Zittingszaal 14, maandagochtend, 14 december 2009.
Een verdachte is al op vrije voeten en is niet komen opdagen.
Veel te confronterend allemaal.
De tweede verdachte zit vast, inmiddels al drie maanden in voorlopige hechtenis.
Vijf minuten nadat de strafzaak tegen hem is begonnen, krijgt hij te horen dat hij per direct naar huis mag.
Hij is even stomverbaasd als aangenaam verrast.
Het openbaar ministerie, vindt de rechtbank, heeft een foutje gemaakt.
Het openbaar ministerie had verzuimd de slachtoffers te vragen of die wel willen dat de verdachten strafrechtelijk worden vervolgd.
Wanneer afdreiging de misdaad is, moet dat van de wet.
Omdat afdreiging een klachtdelict is.
Artikel 318, lid 2, Wetboek van strafrecht.
Het openbaar ministerie was het er niet mee eens.
De slachtoffers hadden immers aangifte gedaan.
Dus.
Er volgde hoger beroep en toen weer cassatie bij de Hoge Raad.
Dat laatste kon helemaal niet, maar nam wel veel tijd in beslag.
Daarom duurde het tot vandaag, donderdag 12 januari 2012, dat het openbaar ministerie in de herkansing gaat.
De twee verdachte mannen zijn er niet.
De een omdat hij een strafzaak wederom emotioneel niet aankan, nog altijd te confronterend, zo luidt de verklaring van de advocaat die er wel is.
De ander is er niet omdat hij toch niets wil zeggen.
En om dan wel te komen en te zwijgen tegen de rechters , zo meldt de tweede advocaat, is ook zo lullig.
Abel en Henk worden verdacht van afdreiging.
Ze hebben gedreigd een geheim te openbaren met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordelen.
Het zou ongeveer zo zijn gegaan.
Abel en Henk lagen in september 2009 in de bosjes bij een seksclub in Emmen.
Toen een bezoeker het pand verliet, maakten ze foto’s en noteerden het kenteken van de blauwe auto van de vertrekkende bezoeker.
Met die informatie struinden ze het internet af, op zoek naar privé-gegevens.
Toen ze voldoende hadden, belden ze hem op.
Ze zeiden: ‘We hebben foto’s die je vrouw niet leuk zal vinden. En die foto’s gaan we publiceren op het internet. Tenzij je 1000 euro aan ons geeft.’
Er wordt een afspraak gemaakt.
Eerst bij de McDonald’s in Stadskanaal, bij nader inzien op de parkeerplaats bij de Aldi.
De ongelukkige man betaalt de gevraagde 1000 euro en krijgt in ruil een SD-kaartje waarop de foto’s zouden staan.
Een dag later wordt de man opnieuw gebeld.
Ze willen meer geld, want ze hebben nog steeds foto’s.
Ditmaal moet het maar eens 2000 euro wezen.
De nu helemaal ongelukkige man belt ditmaal de politie en doet zijn verhaal.
Op het politiebureau wordt een opzetje bedacht.
Het slachtoffer maakt met zijn afpersers een afspraak nabij de Praxis.
Daar zal hij voor de tweede keer geld afdragen.
Hij zegt dat zijn vriend Johnny het geld zal meenemen.
Johnny is een sterke politieagent uit Friesland.
Abel en Henk happen bij de Praxis niet toe, maar zijn wel opvallend in de buurt.
En worden aangehouden.
In hun auto worden de vermeende bewijzen gevonden.
Briefjes met daarop het adres van de ongelukkige man.
Sms’jes berichtjes die passen bij de misdaad.
Uit de TomTom wordt digitale informatie gevist waaruit blijkt dat het apparaat Abel en Henk naar de parkeerplaats bij de Aldi heeft geleid.
Bij een van de verdachten thuis een cardreader van hetzelfde merk als van het SD-kaartje.
Bij een fotoconfrontatie herkent de ongelukkige man de mannen aan wie hij 1000 euro heeft gegeven.
In diezelfde week doet een tweede man aangifte.
Hij heeft een soortgelijk verhaal, met dit verschil dat hij nooit in die seksclub in Emmen is geweest.
