Snelrechter

Ik ken Stef.
Ik ken hem van zittingszaal 14.
Van toen, van jaren geleden.
Stef is zo’n jongen die altijd extra zijn best moet doen om niet van het rechte pad af te sodemieteren.
Hij is 23 jaar, maar zat opgeteld al een paar jaar achter tralies.
Niet iedereen is voor het geluk geboren.
Wat voor de een vrolijk, gezellig en vanzelfsprekend is, is voor een ander een zware opgave.

Stef is ruwe bolster, blanke pit.
Hij doet zijn stinkende best om geen gekke dingen meer te doen.
Stef zou mijn auto mogen lenen.

Vrijdag moest Stef zich weer eens voor de strafrechter verantwoorden.
Voor de snelstrafrechter ditmaal.
Hij zou – tijdens de Koninginnenacht in Groningen – een vrouw hebben mishandeld.
Op de Grote Markt, waar het die nacht wemelde van de politie.

Het openbaar ministerie had vooraf aangekondigd – OM-pr – dat wie tijdens de nacht van de Koningin zijn vrouw zou mishandelen, of anderszins kwaad en dronken zou doen, dat die te maken zou krijgen met de snelrechter.

Waar het strafrecht zich kenmerkt door traagheid en zorgvuldigheid, is het snelrecht slordig en al snel krom.
Rechters moeten er de pesthekel aan hebben.
Maar rechters zijn in het strafrecht lijdend.
Zij moeten maar afwachten wat zij door het openbaar ministerie ter veroordeling krijgen voorgeschoteld.

Stef ontkent.
Hij zegt dat hij niemand heeft mishandeld.
Hij zegt: ‘Dat is dikke flauwekul.’

Stef: ‘We waren dronken en aan het feesten. Toen sprong ik op haar rug. Gewoon geinen. Maar ik heb haar niet geslagen of geschopt. Ze hebben er een heel ander verhaal van gemaakt. Klopt niets van.’

De politie: hij pakte haar bij de haren, trok haar naar de grond en sloeg en schopte.’
Stef: ‘Ik heb haar nog nooit geslagen.’

‘Haar’ is de vriendin van Stef.
Ze heet Tineke.
Administratief medewerkster, 24 jaar.
Moeder van het zoontje van Stef.
Stef, trots: ‘Geboren op Prinsjesdag.’
Ze hebben al zes jaar een relatie.
Gaat hartstikke goed.

Tineke is er ook.
Ze is samen met haar vriend naar de rechtbank gekomen.
En nu ze er toch is, kan ze ook getuigen.
Tineke vindt dat best.
Ze belooft dat ze de waarheid zal spreken en nadat ze dat heeft gezegd, staat ze onder ede.
Verdachten mogen liegen, getuigen onder ede om de drommel niet.
Getuigen die liegen onder ede, maken zich schuldig aan het misdrijf meineed.
Daar staat gevangenisstraf op.

Politierechter: ‘Dus U bent mishandeld?’
Tineke: ‘Daar ben ik het niet mee eens.’

Tineke, het slachtoffer in dit verhaal, zegt dat ze niet is mishandeld.
Ze zegt: ‘We waren smoor en bezopen. Hij sprong op mijn rug, of duwde mij, weet ik veel. Ik viel om. Ik was dronken. Ik bedoel, als Stef slaat, kijk naar hem, dan heb je letsel. Ik had niks. Ik belandde in de ambulance. Ze zeiden, niets aan de hand, je hebt niks. Toen kwam er een agente bij me, in de ambulance, ze zei, je moet aangifte doen. Ik zei toen, waarvoor?’

Tineke vertelt als getuige dat zij en Stef een pittige relatie hebben.
Dat hij die avond ‘kuthoer’ riep, ja, kan best kloppen.
Schelden doet geen pijn, hij zegt dat zo vaak.
Tineke zegt dat ze nog veel ergere dingen terugroept.
‘Want wij zijn een pittig stel, mensen die ons kennen weten dat. Ik ben ook een pittige tante.’

