OPINIE
De rechtbank in Groningen doet dinsdagmiddag uitspraak in de ’zaak Baflo’.
Tegen de 27jarige Alasam S. is de zwaarste straf geëist die Nederland kent: levenslang.
Wellicht ten overvloede: levenslang is in Nederland, als een van de weinige landen ter wereld, ook echt levenslang.
De deur gaat definitief op slot.
Is dit de straf die S. moet krijgen omdat hij met geweld een einde maakte aan het leven van zijn vriendin Renske Hekman en daarna politieman Dick Haveman doodschoot?
De rechtbank zal de gebeurtenissen eerst juridisch kwalificeren.
Moord of doodslag?
Het verschil tussen beide is de laatste jaren vooral verworden tot een taalkundige kwestie.
Wist Alasam wat hij deed en deed hij dat bij zijn volle verstand of was er sprake van een plotselinge gemoedsopwelling?
Of kon hij binnen die plotselinge opwelling toch nog een moordplan bedenken?
Bij een opwelling is er geen sprake van moord, maar van doodslag en kan geen levenslang worden opgelegd.
Is er volgens de rechtbank wel sprake van voorbedachten rade – zoals het Openbaar Ministerie stelt – dan kan een einde worden gemaakt aan het ’normale’ leven van S.
Dan wordt hij levend en wel opgesloten zonder enig perspectief, dan wordt hij afgeschreven als mens.
De levenslange gevangenisstraf moet gekoesterd worden.
Daarmee bedoel ik dat met deze ultieme sanctie uiterst voorzichtig moet worden omgesprongen.
De rechtbank in Groningen vond dat in 2004 ook.
Tegen een man die een koelbloedige moord had gepleegd en een moord had uitgelokt was destijds levenslang geëist.
De rechtbank vond het een passende straf, maar legde 20 jaar op.
Dat was toen het maximum als tijdelijke vrijheidsstraf (nu is dat 30 jaar).
De rechters schreven in het vonnis dat ook bij de meest ernstige misdrijven het uitgangspunt geldt dat de pleger in beginsel uitzicht moet hebben op terugkeer in de samenleving.
In datzelfde vonnis: ’Uit humanitaire overwegingen moet terughoudendheid worden betracht bij het opleggen van levenslange gevangenisstraffen’.
En zo moet het nog steeds zijn: alleen bij hoge uitzondering, in extreme gevallen, wordt afgeweken van het uitgangspunt dat geen levenslang wordt opgelegd.
De ’zaak Baflo’ is een drama met ontzettend veel leed en verdriet.
Daarover bestaat geen twijfel.
Twijfel is er wel over de feiten.
Er bestaat twijfel over de gemoedstoestand van Alasam S., er is twijfel over de invloed van medicijnen.
Deskundigen hebben zich hierover uitgelaten en hebben de twijfel niet kunnen wegnemen.
Alasam S. was niet psychotisch, maar het kan ook niet worden uitgesloten, zegt de ene deskundige.
Hij was knetter-psychotisch, meent de andere deskundige op basis van zijn onderzoek.
Het is niet aannemelijk dat medicijngebruik een rol heeft gespeeld, maar ook daarover is zekerheid niet te geven, zeiden de farmacologen in de rechtszaal.
Alasam S. zegt dat hij in paniek en in het wilde weg schoot, volgens justitie schoot hij koelbloedig en gericht.
Er zijn geen feiten die de ene of de andere versie onderbouwen. Hier gaat het om aannames.
Binnen het Openbaar Ministerie is lang nagedacht, zo werd tijdens de rechtszaak gezegd, of de levenslange gevangenisstraf wel of niet moest worden geëist.
Het besluit om dat toch te doen, is niet unaniem genomen.
Dat hoeft ook niet.
Het geeft wel aan dat ook binnen justitie de meningen zijn verdeeld, dat ook daar twijfel bestaat.
Bij de ultieme sanctie past geen enkele twijfel.
Nu die er wel is, op meerdere punten zelfs, is de levenslange gevangenisstraf in de ’zaak Baflo’ niet op z’n plaats.
Rob Zijlstra
dit artikel is zaterdag 2 maart ook gepubliceerd op de opiniepagina van Dagblad van het Noorden
Hoi Rob,
In het stuk ontbreekt de rol van de gekwalificeerde doodslag, waardoor er ook bij het ontbreken van de vereisten voor moord er een levenslange gevangenisstraf kan worden opgelegd. Daarbij gezegd deel ik je mening, dat levenslang in deze zaak afbreuk zou doen aan het gewicht dat de straf heeft. Een van punten die hierin, in mijn visie, gewogen zou moeten worden is de vraag of de verdachte cq. dader na de maximale tijdelijke straf nog gevaarlijk/ in staat is om dergelijke ernstige feiten nog te plegen.
Dit is denk ik precies het probleem in deze zaak:
“ook bij de meest ernstige misdrijven het uitgangspunt geldt dat de pleger in beginsel uitzicht moet hebben op terugkeer in de samenleving.”
Maar in welke samenleving? Niet de Nederlandse, hebben we al begrepen want zijn asielaanvraag was afgewezen. Dus na het uitzitten van een eventuele (tijdelijke) gevangenisstraf wordt meneer direct uitgezet.
TBS en resocialisatieprogramma’s zijn in zoverre dus ook zinloos; hoe iemand voor te bereiden op een nieuw, onbekend bestaan in het land van herkomst 20 jaar later? Of moet hij hier na een gevangenisstraf en TBS eerst op begeleid verlof naar Benin?
Ik denk dat de rechtbank gaat kiezen voor een gevangenisstraf tussen de 20 en 30 jaar, zonder TBS ook al zou deze man de TBS goed kunnen gebruiken.
Als het tweede slachtoffer een burger was geweest in plaats van een agent denk ik niet dat levenslang op tafel was gekomen.