De kinderrechter

kopdia
‘Kinderen van tegenwoordig worden opgevoed met altijd een ja.
Ik denk wel eens, wat is dat voor gekkigheid?
Ze krijgen van alles en er is ook van alles.
Ik ben blij dat ik ben opgegroeid in de jaren vijftig.
Kinderen worden gelukkig van een nee met zo af en toe een ja.’

Dit zegt Dia Flinterman, kinderrechter bij de rechtbank Groningen.
Haar motto: kinderen eerst.

dia
Ze zegt dat het echt is gebeurd. “De kinderen hadden samen een film gezien, heel gezellig. Toen de film was afgelopen, gingen ze het naspelen. Zetten ze bivakmutsen op en gingen ze met hun speelgoedpistooltjes bij de brug staan, gingen ze voorbijgangers overvallen. Ze hadden geen benul wat ze deden. Ik heb kinderen op zitting gehad die op een begraafplaats grafstenen hadden vernield. Ze zagen de ernst van hun gedrag niet in. Ze vroegen, liggen daar dode mensen dan? Dode mensen worden toch gecremeerd? Afschuwelijk.”

Een beetje mopperig: “Ze zitten maar achter die computer. En dan spelen ze die games waarin je mensen moet aanvallen en doodschieten. Dat is niet om vrolijk van te worden. Griezelig. Vroeger speelden wij op het plein en dan duwden we elkaar om. Dan viel je en dat voelde je echt. Ik denk dat kinderen van nu een ander inlevingsvermogen hebben.”

Wat duidelijk moet zijn: Dia Flinterman is gek op kinderen. Die komen wat haar betreft altijd op de eerste plaats. Wanneer zij als kinderrechter een beslissing moet nemen, dan denkt ze vanuit het belang van het kind. Ze benadrukt: “Als kinderrechter zie je alleen kinderen met problemen. Met heel veel kinderen gaat het gelukkig heel goed. Ik geniet mij suf wanneer ik zie hoe creatief jonge kinderen kunnen zijn. Als ze een voorstelling geven of wat dan ook. Dat vind ik geweldig.”

Ze voedde zelf drie kinderen op. “Ik nam hen mee naar de rechtbank, ik werkte toen als rechter in Zwolle. Wanneer het voedingstijd was, schorsten we de strafzitting. Dat was in een andere tijd. We leven nu in een tijdsgewricht dat het kind niet meer op de eerste plaats staat. Tegenwoordig gaat iedereen heel erg voor zijn eigen ikje. Of voor de nieuwe partner.”

“Ouders hebben huizen gekocht en moeten hypotheken betalen. Ze moeten blijven werken en iedereen heeft het druk, druk. Maar kinderen vinden het niet leuk om alleen thuis te komen. Ik ben voor een langer ouderschapsverlof. Zes maanden, minimaal. Ook voor de man. Wat nog beter is: puberteitsverlof voor de vader. Ik roep dat wel vaker en altijd word ik dan uitgelachen. Maar mannen zijn anders dan vrouwen. Mannen zijn zakelijker, die kunnen beter sturing geven en dat is belangrijk in de puberteit van een kind. Ik vind het erg wanneer vaders het laten afweten in de opvoeding. Ja, dat zie ik veel gebeuren.”

“Het Nieuwe Werken waar je nu over hoort spreken, het idee om zorg en werk te combineren, is misschien wel een deel van de oplossing. We moeten af van de oude modellen, van werken van negen tot vijf. Veel werk kan thuis. Dat controlegedoe ten aanzien van het werk, dat moet eruit.”

Ze is even stil, denkt na en zegt dan: “Hoewel een zekere controle wel nodig is. Controle is ook een vorm van aandacht en het biedt veiligheid. We hebben de laatste tijd veel ellende zien passeren bij banken, bij woningcorporaties, scholen. Daar was wat meer toezicht goed geweest.”

De kinderrechter valt weer even stil, alsof ze twijfelt: “Maar ja, kijkend naar mijn eigen minister… meer politie, meer straf, meer repressie… Daar word ik dan ook weer niet echt blij van.”