De strafsnelrechter moet wel lijdend gedacht hebben, wat maakt het openbaar ministerie mij nou?
Krijg ik een slachtoffer dat ontkent slachtoffer te zijn.

De officier van justitie: “We hebben het hier over een ernstig feit.’
Hij vraagt om een schorsing om de parketpolitie te kunnen bellen.
Hij geeft de parketpolitie – ook lijdend – het bevel om Tineke te arresteren.
Want het slachtoffer dat ontkent slachtoffer te zijn, liegt.
Meineed.
Ernstig misdrijf.

Er worden nu geen geen grappen gemaakt, maar een proces-verbaal waarin komt te staan wat Tineke zojuist heeft gezegd, vermeend heeft gelogen.
Tineke zegt dat ze bij haar verklaring blijft.
Zeker weten, ‘t is dikke flauwekul.
Dan komt de politie om haar in de rechtszaal te arresteren
Vervolgens wordt ze afgevoerd, naar het cellencomplex.

Stef blijft als verdachte achter.
Zegt nog: ‘Tineke spreekt de waarheid.’

De officier van justitie: ‘Mishandeling. Wettig en overtuigend. Ik eis een taakstraf van 80 uur.’
De advocaat: ‘Leg geen straf op in een goede relatie.’

De politierechter zegt dat hij direct uitspraak zal doen.
Hij bladert wat in de papieren.
Vast om tijd te winnen opdat hij nog even kan nadenken.
Zegt dan dat hij de verklaring van Tineke, leugens of niet, buiten beschouwing zal laten.
En dat het proces-verbaal van de politie dooorslaggevend moet zijn.

De snelrechter zegt niet waarom dat zo moet zijn.
Hij zegt dat er weliswaar geen letsel is als gevolg van de mishandeling, maar dat er in de nacht van onze Koningin wel inbreuk is gemaakt op de openbare orde.
Al erg genoeg.
Zijn en het vonnis: een taakstraf van de helft van de eis, 40 uur werken.

En zo verliet de verdachte Stef als veroordeelde dader de rechtbank van Groningen, terwijl zijn vriendin, het slachtoffer, in de cel zat als pleegster van een misdrijf.

Het bovenstaande is vrijdagochtend in de rechtbank van Groningen echt gebeurd.
Het navolgende heb ik verzonnen.

Vrijdagavond, in een lommerrijke tuin.
Glaasjes witte wijn, kooltjes al op het vuur, de eerste keer dit jaar.
Wiert en Els komen tegen achten.
Gezellig

Echtgenote: ‘Tom, wat ben je stil.’
Tom: ‘Ach niks, het was een lange dag.’
Echtgenote: ‘Is er iets gebeurd, iets bijzonders, weer iets heel naars?
Tom: ‘Nah, niks bijzonders. Nou ja, het enige dat ik wil en kan zeggen is dat ik nooit weer snelrechter wil zijn. Ze bekijken het maar.’
Echtgenote: ‘Lieve Tommy! We hebben nu samen drie vrije dagen. Kop op, ‘t is Pinksteren. He, de bel, daar zul je Els en Wiert hebben. Beloof je me, niet de hele avond over je werk praten. Ik ken jou en Wiert. Niet doen. Okay?
Tom: ‘O-kay. Je hebt gelijk. Ik doe de worstjes wel. Die zijn lekker en snel klaar’

Rob Zijlstra

6 gedachtes over “Snelrechter

  1. Ja, dat vraag ik me ook wel ‘ns af, hoe een rechter later op een zaak terugkijkt.
    Maar stiekem denk ik dat ze het meeste daarvan al gedacht hebben zelfs vóórdat ze vonnis wijzen.
    Geen makkelijk beroep, om het een ieder een beetje naar de zin te maken.
    Zolang een rechter zelf ook zoiets denkt dan hebben we te maken met een goede rechter, denk ik. Ik denk dat ik met zo’n rechter wel tevreden zou zijn.
    Zolang het vonnis me niet te erg tegenvalt natuurlijk.

