oktober 2009 wordt aangereikt (aangifte doen), ook maar op te volgen. Met het ogenschijnlijke gemak waarmee massa’s andere doelloze vrouwen zich aanmelden voor een cursus aquarelleren, creatief schrijven, quilten of noem maar op: meteen nadat iemand ze verteld heeft dat ze dát vooral moeten gaan doen. Dat rechtvaardigt hier m.i. niet echt de eis van het OM en Ina’s financiële claim.

    Het blijft altijd glad ijs, dit hele onderwerp. Ik meen dat het Freud was die voor het eerst “de overdracht” beschreef, en ervoor waarschuwde. Dat heeft in wijde kring geresulteerd in een beroepshouding die de psycholoog, analyticus, therapeut voorschreef om niets tot zomin mogelijk over zichzelf te laten weten tijdens sessies met cliënten – alles m/v – gedurende het hele behandeltraject. Het is zo erg geweest dat de cliënt die geacht werd z’n hele ziel en zaligheid, gedachten en fantasieën op tafel te blijven leggen, aan z’n eigen therapeut niet eens mocht vragen of die bijvoorbeeld zelf kinderen had. Of die getrouwd was. Of hij (of zij) een huisdier had, van wandelen hield, weleens ging skiën. Not kidding!
    Peter Lomas, zelf psychotherapeut, bracht eea 40 jaar geleden tot het publiceren van een werkje dat in ons land werd uitgegeven onder de titel “De therapeutische ontmoeting”. Er staat nog altijd een exemplaar in m’n boekenkast. Lomas pleitte voor een veel gelijkwaardiger relatie tussen therapeut en cliënt, pleitte voor een therapeut die zich niet bleef verschuilen achter rigide regeltjes die de cliënt als medemens met een hulpvraag, toch uiteindelijk flink in de kou lieten staan. Over Lomas (1923-2010) heeft The Guardian nog een mooie obituary online staan.

    Het wetboek stelt geen termijn qua beëindigen afhankelijkheidsrelatie. Dus indien geen vrijspraak, dan toch een aanzienlijk mildere straf.

  5. Van Twitter.com eerder vandaag

    OvJOMNoordNL Officieren OMNoordNL
    Gr: Therapeut vrijgesproken van ontucht met zijn patiënt. Eerst vonnis maar eens goed lezen, dan beslissen of ik in hoger beroep ga.

    Tsja… Dan zal ik ondertussen nog even blijven duimen voor deze therapeut.

    Net als met de nieuwe column op dit weblog vandaag (“Piepende Systemen”), wetgeving tégen het maar raak doen met vrouwen – door mannen – is goed. Handhaving ook. Maar (had zelf ook wel een paar van zulke ervaringen in het verleden) : we moeten niet willen dóórschieten!

    De Ina van “de bolero” is een vrouw van de wereld. De twee vrouwen uit het Groningse uitgaansleven in “piepende systemen”, zijn dat naar mijn indruk hier, ook. Die twee laatsten deden géén aangifte. Desondanks werd hun dronken (ladderzatte) “groper” vandaag voor een meervoudige strafkamer gebracht zonder dat hem allereerst gewoon een boete was opgelegd door het OM.

    Een béétje (jonge) vrouw die met een dronkeman te maken krijgt die z’n handen niet thuishoudt, weet genoeg. Maken dat je wegkomt, eventueel. Maar verder is ie immers toch totaal niet toerekeningsvatbaar. Dus had dat dan aangepakt, OM Groningen, openbare dronkenschap!

    Waar ik ontiegelijk de pest over in heb, al jaren, is dat we met z’n allen hebben bereikt dat wetgeving die an sich goed is om meisjes en vrouwen te beschermen tegen seksuele intimidatie door mannen, er toe geleid heeft dat vrijwel geen enkele mannelijke docent of hulpverlener nog een arm durft te slaan om een leerling of cliënt (m/v !!!) die daar op dat moment echt mee getroost zou kunnen worden. Getroost, meer niet. Stukje menselijkheid en empathie tonen, meer niet. Door iemand die vanwege z’n beroep sowieso al geacht wordt het goed met je te menen.

    Arm Nederland.

    Boléro de Maurice Ravel ~ youtube link

    .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s