Jaap kun je gerust een domme inbreker noemen. Waar hij ook inbreekt, altijd laat hij bloedsporen achter. Jaap’s werkwijze kenmerkt zich door eenvoud. Hij pakt een tegel, kijkt links en rechts om zich heen, keilt de tegel vervolgens door een raam en klimt dan zonder uit te kijken naar binnen. Vandaar: altijd bloed.
Eenmaal binnen heeft hij het vooral voorzien op computers, beamers en randapparatuur. En whisky, want Jaap lustte hem wel.
Het openbaar ministerie kun je niet van domheid betichten, wel van traagheid.
Wat heet.
Jaap pleegde zijn inbraken ruim twee jaar geleden.
Pas deze week moest hij zich daar voor verantwoorden.
Dat zo’n verantwoording zo lang op zich laat wachten, is niet de bedoeling maar schering en inslag.
Voor Jaap is dat helemaal niet erg: vanwege het tijdverloop wil een officier van justitie de strafeis nog wel eens matigen.
Aan het einde van dit verhaal zal dat ook gebeuren.
De officier van justitie die dat straks zal gaan doen, werd onlangs uitgeroepen tot ’s lands allerbeste.
Oebele Brouwer – want hij is het – is dom noch traag.
Hij zei zelf dat hij nogal praktisch is ingesteld en bracht dat ook onmiddellijk in de praktijk.
Het geval wil dat alles en iedereen donderdagochtend in de rechtszaal zat om Jaap de oren te wassen.
Behalve Jaap zelf.
Brouwer tegen de rechters: ‘We kunnen de zaak aanhouden en over een paar maanden verder gaan. We kunnen Jaap ook ophalen van huis. Hij woont hier hemelsbreed maar een paar honderd meter vandaan.’
De rechters vinden het een prima idee, bevelen het en zo gebeurde het dat Jaap tegen kwart voor tien, zichtbaar haastig in de kleren, plaatsneemt in de verdachtenbank.
Jaap biedt zijn excuses aan.
Hij zegt dat hij hartstikke beroerd is, op van de zenuwen, zo ziet hij tegen deze zitting op.
Stress is namelijk niet zijn ding.
De rechters zijn vriendelijk deze dag.
Ze aanvaarden het excuus (‘we begrijpen het wel’) en zeggen: ‘Gefeliciteerd. U was gisteren jarig.’
Jaap knikt, 41 jaar geworden.
Dat ontkent hij niet.
De rest wel.
Hij heeft ruim twee jaar geleden niet vijfmaal in een paar maanden tijd ingebroken in het Gomaruscollege in Groningen waar computers, beamers en randapparatuur waren gestolen.
En hij heeft ook niet tweemaal een steen door de ruit gekeild bij Gall & Gall waar eerst zeven flessen goedkope whisky en de tweede keer negen flessen dure singles malt uit de Schotse Hooglanden buit waren gemaakt.
Dat had hij slechts een keer gedaan (de goedkope).
Benzine gestolen van Shell?
Ja, dat wel, lang geleden.
Oebele Brouwer is niet alleen praktisch ingesteld, als Fries is hij ook nuchter.
Hij zegt: ‘Laten we even wel wezen. Op alle plaatsen waar is ingebroken, is op het plaats delict bloed aangetroffen. Bloed dat is onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut. Het instituut zegt: het dna in het bloed is het dna van Jaap. De kans dat dat niet zo is, is één op de miljard. Dus Jaap…’
Jaap die met beide armen de buik vasthoudt, zegt dat hij de officier van justitie wel snapt, dat het een vreemd verhaal is, maar dat hij nooit in die school is geweest.
Hij heeft het niet gedaan en verder weet hij niet wat hij er nog meer over moet zeggen.
Brouwer: ‘Heeft u wel eens uw bloed aan iemand gegeven?’
Jaap: ‘Nee.’
We moeten Piet Huisman niet vergeten.
Huisman is de advocaat van Jaap.
Hij is, ook al weer lang geleden, wethouder van de gemeente Groningen geweest.
Hij trad af in verband met de Kredietbankaffaire die de stad destijds tientallen miljoenen euro’s had gekost.
Advocaat Huisman: ‘Miljard, miljard. Dat zegt me dus niks. Dat de kans één op de miljard is dat Jaap het niet heeft gedaan, betekent dat er op een wereldbevolking van zeven miljard nog zeven mensen op deze aardbol rondlopen die het ook gedaan kunnen hebben.’
Huisman had een interessant artikel meegenomen.
Daar staat in dat dna niet alles zaligmakend is.
Moesten de rechters maar eens lezen.
Huisman zegt ook dat als je er niet bent geweest, je dan sowieso moeilijk kunt verklaren dat je bloed daar ligt.
Lijkt hem logisch.
De aanklager heeft zijn hoofd tijdens het betoog van Huisman een paar keer in een vraagteken gewrongen.
Zegt dat wanneer er hele harde aanwijzingen zijn, zoals dna, en de verdachte heeft geen verklaring, dat je dat dan als bewijs mag meenemen.
Brouwer: ‘Dat mag zelfs van Europa.’
Jaap snapt het nog steeds.
Hij herhaalt: ‘Het blijft een vreemd verhaal. Maar ik ben niet in die school geweest.’
De officier van justitie wil Jaap niet aan de hoogste boom opknopen.
Het is immers ook al weer ruim twee jaar geleden.
Hij eist negen maanden gevangenisstraf, maar die geheel voorwaardelijk.
Omdat Jaap wel iets moet voelen, een taakstraf van 180 uur er bij.
Nu kun je over Jaap van alles zeggen, niet dat hij lui is.
Hij kwam daags na zijn verjaardag misschien wat moeilijk uit bed, normaal gesproken werkt hij hard.
Laatste tijd in de Eemshaven, bij de centrale.
Zegt: ‘Vanmiddag heb ik een afspraak bij een uitzendbureau.’
Huisman vertelt dat zijn cliënt een roerige tijd achter de rug heeft, met criminaliteit, met detentie, met cocaïne, foute vrienden en veel te veel alcohol.
Maar dat Jaap zijn best doet en hoopt eens weer te worden herenigd met zijn alleenstaande vriendin en hun zoontje dat net vijf is geworden.
Huisman: ‘Hij steekt de handen uit de mouwen en is behoorlijk aan het opkrabbelen. Zijn leven is in rustiger vaarwater gekomen.’
Jaap knikt.
Zo is het.
Wat hij straks wil gaan doen?
Naar zee.
Rob Zijlstra
extra
• Oebele Brouwer
UPDATE – 12 juli 2012 – uitspraak
Jaap is veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur en 9 maanden voorwaardelijke celstraf wegens vijf inbraken in de school, twee kraken bij Gall & Gall en vier maal diefstal van benzine.
Zoals altijd boeiend geschreven!
Boeiend geschreven maar wel met foutje. In de tweede alinea staat “Jaap luste hem wel”. Vervoeging van het werkwoord lussen?
@Jaap,
Stom. Is hersteld. Dank.
robz