Ze was met haar man op vakantie in Amman, Jordanië toen ze hoorde over een feestje in Haren. In de wijk waar ze zelf wonen. Een paar dagen later waren ze in Tel Aviv, Israel. “Mijn man zat op de hotelkamer naar de BBC te kijken. Roept hij ineens verschrikt: Dia, kom snel, dat is onze Albert Heijn die wordt geplunderd. Toen de kinderen ons van Schiphol kwamen ophalen zeiden ze, jullie hoeven je nergens zorgen over te maken. Alles is al geregeld. Wij: uhh? Wat is er aan de hand? Ik zag de korpschef en de burgemeester later bij Pauw en Witteman. Toen dacht ik, jullie hebben het misschien wel een beetje onderschat. Een van mijn zonen zei dat de oude heren zich misschien hadden moeten voegen naar de jeugd, daar hadden ze hun informatie vandaan moeten halen, dan waren de problemen niet gekomen. Paar dj’s op het veld…”

“Ik ben wel eens mee geweest naar een voetbalwedstrijd van FC Groningen. Ik mocht sjiek, bij de bobo’s, maar ik wilde tussen de Z-side. Dat was heel leuk. Tot de wedstrijd was afgelopen. Ineens was er overal politie, ook op paarden. Pas toen ging het mis. Ik vraag me dan af, zetten we wel de juiste middelen in?”

“Tegenwoordig telt de mening van hen die het hardste roepen. Er ontstaat een beeld, maar dat beeld staat zo ver van de realiteit. Kinderstrafzaken vinden plaats achter gesloten deuren. Niemand ziet wat er echt aan de hand is. Een camera die alles integraal uitzendt, dat zou, even los van de privacy, heel interessant zijn. Dan zou ook de politiek zien hoe kinderen in de knoei komen bij echtscheidingen. Bij vechtscheidingen zoals wij dat dan noemen. Ruziënde ouders moeten uit elkaar. Is beter. Scheiden als partner prima, maar ga niet scheiden als ouders. Ik zie dat de ouder kiest voor de nieuwe partner, niet voor het kind. Onbegrijpelijk. Ja, ook als het kind al 16 jaar is. Kinderen worden afgekocht met cadeautjes. Om aandacht te blijven krijgen, gaan die kinderen steeds gekker doen. En soms noemen we dat gekke gedrag dan criminaliteit. Terwijl het ook gewoon pubers zijn die dingen uitproberen.”

“Als kinderrechter ben je soms machteloos. Ik heb wel eens gedacht, ik ga zelf bij de reclassering werken, steeds maar weer die vonnissen uitspreken is ook zo deprimerend. Ik vraag mij af, zijn er dan geen basisvoorwaarden in de samenleving? Eens hadden we een uitstekend werkende jeugden zedenpolitie. Die werd wegbezuinigd en nu komen die weer terug. Steeds moet het weer anders. Jeugdzorg valt straks onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Het gevaar is dat er vijftien jaar kennis en ervaring die de provincies hebben opgebouwd, wordt weggegooid. Gemeenten gaan het wiel opnieuw uitvinden. Ik ben een mens van de geleidelijke verandering. Je moet niet steeds de boel op de kop willen zetten.”

“We krijgen meer regelgeving. We zijn met z’n allen met regeltjes bezig, met protocollen. Wanneer er binnen een organisatie iets fout gaat, roepen we dat er volgens het protocol is gehandeld. Rechters moeten altijd verantwoording afleggen, onze beslissingen moeten we motiveren. Zouden wij gedwongen worden in standaarden te werken, volgens protocollen, dan zouden we bezig zijn met het opheffen van de rechtstaat. Weet je, die beleidsambtenaren, die moeten wat minder vanuit een ivoren toren werken. Het zou goed zijn als een beleidsambtenaar eens een tijdje in de praktijk zou werken.”

Terwijl rechters voortdurend het verwijt krijgen dat juist zij opereren vanuit de ivoren toren.

