Kun je door iets per ongeluk te doen, dus niet met opzet, in de gevangenis belanden?
Jazeker.
Inbreker Gerbrand kreeg eens een tip dat in een bepaalde woning veel geld te halen was.
Eenmaal in de woning deed hij, terwijl hij de boel flink overhoop haalde, een vreselijke ontdekking: hij bevond zich in het huis van een man die hij zeer vreesde, een man met een bepaalde reputatie en niet bepaald een vriendelijke.
Die inbraak was een vergissing, jammerde Gerbrand tegen zijn rechters, ik deed dat niet met opzet, het was een ongelukje.
De rechters veroordeelden hem tot zeven maanden celstraf.
Gerbrand vond dat best.
Zei: “Ik vrees de kogel die mij te wachten staat zodra ik weer vrij ben.’
Een beter voorbeeld.
Nico en zijn vriend hebben voor de lol een hen onbekende vrouw met sneeuwballen bekogeld.
De vrouw is daar niet van gediend en erger nog, ze heeft ook een vriend.
Nico schrikt zich dood wanneer hij hoort wie dat is: Franky, de vuurwapengevaarlijke.
Hij vreest dat deze Franky het er niet bij zal laten zitten.
Nico leent een revolver van een kennis om zich zo nodig te kunnen verdedigen.
Omdat Nico geen verstand van wapens heeft, bezoekt hij een kennis met meer verstand. De kennis bekijkt het schietding, zegt dat het geen beste is, dat bijvoorbeeld de veiligheidspal ontbreekt.
Ze zitten dan met z’n vieren aan tafel, het wapen ligt voor hen.
Wanneer Nico na verloop van tijd weg wil gaan, pakt hij zijn jas, zijn revolver en dan is het ineens: bang!
Tafelgenoot Henk, de beste vriend van Nico, valt voorover en is op slag dood.
In zittingszaal 14 zei de officier van justitie dat de opzet en kwade bedoelingen om Henk te doden ontbraken, dat Nico de gevolgen van zijn gedragingen niet had gewild.
Henk was zijn beste vriend geweest.
De officier van justitie eiste twee jaar gevangenisstraf wegens dood door schuld.
De schuld zat in de roekeloosheid.
De rechtbank was het daar mee eens: geen opzet, maar een vreselijk ongeluk als gevolg van roekeloos handelen.
De huilende Nico kreeg drie jaar gevangenisstraf.
Deze week zat Albert (31) in de rechtszaal.
Ook bij hem biggelen tranen over de wangen.
Albert heeft per ongeluk zijn dan 24-jarige vriend Ramir neergeschoten en niet zo’n beetje ook.
Het gebeurde vorig jaar augustus in de Boerhaavelaan in Groningen.
Ramir – die zelf ook al twee keer in zittingszaal 14 had gezeten – is er niet best aan toe. De officier van justitie spreekt van grote hagelschotverwondingen ‘met uittreden van buikinhoud en maaginhoud’.
Ramir lag dagen in coma en een maand op de intensive care.
Hij overleeft het op het nippertje.
Albert snikt dat hij het heel erg vindt voor zijn vriend.
Hij heeft hem nog niet durven opzoeken, maar schreef wel een excuusbrief.
Twee maanden zat hij vast op verdenking van poging tot doodslag.
Toen duidelijk werd dat er sprake was van een vreselijk ongeluk, mocht hij naar huis om de strafzaak in vrijheid af te wachten.
Albert vertelt dat Ramir hem had gevraagd een wapen te leveren.
Ramir zou problemen hebben met nare drugsmannen uit Assen en een wapen bij de hand leek hem dan wel handig.
Albert wilde het eigenlijk niet doen, maar zegt dat hij onder druk is gezet.
‘Ik heb het toen gedaan om er van af te zijn.’
Hij koopt bij een kennis in Hoogeveen een dubbelloops jachtgeweer met hagelpatronen voor 600 euro.
Ramir zou hem 800 euro betalen.
Terug in Groningen, in de woning aan de Boerhaavelaan, haalt Albert het jachtgeweer uit de bijgeleverde tas.
Ze zijn dan met z’n vieren.
Ze bekijken de nieuwe aanwinst en zijn onder de indruk.
Ze dollen wat.
Schieten alsof.
Iemand stopt twee hagelpatronen in de dubbelloops.
Waarom?
Albert: ‘Weet niet, nieuwsgierig.’
Ramir zit aan tafel te eten.
Albert klapt wapen dicht.
Bang!
Een schot hagel treft Ramir die van zijn stoel wordt geblazen.
Hij strompelt naar buiten, zwaar gewond.
Op de parkeerplaats zakt hij in elkaar, naast zijn buik- en maaginhoud.
Albert: ‘We waren allemaal in shock.’
Ze bellen 112.
Ramir zegt in de ambulance tegen de verpleegkundige dat hij zijn ouders liefheeft en nu gaat sterven.
De verpleegkundige houdt de moed er in en zegt: ‘Dat gaat niet gebeuren, vandaag niet.’
In een brief aan de rechters heeft Ramir geschreven dat hij geen wrok koestert jegens de verdachte.
De officier van justitie noemt het hele verhaal van Albert wel een beetje vaag, maar ziet geen opzet in het spel.
Zegt wel dat Albert wat zorgvuldigheid betreft ernstig in gebreke is gebleven.
Dat er sprak is van voorzienbaarheid en dus van verwijtbaarheid omdat Albert heeft zitten donderjagen met een wapen waar hij de ballen verstand van heeft.
Aan de andere kant: onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut heeft aangetoond dat het wapen defect was, iets dat Albert niet kon weten.
Oftewel: geen bewuste, maar wel onbewuste schuld, goed voor een eis van negen maanden celstraf waarvan vier voorwaardelijk.
Daarnaast moet Albert aan Ramir die niet boos is, 23.000 euro betalen.
De officier van justitie noemt de vordering een hoog bedrag, maar wel redelijk.
Ramir leeft nu op sondevoeding en moet nog de nodige hersteloperaties doorstaan.
In zijn brief: ‘Ik zit in zak en as, maar vecht om mijn leven weer op orde te krijgen.’
Albert is vrijwilligerswerk gaan doen.
Hij vertelt op scholen dat het beter is op het rechte pad te blijven.
rob zijlstra
• artikel 307 – dood door schuld, roekeloosheid
.
UPDATE – 8 maart 2012 – uitspraak
Geen opzet, wel roekeloos, vindt ook de rechtbank. Wie dolt met een geladen wapen waar hij geen verstand van heeft, in een kleine ruimte met mensen, neemt een onaanvaardbaar risico. De celstraf mag iets lager zijn dan de eis: 245 dagen waarvan 180 voorwaardelijk. Betekent dat Albert zijn straf erop heeft zitten. Schadevergoeding moet hij ook betalen: 12.231 euro.
.
Geweldige beschrijvingen weer Rob! Wel een beetje vervelend om al die nuances te horen, want het is zo prettig eenvoudig om een stukje in de krant te lezen en vervolgens te foeteren op de rechter of de dader. Nu moet ik zelf een beetje gaan zitten nadenken 😉
Mooi beschreven, trieste gebeurtenis.
Ramir – die zelf ook al twee keer in zittingszaal 14 had gezeten –
Staan deze twee verhalen ook op de site?
Triest, maar hilarisch door het hoge Pulp Fiction gehalte.