Er zijn misdadigers die gewetenloos zijn.
Die doen het om er zelf beter van te worden of zomaar voor de kick.
Zij zijn wel de ergste, maar ze zijn niet met de meesten.
De meeste mannen die met een misdaad in de rechtszaal moeten verschijnen – in Groningen maar ook elders – zijn eenmalige misdadigers.
Amateurs.
Ze hebben vaak ook een reden, al dan niet in combinatie met een samenloop van omstandigheden.
Een zus met reuma, een slecht huwelijk, ontzettende dorst.
Ontzettende dorst.
Martin, 55 jaar, geboren en getogen in Groningen, is glazenwasser van beroep.
Dat wil zeggen Martin had een fiets, een ladder en een emmer met zeepsop.
Toen zijn compagnon in 2000 overleed had hij aan de weduwe 300 gulden (toen nog) betaald om het klantenbestand over te nemen.
Zo kreeg hij een eigen wijk.
Een vetpot was het niet, maar hij kon er de vijf liter bier die hij dagelijks tot zich nam van betalen.
En af en toe wat heroïne.
Op een dag werd hij verraden door een concurrerende glazenwasser.
De sociale dienst stelde een onderzoek in en ontdekte dat Martin genoten inkomsten niet opgaf en dat hij een gezamenlijke huishouding voerde met Alie, de zus van zijn overleden compagnon.
Martin ziet dat anders.
In 2006 was Alie shag gaan halen bij het benzinepompstation.
Ze kreeg een aanval en ging onderuit.
Sindsdien komt ze nauwelijks nog buiten.
Hij verzorgt haar.
De fraudepolitie ontdekte dat hij de boodschappen deed en kookte, dat de gasrekening op het adres waar hij zei zelfstandig te wonen veel te laag was, dat zij zijn kleren waste, dat hij haar hond uitliet.
Martin maakte ook gebruik van een brommer die op naam stond van Alie.
Martin zegt dat hij Alie altijd op haar brommer – zij achterop – naar het ziekenhuis bracht.
Daarom.
In de wijk belde de fraudepolitie aan bij mensen met de vraag of zij Martin kenden als de glazenwasser.
En of ze wilden verklaren dat ze hem geld gaven voor schone ramen.
Veel klanten hadden hun mond gehouden, maar een stuk of tien klapten uit de school en leverden het wettige bewijs voor de fraude.
Martin had nog aangevoerd dat ze het bed niet deelden, dat van een seksuele relatie geen sprake was.
Te laat.
De financiën waren verweven (‘we deden het een beetje sam-sam’) en dat is voldoende om van een duurzame relatie te kunnen spreken.
En dan heb je geen recht op een uitkering als alleenstaande.
Martin moet nu 110.000 euro terugbetalen, geld dat hij niet heeft.
De officier van justitie zegt dat Nederland een verzorgingsstaat is waarin zij die het beter hebben betalen voor hen die het iets minder hebben. ‘Als iedereen doet wat Martin deed, dan houden we de staat niet overeind, dan kunnen we het niet meer betalen.
Wat Martin heeft gedaan is dus heel ernstig. Ik vind dan ook dat hij iets terug moet doen voor de maatschappij. Ik eis een werkstraf van 240 uur.’
Martin vindt dat de officier van justitie groot gelijk heeft.
Zegt: ‘Zoals zij denkt, zo denk ik er ook over. Ik heb de staat benadeeld, maar ik ben geen draaideurcrimineel geworden. Als crimineel had ik de staat nog veel meer geld gekost.’
Martin neemt afscheid met een kleine buiging naar de officier van justitie en naar de rechters en zegt: ‘Mag ik u allen vriendelijk bedanken?’
Dat mocht.
De strafzaak tegen Alie is vanwege haar gezondheid geseponeerd.
Bart is ook mantelzorger.
Hij loopt tegen de zeventig en verzorgt zijn moeder die de honderd nadert.
Hij is ontzettend bang dat hij naar de gevangenis wordt gestuurd.
Dan zal hij zijn moeder niet meer kunnen bijstaan en ook zal hij dan alles aan haar moeten vertellen.
Nu weet ze van niets.
Bart heeft twee enorme stommiteiten begaan.
Hij verzamelde kinderporno op zijn computer.
Zegt: ‘Ik was bewust op zoek, het was verslavend gedrag. Ik zag geen kinderen in nood. Ik had mijn geweten uitgeschakeld. Dat neem ik mezelf ontzettend kwalijk. Toen de politie kwam, stortte mijn wereld in want ik wist waarvoor ze kwamen.’
Dit speelde zich af in november 2011.
Hij is al langer dan een jaar in therapie en dat doet ‘m goed: ‘Ik leer daar heel veel over mezelf.’
In september 2010 was de politie ook al bij hem aan de deur geweest.
Zijn zus heeft reuma en had baat bij zo af en toe wat nederwiet.
In een growshop had hij naar de mogelijkheden geïnformeerd, want steeds maar naar de koffieshop werd te duur.
Politieagenten hadden hem in die winkel gespot en drie maanden later belden ze bij hem aan.
Of hij een hennepkwekerij had?
Bart had ja gezegd en de agenten binnengelaten.
Dat had hij niet moeten of hoeven doen, maar dat wist hij als amateur natuurlijk niet.
Een bezoek aan een growshop kan geen reden zijn om iemand als verdachte te beschouwen en een onderzoek te beginnen, zegt de advocaat.
Ook hebben de agenten niet gezegd toen ze aanbelden dat hij het recht had te zwijgen.
Ernstige fouten die ook niet zijn te herstelen en dus moet vrijspraak volgen.
De officier van justitie is het niet met de advocaat eens: de politie mag overal aanbellen en een vraag stellen.
‘Vragen staat immers vrij.’
Wel houdt ze rekening met het feit dat het oude misdaden zijn: normaliter waren de misdaden van Bart goed geweest voor gevangenisstraf, nu kan worden volstaan met een taakstraf van 240 uur (eis).
Bart buigt het hoofd en biedt excuses aan: eerst aan de kinderen en dan – via de officier van justitie als vertegenwoordiger van de samenleving – aan ons allemaal.
Rob Zijlstra
UPDATE – 31 oktober 2013 – uitspraken
Bart is veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en 6 maanden voorwaardelijke celstraf. De politie heeft niets onrechtmatig gedaan, vindt de rechtbank. Vragen staat vrij evenals spontaan iets tegen de politie zeggen.
Glazenwasser Martin moet ook 240 uur voor straf werken en kreeg 2 maanden voorwaardelijk als stok achter de deur.
de vonnissen zijn door de rechtbank niet gepubliceerd