Als Ernest zittingszaal 14 binnenschuifelt zie ik dat hij de kleren draagt die hij droeg toen hij in mei 2012 de rechtszaal binnenkwam.
Ook toen werd hij omringd door zes goedgetrainde politiemensen, anders dan toen zijn de handen nu niet geboeid.
Zijn laarzen zijn aan het geslof te horen te groot, de spijkerbroek is extreem wijd, de groene trui kan hem wel twee keer bergen.
Op zijn hoofd vormen zwarte dreads een soort waaier, de andere lokken hangen wild naar beneden.
Ik zie dat de nagels van de linkerhand rood gelakt zijn geweest.
Ernest heeft een balpen van Bic in het hoofd gestoken van een beveiliger van de Van Mesdagkliniek in Groningen.
Dat zegt het Openbaar Ministerie.
Het gebeurde toen Ernest naar Emmen moest om daar zijn elektroshocktherapie te ondergaan.
Terwijl hij klaar werd gemaakt voor transport, werd hij boos.
Hij wilde niet naar Emmen.
Hij was bang dat ze hem er een spuitje zouden geven om hem levend te begraven.
Hij pakte een pen – hoe dat kon gebeuren is niet verteld – en stak.
In zijn eerste verklaring zei hij dat het de bedoeling was de beveiliger te doden, opdat hij dan zelf ook doodgemaakt kon worden.
Ernest is 30 jaar en komt uit Congo Town, Liberia.
Hij heeft de gruwelijkste dingen meegemaakt.
Kindsoldaat.
Misschien heeft hij andere mensen, misschien ook wel kinderen en baby’s en eigen familieleden moeten afslachten.
Veel is er niet over bekend.
In 2001 kwam hij via de Verenigde Naties naar Nederland.
Vastgesteld werd dat Ernest ernstig was getraumatiseerd.
Nog steeds.
Schizofreen, chronisch psychotisch.
Altijd bang, altijd in paniek.
Hij is dat 24 uur per dag, overal loert het gevaar.
In de nacht wordt hij op vreselijke wijze verkracht, ook als de celdeur is gesloten.
Dan komen zijn verkrachters door de muren heen, en elke nacht opnieuw.
Zijn toestand maakt dat hij onvoorspelbaar en gevaarlijk kan zijn.
Wil hij iets, dan moeten er standaard vier mensen aan te pas komen om hem wat dan ook te laten doen.
Lang werd hij behandeld in een GGZ-instelling in het zuiden van het land.
Om hem zonder problemen te kunnen luchten werd speciaal voor hem een kooi gebouwd.
Kon hij af en toe even veilig naar buiten.
In vakbladen werd zijn extreme problematiek besproken, in die bladen werd hij de kooiman genoemd.
Na jaren ging er iets mis en belandde Ernest – in 2008 – in de tbs, op een extra beveiligde afdeling, met altijd de hoogste staat van paraatheid.
In 2012 zou zijn tbs-status eindigen.
Niemand wist raad tot hij op 2 februari van dat jaar in de Van Mesdag de pastor onverhoeds en met kracht een vuistslag in het gezicht gaf.
Dat kwam mooi uit.
Een jaar eerder – op 6 januari 2011 – had hij een medewerker op het achterhoofd geslagen, kort daarvoor – in december 2010 – een activiteitenbegeleidster in het gezicht.
Die drie feiten waren opgeteld goed voor een nieuwe tbs, vond het Openbaar Ministerie en vond toen ook – in mei 2012 – de rechtbank in Groningen.
De rechters zeiden dat er geen alternatief was gezien het ernstige ziektebeeld en het hoge recidiverisico.
In het vonnis: ‘Een tbs-kliniek is de enige plek waar de veiligheid van het personeel enigszins gegarandeerd is en er een humaan contact met verdachte kan zijn.’
Het gerechtshof in Leeuwarden vernietigde de uitspraak.
Ernest raakte daardoor de tbs-status kwijt.
Hij bleef wel in de Van Mesdagkliniek, want waar anders heen?
Een speciale commissie van het ministerie van justitie gaf betrokkenen een jaar de tijd met een oplossing te komen.
Op 5 april dit jaar stak Ernest de balpen in het hoofd van een beveiliger.
Getuigen zeiden dat de balpen uit het hoofd moest worden getrokken, zo erg.
De advocaat van Ernest zegt dat er slechts een oppervlakkige hoofdwond was.
Een medische verklaring ontbreekt.
Tegen de rechters zegt de advocaat dat hij wel weet waarom het Openbaar Ministerie de kwestie aandikt.