De officier van justitie zegt dat haar bewijsconstructie niets te wensen overlaat.
En dat dit wel een heel agressieve manier is om iemands privéleven overhoop te halen.
Ze eist een jaar gevangenisstraf tegen Henk.
Abel mag boeten met tien maanden zitten.
De advocaat zegt dat Abel een dikke sufferd is.
Dat Abel zo’n sufferd is omdat hij altijd van alles aan iedereen uitleent.
Zijn auto, laptop, zijn telefoon, ja wat niet.
Het is dus heel goed mogelijk dat het iemand anders is geweest dan Abel.
Dat de bewijsconstructie van de officier van justitie niet meer is dan een van de mogelijke scenario’s.
Abel moet dus worden vrijgesproken.
De advocaat van Henk zegt dat Henk is aangehouden zonder dat er een redelijk vermoeden van schuld bestond en dat hij daarom nooit aangehouden had mogen worden.
Omdat dat toch is gebeurd, is het verkregen bewijs onrechtmatig en dat betekent dat ook Henk vrijspraak verdient.
Mocht de rechtbank daar anders over denken dan moeten de rechters zich eens afvragen welk doel het dient Henk terug te sturen naar de gevangenis voor iets wat hij in september 2009 al dan niet heeft uitgevroten.
De officier van justitie zegt nog wat.
Ze zegt dat ze blij is dat de mannen aangifte hebben gedaan.
Dat er bij het openbaar ministerie vaker signalen binnenkomen over zwijgende mannen.
Opdat vrouwen onwetend blijven.
Rob Zijlstra
.
• artikel 318 Wetboek van strafrecht
.
UPDATE – 26 januari 2012 – uitspraken
De rechtbank heeft de twee mannen veroordeeld tot 9 maanden celstraf p.p.
Er zijn heel veel van die zwijgende mannen. In de jaren 70 woonde en werkte ik op de Nieuwstad in Groningen (de rosse buurt, zeg maar). Voor een vriend van mij runde ik twee jaar Café Schut, op de hoek van de Folkingestraat. Schuin tegenover de kroeg was het huis van Jan en Beertje. Jan was alcoholist en zijn vrouw Beertje speelde de hoer. Als Jan weer eens een paar dagen de hort op was geweest en bij thuiskomst wilde meeëten, zei Beertje dat hij de pot op kon en dat zij niet voor hem ging koken.
“Als jij niet kookt, heb je ook geen pannen meer nodig,” antwoordde Jan dan. Waarop hij het raam van de keuken op de eerste verdieping opende en alle pannen naar beneden gooide, bovenop de auto’s van passerende en parkerende prostituanten.
Die werden soms aanzienlijk beschadigd, maar er is nooit aangifte bij de politie gedaan. Hoe leg je dat uit aan je vrouw? “Ik reed toevallig door de Nieuwstad, en toen…”
quote:
Het openbaar ministerie, vindt de rechtbank, heeft een foutje gemaakt.
Het openbaar ministerie had verzuimd de slachtoffers te vragen of die wel willen dat de verdachten strafrechtelijk worden vervolgd.
Wanneer afdreiging de misdaad is, moet dat van de wet.
Omdat afdreiging een klachtdelict is.
Dat is een wet die we dan m.i. zo gauw mogelijk moeten verbeteren. Of is dat intussen al gebeurd?
Afdreiging/afpersing deugt immers niet. Het is te gek voor woorden dat de maatschappij zulke lui hun gang zou moeten laten gaan, afhankelijk van hoe hun slachtoffers tegenover vervolging staan. En met de vlucht die het gebruik van internet en zoekmachines heeft genomen (en het eind daarvan is nog lang niet in zicht qua risico’s voor privacy), een reden temeer om op dit soort wan-praktijken héél scherp te zijn.
Betekent niet dat ik het wel best vind dat mannen met een vaste relatie sexclubs frequenteren. Betekent wel dat “huwelijk” een werkwoord is en geen zelfstandig naamwoord. En dat het altijd aan te raden is om aan je huwelijk te blijven werken. Opdat alles – ook pijnlijke of moeilijke dingen – altijd wel bespreekbaar blijft.
Keep up the good work ! 😉