De man, 23 jaar inmiddels, die op 12 juni 2010 in Wildervank met zijn auto twee spelende meisjes doodreed, zat dinsdagmiddag in de verdachtenbank van het gerechtshof in Leeuwarden.
De rechtbank in Groningen had hem in maart vorig jaar vrijgesproken.
Ten onrechte, vindt het openbaar ministerie en tekende hoger beroep aan.
Een strafzaak in hoger beroep is vaak een herhaling van zetten, met soms een andere uitkomst.
In Groningen eiste het openbaar ministerie een taakstraf van 180 uur, een maand voorwaardelijke gevangenisstraf en een rijontzegging van 24 maanden waarvan acht voorwaardelijk.
In Leeuwarden stelde het openbaar ministerie een strafeis voor van 80 uur, gecombineerd met een ontzegging van de rijbevoegdheid van twaalf maanden waarvan de helft voorwaardelijk.
Het ging dinsdagmiddag in de grote zittingszaal van het gerechtshof niet over de strafeis.
Het ging vooral over de vraag of Robert kan worden verweten wat er door zijn toedoen is gebeurd.
In de woonwijk waar Robert toen al een jaar of zes woonde, is een potsierlijk en nogal bol bruggetje.
Op zaterdag 12 juni 2010 is het prachtig weer.
Tegen het middaguur gaan twee meisjes buiten spelen op hun waveboard.
Ze doen dat op en bij het bruggetje waar je lekker van kunt af roetsjen.
Op hetzelfde moment stapt Robert met zijn vriendin in de auto om ergens naar toe te gaan.
Hij ziet de spelende kinderen niet, zijn vriendin nog net wel.
Ze roept nog: ‘Kinderen!’
Maar te laat.
Floortje overlijdt te plaatse, Sanne-Mei bezwijkt vier dagen later aan haar verwondingen in het ziekenhuis.
Vastgesteld is dat Robert niet te hard heeft gereden.
Dat wil zeggen, niet harder dan de toegestane 30 kilometer per uur.
Er kan niet gesproken worden dat Robert ‘aanmerkelijk onvoorzichtig’ is geweest of dat hij bewust risico’s nam waardoor de verkeersveiligheid in het geding was.
Daarom verzoekt de advocaat-generaal (officier van justitie in hoger beroep) het hof Robert vrij te spreken van artikel 6 van de Wegenverkeerswet, van een misdrijf.
Maar…
Robert reed wel te hard voor de situatie ter plaatse.
Door de bolling van het bruggetje, was het zicht beperkt.
Robert had daarom zijn snelheid moeten aanpassen.
Want zo zegt artikel 19 van het verkeersreglement: ‘De bestuurder moet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is’.
De advocaat-generaal: ‘Vergelijkbaar met de dode hoek van de vrachtwagenchauffeur. Wanneer een chauffeur als gevolg van de dode hoek, geen of beperkt zicht heeft, moet hij maatregelen treffen om wel zicht te krijgen, dan moet hij iets doen om de beperking op te heffen. Bijvoorbeeld door nog langzamer te rijden.’
Had Robert dat gedaan, dan had hij tijdig kunnen stoppen.
De advocaat-generaal: ‘Nu hij dit niet heeft gedaan zijn twee kinderen door een verkeersongeval volkomen onnodig uit het leven gerukt.’
De strafeis is gebaseerd op artikel 5 van de Wegenverkeerswet, geen misdrijf, maar een overtreding.
Dat de kinderen op het wegdek speelden, aan de voet van het bruggetje – levensgevaarlijk – doet daar niet aan af, stelt de advocaat-generaal.
Hij zegt: ‘Een automobilist moet ook rekening houden met weggebruikers die hun eigen verkeersveiligheid veronachtzamen. En dat geldt zeker voor automobilisten ten opzichte van spelende kinderen die door hun onbevangenheid de draagwijdte van hun gedragingen vaak nog niet overzien.’
In het requisitoir staat: ‘Van kinderen kan niet gevraagd worden minder verstandige of onveilige gedragingen achterwege te laten. Van volwassenen mag daarentegen wel worden gevraagd om met het minder voorspelbare gedrag van kinderen rekening te houden.’
Robert’s advocaat pleit voor vrijspraak waarbij hij de redenering van de rechtbank omarmt: hij reed niet te hard en het was in alle redelijkheid niet te voorzien dat er kinderen aan de voet van de bolle brug speelden.
Het is een noodlottige samenloop van omstandigheden geweest met dramatische gevolgen.
Met de regels van de wet heeft het niets te maken, maar er deed zich dinsdagmiddag nog iets voor in de grote zaal van het gerechtshof.
Iets wat ook vaker wel dan niet aan de orde is bij verkeersdrama’s in de rechtszaal.
De moeder van Sanne-Mei sprak het hof toe en bezorgde – zoals zij dat in de rechtbank van Groningen ook had gedaan – alle aanwezigen kippenvel.
Wat een immens verdriet.
