Koert vindt dat hij straf heeft verdiend.
Ja, ook gevangenisstraf.
Maar zo veel als de officier van justitie zojuist voorstelde, is misschien iets te veel van het goede, oppert hij.
De man die hem al jaren kent, zegt dat Koert een aardige jongen is.
De man zegt: ’t Is me d’r eentje.’
De reclassering: ‘Koert is een abnormale jongen met normale trekjes of hij is een normale jongen met abnormale trekjes. Het is moeilijk in te schatten.’
Koert is 18 jaar.
Het is dat hij nu in de gevangenis zit, maar anders heeft hij niets om in te wonen.
Zijn ouders waren vooral met de fles in de weer, waardoor hij als kind met grote regelmaat uit huis werd geplaatst.
Dat heeft sporen nagelaten.
Koert tegen de rechters: ‘Ik ben geen doorzetter.’
En: ‘Ik blow ook heel erg veel.’
De rechters tegen Koert: ‘Wij lezen dat je wel wilt, dat je ook zelf naar oplossingen zoekt, maar dat je niet in staat bent die oplossing vast te houden.’
Koert beaamt dat.
Reclassering: ‘Alles wat langer duurt dan drie, vier weken, vindt hij moeilijk.’
Ondanks zijn jeugdige leeftijd is hij al vijf keer veroordeeld, door kinderrechters.
Nu hij volwassen is, zit hij in de echte gevangenis tegenover rechters voor de grote mensen.
Zijn advocaat: ‘Ja, had hij de overval maar vier weken eerder gepleegd, dan hadden we niet hier gezeten, maar opnieuw bij de kinderrechter. En dat maakt een groot verschil, ook omdat Koert eigenlijk nog steeds een kind is.’
Kind Koert had geld gepikt van zijn vader.
Vader boos.
Koert begreep dat wel, maar ja als je heel erg veel blowt, heb je evenredig veel geld nodig.
En het zat hem toch al tegen.
Hij was een tijdje meegereisd met de kermis, maar dat werd met al dat nachtwerk een beetje te gek, vertelt hij.
‘Niet hygiënisch ook, je kon nooit douchen.’
Hij nam ontslag en belandde in een callcenter (‘heel leuk, was ik ook goed in’), maar toen overleed opa.
Hij ging nog meer blowen en toen pikte hij dus dat geld van zijn vader.
En die was zo boos geweest dat hij zoonlief op straat had gezet.
Koert: ‘Ik zou op straat moeten slapen, moeten eten uit vuilnisbakken. Dat zag ik dus niet zitten. Daarom heb ik die keuze gemaakt.’
Dat was in augustus dit jaar en een maand nadat hij 18 jaar was geworden.
De hele dag had hij bij het winkelcentrum rondgehangen en zitten piekeren.
Wel doen.
Nog meer jointjes.
Niet doen.
Zegt: ‘Ineens dacht ik, fuck it, ik doe het. Je hebt dan geen besef meer.’
In de keukenla had een groot mes en een aardappelschilmesje gelegen.
Hij had het grote mes gepakt.
Rechters: Waarom?
Koert: ‘Ik had maar twee keuzes.’
Tegen vier uur ’s middags stapt hij textielzaak Zeeman binnen.
Cap met capuchon op en over het hoofd.
Schreeuwt: ‘La open.’
Het meisje achter de kassa, een stagiaire, krijgt het grote mes tegen haar zij geduwd.
Ze was zo bang geweest en gebleven, dat haar stage en de bijbehorende opleiding volledig is mislukt.
Koert zegt tegen de rechters dat hij een brief heeft geschreven met zijn excuses, in de hoop dat het meisje daar wat aan heeft.
Hij was er met 100 euro vandoor gegaan.
En terwijl hij dat deed, wordt hij door iemand herkend: hè, als dat Koert die bij mij in de buurt woont niet is?
En dat was zo, want zo groot is Oude Pekela ook weer niet.
De officier van justitie noemt de overval eentje van het forse soort.
Zegt: ‘Onze richtlijnen voor zo’n overval: drie jaar, boem.’
Zegt: ‘Vervolgens ga je op zoek naar de balans. Aan de ene kant een ernstig feit, aan de andere kant een jonge verdachte met grote problemen.’
Na wikken en wegen luidt de eis:
Drie jaar celstraf waarvan achttien maanden voorwaardelijk.
En nog eens zes maanden cel die hij bij zijn laatste veroordeling voorwaardelijk opgelegd had gekregen.
Die moeten nu ten uitvoer worden gelegd.
Wanneer Koert zijn straf heeft uitgezeten, moet hij zich klinisch laten behandelen in een verslavingskliniek, een opname die langdurig zal zijn.
Anderhalf tot twee jaar, schat de reclassering in.
Haakt Koert gedurende de behandeling af, in plaats van dat hij doorzet, krijgt hij die 18 voorwaardelijke maanden alsnog aan de broek.
Koert slaat aan het rekenen.
Hij wil ook weer naar school, want leren is zijn probleem niet.
Hij telt op: twee jaar zitten, twee jaar kliniek en dan de opleiding.
Zijn uitkomst: ‘Dan ben ik achter in de twintig voordat ik aan het werk kan.’
