In dit verhaal rijden twee mannen op een regenachtige woensdagochtend in augustus van Den Haag naar Winschoten.
Daar, in de Langestraat, plegen ze een gewapende overval op de juwelier.
Ze vluchten zonder buit om na een wilde achtervolging te worden aangehouden in Grolloo.
Waarom doen twee mannen uit Den Haag zoiets?
In Winschoten.
De ene man is Adeel, 18 jaar.
De ander heet Yaar, hij is vier jaar ouder.
Samen zijn ze twee welgemanierde broers, want streng doch rechtvaardig en met normen en waarden opgevoed.
Hun vader was eens vanuit Pakistan in Nederland neergestreken en wist door hier hard te werken een mooi autobedrijf op te bouwen.
Adeel werkte naast zijn opleiding in het bedrijf van zijn vader.
Yaar deed dat af en toe ook.
In ruil kregen ze salaris in de vorm van zakgeld, ongeveer 2000 tot 2500 euro per maand.
Misschien dacht de trotse vader wel dat zijn welgemanierde zonen het bedrijf op een mooie dag zouden overnemen.
Maar Adeel en Yaar waren met heel andere zaken bezig.
Met al dat zakgeld konden ze blowen wat ze wilden en dat deden ze dan ook.
Af en toe wat cocaïne erbij.
Daarnaast hielden ze zich bezig met gokken.
Thuis vertelden ze hier niets over, want op drugs en gokken rustte binnen de familie een groot taboe.
Op een dag bedroeg de gokschuld 50.000 euro.
Tegen de rechters zeggen Adeel en Yaar dat ze werden bedreigd.
Wanneer ze de schuld niet zouden inlossen, dan zouden ze worden gepakt.
Ze waren bang geworden, want ze kenden die Haagse gokjongens.
En zo gebeurde het dat ze op een regenachtige woensdagochtend in een Toyota naar Winschoten reden.
Tegen kwart voor tien denderden ze de juwelierszaak Jan ten Hoor binnen, met bivakmutsen over de kop.
Binnen riepen ze: ‘Dit is een overval.’
De twee doodsbange medewerksters werden gedwongen op de grond te gaan liggen.
De handen van een van hen werden met tape aan elkaar geplakt, de andere vrouw kreeg een klap op haar hoofd met het wapen.
Tegen de rechters: ‘We zijn gedwongen. Gedwongen door die jongens die vaker overvallen hadden gepleegd. Zou het lukken, dan zou de schuld worden kwijtgescholden.’
De overval mislukt.
Omstanders en personeel van winkels in de buurt hadden al snel in de gaten dat er bij Jan ten Hoor iets niet in de haak was.
Een paar gingen bij de schuivende voordeur staan die daardoor steeds met belsignalen open- en dichtging.
De twee broers raakten in paniek en gingen er zonder buit vandoor.
Achterna gehold door omstanders wisten ze hun auto te bereiken en plankgas weg te rijden.
De via 112 gewaarschuwde politie zette met uiteindelijk acht auto’s en getrokken pistolen de achtervolging in.
Via de snelweg scheurden ze richting Groningen, namen halverwege de afslag Veendam en reden over de N33 met 180 kilometer per uur Drenthe in.
Richting Rolde.
Daar namen ze de afslag Grolloo.
Ineens was er een scherpe bocht.
Over en uit.
Zo is het gegaan.
Niks van waar, zegt officier van justitie.
Hij gelooft niet het verhaal van die boze gokjongens, dat ze bang waren en werden bedreigd.
De officier van justitie gelooft dat niet omdat hij meer weet en wat in dit verhaal nog is verteld.
Want waarom Winschoten?
Waarom niet een juwelier in Den Haag of Deventer, in Apeldoorn desnoods?
Was het niet zo dat Adeel een vriendinnetje had dat in Winschoten had gewoond?
En dat de moeder van dat vriendinnetje in de juwelierszaak had gewerkt, maar nooit op woensdagochtend?
En als Adeel en Yaar beweren dat ze nooit eerder in de juwelierszaak zijn geweest, hoe verklaren ze dan het filmpje dat is aangetroffen in de BlackBerry van Adeel?
Een filmpje, gemaakt op 19 juli, met beelden van het interieur van Jan ten Hoor.
En wat heeft de foto van een vuurwapen in de BlackBerry van Yaar te betekenen?
Een foto, gemaakt op 20 juli, van het wapen (alarmpistool, merk Bruni, model 92) dat bij de overval is gebruikt.
Adeel en Yaar blijven de antwoorden schuldig.
Adeel wil wel kwijt dat hij niet met het pistool heeft geslagen.
Verder willen ze er niet op ingaan.
De officier van justitie: ‘De heren geven geen openheid van zaken.’
Hij concludeert dat de twee Haagse broers de overval weken van te voren hebben voorbereid.
Ze zitten nu vast in het huis van bewaring van Ter Apel.
Ze zeggen dat ze in de spiegel hebben gekeken en dat ze zich diep schamen.
Yaar vertelt dat hij het al flink te kwaad had gekregen toen hij de angst in de ogen van de twee medewerksters zag.
De officier van justitie haalt de schouders op en zegt dat richtlijnen van het openbaar ministerie een gevangenisstraf van 35 maanden voorstellen.
Dat het een poging is – want zonder buit – mag nauwelijks tellen: het is wel een poging die ver was gevorderd.
Dan was er nog de levensgevaarlijke vlucht met hoge snelheden over de weg.
Adeel en Yaar laten weten dat zodra ze vrij komen, ze waarschijnlijk weer thuis mogen komen.
Maar dat hun vader dan eerst wel even met hen wil praten.
Yaar: ‘Hard praten.’
Wat de officier van justitie betreft, blijft hen dat gesprek nog even bespaard.
Hij eist voor de mislukte overval en het verhaal dat hij niet gelooft 40 maanden gevangenisstraf.
Rob Zijlstra
.
UPDATE – 29 december 2011 – uitspraken
Adeel en Yaar zijn veroordeeld tot 24 maanden celstraf p.p.. De rechtbank komt tot een lagere straf ten opzichte van de eis omdat de levensgevaarlijke vlucht – het verkeersgedrag – niet is meegenomen.
En dat de moeder van dat vriendinnetje in de juwelierszaak had gewerkt, maar nooit op woensdagochtend?
De moeder werkt er nog steeds alleen inderdaad niet op woensdagmorgen
vr T, van Zanten
bewijst maar weer eens, een kat in het nauw maakt rare sprongen…