“Ik weet niet hoe de samenleving daar bij komt. Rechters zijn burgers die midden in de maatschappij staan, wij vormen niet een oude regentengroep of zo. Wij lopen zelfs voorop. Wij zijn wel eens wat te voorzichtig dat zo te zeggen, maar rechters worden dagelijks geconfronteerd met nieuwe dingen. Wij kennen de regelgeving en zien dat de praktijk anders is. Regelgeving en praktijk sluiten niet op elkaar aan. Het moet meer van dit en dan weer meer van dat. Wanneer ik het regeerakkoord lees, lees ik dat alles via het strafrecht geregeld moet worden. Daar word ik naar van. Nee, het moet met zorg, veel meer met zorg. Wij moeten kinderen niet willen opsluiten. Dat doen we nu wel.”
“Wat ik ook zie is dat er te veel jonge vrouwen werken binnen de jeugdhulpverlening. Wat weet nou iemand van 24 jaar met een hbo-opleiding? Ouders hebben meestal niet veel vertrouwen in een jong juffie dat wel even zal vertellen hoe het moet. En dan gaat het weer fout. Daarom blijf ik het zeggen, er moeten meer mannen in de hulpverlening. Meer doorpakkers.”

“Er gebeuren gelukkig ook goede dingen. Om een probleem goed aan te kunnen pakken, moet je beginnen met de diagnostiek. Wat is er aan de hand met dit kind en welke hulp moet hier worden ingezet. We krijgen steeds meer zicht op wat helpt en wat niet helpt. Er komen meer gespecialiseerde kinderrechters. Ook dat is goed, want dat levert kwaliteit op. Een andere goede ontwikkeling is dat wij maatregelen kunnen opleggen ter bescherming van het kind en dat wij eisen kunnen stellen aan ouders. Dat laatste is zo belangrijk. Kinderen staan terecht, maar het zijn vaak de ouders die het hebben laten afweten. Ouders maken deel uit van het probleem. Als onderdeel van de straf zou je een opvoedcursus verplicht moeten kunnen stellen.”

Zou u in deze tijd kind willen zijn?

Brede glimlach: “Jawel. Ik denk dat ik ook zo’n iPhone zou krijgen. Ik hoop dat ze dan tegen me zegen: maar pas als je 9 of 10 jaar bent.”

.

Dit interview verscheen op 24 december 2012 in de bijlage van Dagblad van het Noorden. De foto is van Corné Sparidaens. 
interview in pdf-bestand [klik]

3 gedachtes over “De kinderrechter

  1. Treurig dat dit soort mensen kinderrechter is. Zoals ze zelf al aangeeft… uit een andere tijd… en heeft geen flauw idee wat kinderen zelf belangrijk vinden.
    Goed dat dit soort interviews een inkijkje geeft in wat voor soort mensen zich geschikt af kinderen aan BJZ toe te vertrouwen via dwangsmaatregelen.

  2. Mevr Flinterman is ook mijn kinderrechter geweest. Ik ben nu een moeder van 36 jaar en moet zeggen dat die vrouw mij altijd als kind goed gehoord heeft en ook echt naar mijn wensen heeft geluisterd.
    Ze heeft gelijk. tegenwoordig werken ouders alle twee en of zitten hele dagen met hun 2 werkloos op de bank zorgen en stress hebben om het geld. Maar daarbij het belang van het kind vaak vergeten doordat ze teveel met hun zelf bezig zijn.
    Op zich niet verkeerd maar een kind moet kind blijven. Kan het niet op een dure manier dan kan het op een goedkope manier. Ik kon in het begin van mijn 4 kinderen geen nickelodeontoetjes kopen en of walt disney smeerkaas. Kheb het toen opgelost door goedkoopste te halen en stickertjes bij de aktion te halen en die op de verpakking te plakken. Mijn kinderen voelen zich hierdoor koning te rijk want hun hebben sponsbob toetjes en of spidermansmeerkaas. Zo heb ik dat geleerd op te lossen via mevr. Flinterman en mijn toenmalige voogdes Trijnie Oudenampsen. Nooit is bij mij door hun 2 mijn gevoel in twijfel getrokken en mis soms nog hun advies 😉

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s