Rob Zijlstra
UPDATE – 12 december 2011 – uitspraak
Koert is veroordeeld tot 20 maanden celstraf waarvan 12 voorwaardelijk. Dat is minder dan de eis. Kennelijk willen de rechters dat de noodzakelijke behandeling snel moet kunnen aanvangen. De behandeling, in een kliniek, mag maximaal 18 maanden duren, zo bepaalde de rechtbank. Daarnaast moet hij 140 dagen zitten die hij bij een eerdere veroordeling voorwaardelijk opgelegd heeft gekregen.
Extra zwaar wordt hem aangerekend dat hij een jonge cassiere, een meisje dat stage liep, heeft bedreigd met het mes. De stagiaire heeft haar stage niet afgerond en haar opleiding vroegtijdig beeindigd.
.
Drie jaar celstraf waarvan achttien maanden voorwaardelijk.
‘k Krijg toch een beetje een gevoel van klassenjustitie
Want al is het mes natuurlijk nooit goed te praten, welke straf gaat de vader krijgen voor het totaal aan zijn lot overlaten van diens minderjarige zoon die nota bene toch al een paar maal met de kinderrechter in aanraking was geweest?
Ouders hebben een zorgplicht naar hun kinderen toe. Als dat niet zo was konden we de maatschappij wel helemaal opdoeken. Zodra het door omstandigheden geen leven meer zou zijn met zo’n kind onder één dak, mag je hulp zoeken. Maar het niet opeens op straat zetten.
Eén van de grootste fouten die we als maatschappij de afgelopen decennia hebben gemaakt, is het verlagen van de wettelijke leeftijd voor meerderjarigheid van 21 naar 18 jaar. Eerder (tot 1901) lag die wettelijke grens zelfs bij 23 jaar. Dat hield een veel betere erkenning in van het feit dat de menselijke hersenen hun volledige capaciteit zo ongeveer rond die kalenderleeftijd bereiken, en eerder niet. Het lichaam en het hoofd (de schedel) zijn normaliter met 18 jaar wel volgroeid, maar de hersenen niet. Gelet op de grote verschillen in de westerse maatschappij tussen 110 jaar geleden en nu, zou wettelijke volwassenheid vanaf 23 jaar m.i. zelfs beter bij de huidige tijd passen dan 21 nu zou doen. Véél meer dan ooit tevoren sinds de Middeleeuwen, laten we met de komst van televisie en wat er daarna allemaal nog aan troep volgde, kinderen van jongsafaan immers opgroeien met het kijken naar en wennen aan geweld en zelfs wreedheid (om maar één aanzienlijk maatschappelijk probleem met de huidige jeugd te noemen, nl. hersenvervuiling).
Motief bij deze stellingname: zorgzaamheid en het ideaal van een vriendelijke en hulpvaardige samenleving. En juist niet als qua leeftijd onbetwist volwassene, de bemoeial willen uithangen over jongeren / adolescenten. Al zouden die dat zelf hoogstwaarschijnlijk anders zien, dat snap ik. Het gaat me om zorgzaamheid als tegenhanger van verwaarlozing, niet om bedilzucht.
Het voorbeeld hier van Koert is het zoveelste waaruit blijkt hoe verschrikkelijk wij – als maatschappij – in individuele gevallen kinderen en tieners verwaarlozen en tot de straat veroordelen. En wat voor straat!
‘k Wou dat ik van hem en zijn situatie geweten had; hij had zó welkom geweest onder mijn dak. Net als het zwervende stel, beiden tevens psychiatrisch patiënt, waarmee het 2 jr terug lukte om hen van de straat af te halen. Heb ze zo’n drie maanden in huis gehad, zonder enige nare ervaring, en in die tijd de regionale GGZ en de gemeente – ook met wat hulp van het regionaal dagblad – een forse schop onder de kont gegeven om eens in aktie te komen voor die twee. Daar kwam uiteindelijk vaste woonruimte en een veel intensievere GGZ-begeleiding (die hard nodig was) uit voort.
Koert, kind,
het spijt me ontiegelijk voor je dat jouw jeugd tot dusver zo verlopen is. Je ouders en diverse andere volwassenen hebben blijkbaar jarenlang keer op keer gefaald. Dat is ook om moedeloos van te worden.
Toch ligt er nu wel degelijk nog een heel leven voor je dat best nog fijn kan gaan worden. Maar dan moet je wel bij grote messen e.d. uit de buurt blijven. Want het gebruik van geweld en intimidatie is niet goed te praten.
Misschien helpt het om te bedenken dat – welke uitspraak de rechters ook gaan doen – er op dit moment massa’s andere 18-jarigen zijn met (studie)plannen die er voor zullen zorgen dat zij ook niet veel eerder dan pas tegen hun 30e echt aan het werk zijn! Dus dat is allesbehalve een schande of een probleem.
geweld en kinderen die op straat leven is van alle tijden en komt niet door de luxe die we hebben. De door jou aangehaalde middeleeuwen waren ook niet bepaald geweldloos te noemen.
Het verrast me trouwens wel dat een kind van een gezin dat toch duidelijk in beeld was bij de hulpverlening pas na veroordeling behandeling krijgt voor zijn verslaving. Zijn ouders hebben drank, hij blowt. Misschien had er wat voorkomen kunnen worden.