Hij wilde erbij horen, net zo zijn als de anderen.
Hij wilde ook een mooie auto en bijpassende kleding.
Om dat mogelijk te maken, schoof hij rekeningen die met mooie dingen niets te maken hebben, terzijde.
Zo waren schulden ontstaan, zo’n vijf- tot zesduizend euro.
Nee, dat was niet de eerste keer, zegt de 19-jarige Peter.
De vorige keer had zijn vader hem gered.
Nu, nu hij weer met de rug tegen de muur stond, durfde hij niet nog een keer de hand op te houden.
Peter schaamde zich en verzon een list.
Geweld wilde hij niet gebruiken en sowieso wilde hij anoniem blijven.
Hij had wel eens dingentjes op de televisie gezien.
Peter pakte een oude typemachine, blies het stof eraf, draaide een vel papier in het apparaat en begin te tikken.
Rechters: ‘Waarom een typemachine? Waarom niet gewoon geprint?’
Peter (kleine glimlach): ‘Ik heb geen printer.’
De familie A. werd zijn doelwit.
Hij had gehoord dat daar wel wat geld te halen viel.
In de brief stond dat de familie 5.000 euro nabij de gaslocatie moest leggen, geen grappen moest maken, en niks politie omdat er anders verschrikkelijke dingen zouden gebeuren.
Zouden ze het netjes afhandelen, dan zou familie A. nooit weer iets horen.
De familie schrok zich dood en belde de politie.
Rechters: ‘Waarom 5.000 euro?’
Peter: ‘Dat was de hoogte van mijn schuld.’
Rechters: ‘De envelop had u met tape dichtgeplakt. Niet dichtgelikt. Hoezo?’
Peter: ‘Ik wilde geen dna-sporen achterlaten.’
Rechters: ‘Aha. U heeft er dus heel goed over nagedacht.’
De plek waar het geld moest worden neergelegd, werd door de politie in de gaten gehouden.
Peter ging er ook kijken, vluchtig, maar vond niets.
Vanaf dat moment was hij wel in beeld.
De politie ging zo opvallend en vaak mogelijk langs zijn woning rijden.
Peter had dat niet in de gaten, maar nog wel steeds schulden.
Zijn oog viel nu op de familie B., grote woning, dikke auto’s voor de deur.
Hij draaide een nieuw vel papier in de typemachine en begon weer te tikken.
Ditmaal was de toon dreigender, maar het bedrag dat hij eiste lager: 2.500.
Hij dacht, beetje minder geld, grotere kans op succes.
Hij schreef dat als er donderdagavond niets bij het monument van IJe Wijkstra ligt, er dan een auto in de brand gaat.
En dat ‘we’ daarna jullie een bezoekje met geweld komen brengen.
Dat ‘we’ jullie in de gaten houden.
En nu ook weer: geen grappen.
De familie B. stapte geschrokken naar de politie.
Op die donderdagavond lag er een briefje bij het monument, de gedenksteen waar Peter’s buurtgenoot ooit (1929) vier agenten doodschoot.
De familie B. liet weten dat ze het geld niet konden regelen, of het een weekje later mocht?
Het briefje was geschreven door de politie.
Het is een uitstelbriefje.
Toen Peter een week later de buit wilde binnenhalen, stonden agenten om het hoekje en werd hij gearresteerd.
Eerst vertelde hij nog een onzinverhaal bij de politie, dat hij in opdracht handelde van een ander, van een man.
Rechters: ‘Hoe kwam u daar nou bij?’
Peter: ‘Bedacht.’
Rechters: ‘U heeft twee maanden vastgezeten. Hoe was dat?
Peter: ‘Verschrikkelijk.’
De officier van justitie zegt dat er weliswaar geen geweld is gebruikt, maar dat de families ontzettend bang zijn geweest, dat ze vreesden dat er wel eens kinderen gekidnapt zouden kunnen worden.
Dat de families niet werden belaagd door de maffia, maar door een snotneus van 19 konden ze toen ook niet weten.
Peter knikt.
Hij heeft spijt.
Hij had het nooit moeten doen.
De officier van justitie zegt Peter een heel eenzame jongen is die in zijn jonge jaren vaak alleen thuis was.
Dat hij wel vrienden heeft, maar dat praten niet de meest geliefde bezigheid is in die kring.
En dat de ouders, na de eerste serie schulden, nooit eens vroegen hoe het hem verging.
Duidelijk is dat het openbaar ministerie Peter niet wil opknopen aan de hoogste boom.
De officier van justitie: ‘Tweemaal een poging tot afpersing, ernstige feiten. Op zich hoort hier een gevangenisstraf bij, maar ik ben er ook om recidive te voorkomen.’
De eis: 61 dagen gevangenisstraf, gelijk het aantal verschrikkelijke nachten dat Peter al achter de tralies heeft doorgebracht.
Een taakstraf van 240 uur.
En twaalf maanden voorwaardelijke celstraf.
Met een proeftijd van twee jaar.
De schulden zijn ingelost, opnieuw door zijn vader.
Ditmaal moet hij het geld terugbetalen.
Peter helpt nu familieleden met klusjes, voor zeven euro per uur.
Tussen de klusjes door zoekt hij werk.
Licht typewerk, geen probleem.
Rob Zijlstra
UPDATE – 6 april 2012 – uitspraak
De rechtbank heeft Peter veroordeeld tot 423 dagen celstraf waarvan 360 voorwaardelijk en een taakstraf van 240 uur. Hij heeft zijn slachtoffers zeer veel angst bezorgd, in beginsel goed voor een langdurige gevangenisstraf, sprak de rechter. Maar omdat Peter mede dankzij zijn vader zijn leven weer op de rails heeft staan, mag het allemaal een onsje minder, zo luidt het oordeel.
Wederom prachtig beschreven.
Zeven euro per uur : zwart ? Dan mag hij nog eens een keer komen opdraven en kan jij weer een geweldig stukje schrijven 🙂
Mooi beschreven Rob,
Groet, DJ
Haha, fantastisch! Niet de envelop dicht likken, maar wel naar het monument gaan om het gewenste geld op te halen! XD