    Inderdaad, ik denk dat de rechter niet onafhankelijk is.
    En zo lijkt het niet te horen.
    Maar misschien is dat toch wel ok.

    Maar ik benijd de positie van de rechter niet.
    Ik zou hun werk niet kunnen doen.

    Ik had namelijk Stef gewoon vrijgesproken -want er is twijfel (twijfel die nota bene ter zitting gezaaid wordt door het OM en niet eens door de verdediging, lijkt het aan de hand van je epistel)- en niet geprobeerd het halve werk van justitie te compenseren of te belonen. Om vooral niet de schijn te wekken naar de pijpen van het OM te dansen.
    Maarja, dat kan een rechter niet maken.
    Lijkt het. Voor mij.

    Want het lijkt -voor mij- soms of het OM hun werk slechter mag doen dan de rechters dat mogen.
    Dat het OM de kantjes er (soms) af mag lopen.
    En soms een slechte advocaat.
    Ik vraag mij af wie daarbij gebaat is.
    Bij dat gebrek aan duidelijkheid.

    En waarom rechters het OM of een advocaat niet lik-op-stuk geven als ze hun zaak niet goed voorbereidt hebben.
    Want dat scheelt werkdruk immers?

    Maarja, het zal wel zo zijn dat rechters proberen de waarheid te vinden.
    En in die strijd soms niet consequent of adequaat reageren op wanprestaties.

    Hoe dan ook, ik zou het beroep van rechter niet uit kunnen voeren.
    Ik houd niet van politiek namelijk.

  2. snelrecht is een contradictie: recht moet zorgvuldig behandeld worden en dat kan zelden snel. Merkwaardig dat de rechter de verklaring buiten beschouwing laat nu ze wel voor meineed vervolgd gaat worden. Hier zien we eens te meer dat er een zware taak op de schouders van de verbalisanten is gelegd en dat de ambtseed grote verplichtingen oplegt; vaak te grote verplichtingen als we politieambtenaren ook als mensen willen kunnen zien.
    Beiden gaven toe stom dronken te zijn geweest, mooi handvat voor het OM om dan maar voor openbare dronkenschap te gaan – kans gemist.

  3. Maar er moet dus wel een aangifte gedaan zijn.. Door Tineke? Met beschuldigingen tegen Stef. Is er dan nergens een moment geweest dat ze gedacht heeft:”Dit klopt van geen kanten!” Dit laat je toch niet aankomen tot op de rechtszitting? Om maar te zwijgen van de capaciteiten van de advocaat van Stef, die had dit veel beter kunnen ‘inkleden’. Inderdaad een beroerde zaak voor de rechter om te moeten beoordelen……

    • Rob, kun je wat meer vertellen over hoe aangifte werkt bij snelrecht? Anders snap ik idd ook niet dat Tineke op de zitting volhoudt dat er geen sprake was van mishandeling.

      • Kennelijk is die aangifte al die nacht door Tineke gedaan. Dat zou niet echt handig zijn geweest, want stomdronken slachtoffers plegen niet de meest betrouwbare en adequate verklaringen af te leggen. Als Tineke onder invloed van drank, emoties en een aardige verbalisante aangifte heeft gedaan, heeft het er alles van weg dat zij, eenmaal nuchter, wat relativerender of de nacht terugkijkt. Dan heb je niet echt een typisch gevalletje meineed. Hier moet je al snlerechter je niet laten opjagen en gewoon even schorsen voor je uitspraak doet..
        Sommige officieren kunnen zó overtrokken reageren of vermeende meineed. Laat nu na de zitting door de griffier het proces-verbaal opmaken en beslis dán of je Tineke gaat vervolgen in plaats van haar meteen aan te houden en vast te nemen.

  4. Als ik het een beetje begrepen heb mag je als getuige dus per definitie niet afwijken van wat het OM reeds op papier gezet heeft want dan hang je direct voor meineed…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s