Nadat de moeder van Sanne-Mei de tragedie had proberen te verwoorden, las de president van het hof een al even indrukwekkende brief voor die de vader van Floortje had geschreven.
Het ging over het gemis, dat de tijd geen wonden heelt, over de stilte, het lege huis, dat je tegen anderen zegt dat het wel goed met je gaat, terwijl dat niet zo is en over alle andere droefheid die horen bij twee verongelukte vriendinnetjes van tien jaar, ja, ook over kennissen die ineens niet meer de weg naar je huis weten te vinden.
Maar het ging ook over de houding van de verdachte Robert.
Nooit had hij blijk van medeleven getoond, nooit contact opgenomen.
Daardoor is er naast het verdriet, ook nog eens heel veel boosheid.
De advocaat-generaal staat er even bij stil en zegt dat hij bij het bepalen van de strafeis, heeft laten meewegen dat Robert niets van zich heeft laten horen.
Robert zegt dat hij, hoe moeilijk hij dat ook vindt, het wel heeft geprobeerd, contact te leggen.
Maar dat de wijkagent had gezegd dat hij absoluut geen contact moest zoeken met de ouders.
En later had de burgemeester – toevallig een buurtgenoot – bemiddeld door met iedereen te praten, maar ook dat had tot niets geleid.
De nabestaanden zien Robert regelmatig, want ze zijn nog altijd buurtgenoten.
Ze zeggen dat hij dan met opzet langzaam gaat rijden, naar hen kijkt en hen intimideert.
Robert zegt dat hij dan langzaam gaat rijden in de hoop dat er een toenadering komt.
Hij zegt: ‘Ik wil heel graag, ik wil alles doen wat zij zouden willen.’
Een van de raadsheren merkt op dat er kennelijk misverstanden bestaan, dat er een verschil in beleving is.
Hij zegt tegen Robert: ‘Verzamel moed en toon uw respect.’
De rest van de uitspraak volgt over twee weken.
Rob Zijlstra
.
Ik publiceerde in maart 2011 over deze nare zaak.
Het rechtbankverslag staat hier.
Op mijn verzoek schreef Nico Kwakman, universitair docent straf (proces)recht, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen een artikel over de strafrechtelijke kant van dit drama.
Voorafgaand aan de rechtszaak in Groningen heb ik ter plaatse een filmpje gemaakt van het bruggetje. Het filmpje geeft slechts een indruk, niet meer en niet minder.
.
UPDATE – 12 maart 2012 – uitspraak
Vrijspraak.
Het gerechtshof in Leeuwarden heeft Robert vrijgesproken. Volgens het gerechtshof kan Robert niet worden verweten dat hij onvoorzichtig is geweest. Ook reed hij niet harder dan ter plaatse was toegestaan. Volgens het gerechtshof is er sprake van een uitzonderlijke situatie.
HET ARREST (met motivatie hof)
De vergelijking met de dode hoekspiegel kan ik deels plaatsen. Logisch dat de snelheid wordt gematigd als er geen goed zicht is. Alleen…. die dode hoek die bevindt zich niet in het blikveld door de voorruit. Dan kan het zijn dat als Robert zijn snelheid had aangepast dat hij tijdig had kunnen stoppen. Maar dan had hij wel eerst de meisjes moeten hebben gezien. Robert heeft Sanne-Mei en Floortje pas dan gezien, nadat hij is uitgestapt. Dan heeft hij een dodehoek van 12 meter voor zich uit gehad. Dat blijf ik in het hele verhaal vreemd vinden.
@nuance heb je de video gezien? Ik zou ook niemand verwachten als ik dat bruggetje zou naderen. Ze zouden er een woonerf-achtig iets moeten maken of in ieder geval een waarschuwingsbord voor spelende kinderen kunnen plaatsen.
Ik lees net in deel 1 van de serie dat de verdachte al over het hoogste punt was en dat de aanrijding 12 meter verderop plaatsvond. Dan ligt het idd iets anders…
@rcsmit; 12 meter heb je met 30 km/h in 1,5 seconde overbrucht. Die 1,5 seconde zijn zo verstreken, helemaal als je net niet goed je aandacht erbij hebt.
Goed arrest van het hof!
Het zou ook wel bijzonder zijn als je veroordeeld zou kunnen worden zonder dat je wetten overtreden hebt. Hier is sprake van een zeer noodlottig ongeval. Maar dat moet er niet toe leiden dat er een veroordeling moet volgen omdat er 2 meisjes dood zijn. Dat laatste is natuurlijk in-en-in triest, maar geen rechtvaardiging voor een dergelijke veroordeling. Ook de bestuurder zal zijn leven lang een stemmetje in zijn achterhoofd houden dat steeds (bij bruggetjes vooral) zegt: “Wat als…..”
Het is tijd om dit dossier te sluiten. En de ouders sterkte te wensen met de lege plekken en het oppakken van hun eigen leven…
Pingback: Slecht zicht! – Dit is onze straat