Hij zegt: ‘Het Openbaar Ministerie doet dat om opnieuw de maatregel tbs te kunnen eisen.’
De advocaat: ‘Mijn cliënt hoort niet in de tbs thuis. In tbs-klinieken – ik heb er gewerkt – draait het om protocollen en regeltjes, met sancties bij overtredingen. De druk op Ernest is daar veel te groot, dat maakt hem gevaarlijk, vooral in de ochtend wanneer hij ontwaakt uit die vreselijkste nachtmerries. Dan moet je afstand houden. Ik bezoek hem daarom altijd ’s middags, zonder problemen.’
Volgens de advocaat is plek – op een longcare-afdeling binnen een GGZ-instelling ook vanuit humaan oogpunt, beter.
De GGZ kan dat ook, ook als het om beveiliging gaat, zegt hij.
Ernest is onrustig, dan weer leunt het hoofd met die wilde haren op zijn hand, dan weer bedekt hij zijn ogen met de rechterhand, de linker om de keel.
Van onverwachte geluiden schrikt hij.
Dan kijkt hij achterom met ogen van de prooi die instinctief weet zo uiteen gereten te worden.
Dan weer vanuit het niets een harde lach.
Hij gelooft het niet, van die balpen.
Hij zegt dat hij een buitenlands wezen is, van Saturn, van Jupiter, wat achter Ethiopië ligt, in Afrika.
Hij zegt dat hij wordt misbruikt.
De officier van justitie zegt dat hij het kort zal houden vanwege de korte spanningsboog van verdachte.
Aan negentig seconden heeft de officier van justitie genoeg: tbs met dwangverpleging.
De advocaat is het er niet mee eens en Ernest mag als laatste ook nog wat zeggen.
Hij spreekt, maar niemand die zijn woorden begrijpt.
En dan gaat hij weer, sjokkend de rechtszaal uit, tussen zijn zes beveiligers, terug naar zijn wereld waar de toekomst niet bestaat.
Levend begraven.
Rob Zijlstra
• de kooiman [16 april 2012]
update – 7 juni 2017 – verlenging tbs
Het Openbaar Ministerie heeft de rechtbank gevraagd de tbs met twee jaar te verlengen. Advocaat Maurits Jansma heeft om een onafhankelijk onderzoek gevraagd. Ernest wordt niet meer behandeld omdat alles wat voorhanden is op behandelgebied is geprobeerd zonder goede gevolgen. De raadsman meent dat een out-of-the-box-denker-deskundige in de naam van prof. dr. Jan Derksen uit Nijmegen (Radbout) nog wat zou kunnen betekenen. De rechtbank vindt dat geen goed idee. Te vroeg. De zitting werd aangehouden om in juli een vervolg te krijgen: de verlenging van de tbs staat dan centraal.
Wat een triest en indrukwekkend verhaal en hoe aangrijpend geschreven!
De wereld kan niet omgaan met dit soort overweldigende trauma’s. Maar ben wel benieuwd hoe de GGZ zo iemand denkt veilig op te kunnen vangen! Zowel veilig voor hem, als voor het personeel, als ook voor andere patienten? Dat lijkt me een pittige uitdaging en ik betwijfel ten zeerste of de GGZ op dat vlak enige garanties kan geven… En dan blijft er van het betoog van de advocaat natuurlijk bar weinig over. Uitgangspunt moet zijn dat de samenleving tegen deze man beschermd wordt!
Triest, triest en triest.
Triest in de allereerste plaats voor Ernest die de wereld van zijn aller zwartste kant beleefde, beleeft en zal beleven.
Triest voor de rechtsgang dat het OM, dat Ernest kennelijk beschuldigt van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door het slachtoffer een ballpoint in het hoofd te steken, dit avontuur durft aan te gaan zonder een medische verklaring omtrent de aard en ernst van het toegebrachte letsel.
Triest dat wij onszelf gedwongen hebben dit soort menselijk leed via het strafrecht af te handelen zodat het erbarmen van de rechters moet komen.
Pieter
Mooi verwoord Pieter.
@Rob Zijlstra, prachtig hoe jij zo iets triest zo mooi kunt schrijven.
Wat een ellende.
In- en intriest. Moet aan de woorden van War Child denken: je kan een kind wel uit de oorlog halen, maar hoe haal je de oorlog uit het kind? En wat wordt er van datzelfde kind als dat niet lukt? Het is vreselijk zo te moeten leven…
Pingback: Strafrecht van jewelste | ZITTINGSZAAL 14