Hard werken

iets te hard...

iets te hard…

In het gebouw van het recht in Groningen wordt altijd gewerkt.
Al maanden zijn bijvoorbeeld mannen bezig met het trekken van kabels en met het ophangen van kastjes en camera’s.
Die kabels gaan over plafonds en door betonnen muren en zijn ergens voor.
Deuren zijn voorzien van drangers en van onhandige, maar brandvertragende portalen.
De oude advocatenkamer wordt reproruimte, de verdedigers schuiven door naar de schoonmaakkast die iets groter wordt gemaakt.
De perskamer wordt gewit.

Veel heeft te maken met de toekomst, met wifi en met nieuwe inzichten in veiligheid.
En dat dat niet voor niets is, bleek dinsdag even na tien uur.
Er was een heuse bommelding gevolgd door een ontruiming en veel gedoe.
Alle medewerkers moesten het gebouw rap verlaten.
Ineens zie je dan hoeveel mensen er bij de rechtbank werken.
Wel driehonderd.

Eigenlijk draait alles om werken, of je het nou druk hebt, of werk of niet.
De economische politierechter was deze week druk doende met strafzaken rond onder meer vuilniszakken die te vroeg bij de weg waren gezet.
Dat mag niet, maar het komt wel voor.
Dat komt natuurlijk voor omdat mensen vroeg naar het werk gaan, want druk, druk en dan alvast de rotzooi buiten zetten.
Maar te vroege vuilniszaken heten een economisch delict.

Het gegeven dat die delicten werden gepleegd in 2012 en pas nu voor het gerecht konden worden gesleept, geeft aan dat hier en daar nog veel werk moet worden verzet.
Strafvervolging moet immers wel geloofwaardig blijven.
Aan de andere kant: zorgvuldigheid is ook niet onbelangrijk.

In zittingszaal 14 ging het deze week over verdachten zonder werk, maar die het wel druk, druk hadden en een uitkering.
Die laatste twee zaken waren een beetje door elkaar gaan lopen.
De verdachten maken deel uit van een familie.
Bij de afdeling fraude van de gemeente Groningen was een e-mail binnengekomen van een klikspaan: ‘Meneer werkt in een shoarmazaak en geeft geen inkomsten op.’

Het samenwerkingsverband sociale recherche was in hoge staat van paraatheid gebracht.
Besloten werd onderzoek te doen en om dat onderzoek een codenaam te geven: Kwartet.
De meneer van de shoarmazaak werd door het Kwartet-team geobserveerd en alles wat hij deed werd geregistreerd.
Zo werd duidelijk dat er meer aan de hand was.
Uiteindelijk kwam er een onderzoeksdossier van meer dan drieduizend A4’tjes vol tekst.
En acht verdachten: broers, echtgenoten en zwagers.

De laatste keer dat de sociale recherche in zittingszaal 14 van zich deed spreken was in 2012.
Toen stonden vijf leden van een familie terecht die in de wintermaanden oliebollen verkochten en in de zomer rondtrokken met touwtjetrek en de drijvende eendjes (die je dan met hengeltjes uit een bak met water moet vissen).
Daar waren ook wat zaken door elkaar gaan lopen.

Voor de behandeling van de Kwartet-zaak – voor de meervoudige strafkamer – is anderhalve dag uitgetrokken.
De ‘meneer van de shoarmazaak die geen inkomsten opgeeft’ is de 39-jarige Arif.
Hij is getrouwd met de twee jaar jongere Sawda.
Samen hebben ze kinderen.
Sawda is ook verdacht, maar zij is niet gekomen.
Zij is vanwege alle ellende teruggekeerd naar Pakistan en heeft de kinderen meegenomen.
Arif is gebleven, verdrietig en met grote zorgen.

De officier van justitie is streng.
Ze zegt dat uitkeringen zijn bedoeld voor hen die dat echt nodig hebben.
Ze zegt:’Daar betalen alle Nederlanders voor. Door fraude vermindert het draagvlak voor deze ondersteuning.’
De tolk vertaalt het en Arif knikt.
Dat snapt hij ook wel, dat alle Nederlanders dat doen.

Nu even voor het idee.
Die klikkende e-mail (van een organisatie die over inburgering gaat) dateert uit mei 2010.
Het onderzoek dat toen in gang is gezet richt zich op de periode april 2009 tot de dag van de arrestaties op 13 november 2011.
Er was die dag een inval geweest en daarbij waren vijftien sociaal rechercheurs betrokken.
Vooral voor de kinderen was de inval vroeg in de ochtend toen iedereen lag te slapen heftig geweest.
De officier van justitie zegt dat dat klopt.
Ze zegt: ‘Ik was daar zelf bij aanwezig en het was inderdaad heel ingrijpend.’

Maar het moest, want er diende een misdaad te worden bestreden.
De gemeente Groningen heeft aangifte gedaan.
Nu, twee jaar en zes maanden later, staan de verdachte familieleden voor de rechters.
Er is niemand in de rechtszaal die uitlegt waarom zoiets zo lang duurt.
De advocaat weet het ook niet, maar zegt wel dat het te gek voor woorden is.

Arif was in april 2009 de eigenaar geworden van een afhaalrestaurant in Groningen.
Hij had toen samen met Sawda een bijstandsuitkering.
De inkomsten uit de ‘afhaal’ gaven ze niet op aan de sociale dienst.
Arif zegt dat er geen inkomsten waren.
Er was omzet, zo’n 2.000 euro per maand, net genoeg om de zaak draaiende te houden.
Maar niet om van te eten.
Hij werkte er wel zeventig uur in de week.
Om wat meer geld te maken, werkte hij daarnaast in de zaak van zijn zwager: die verdiensten gaf hij wel op.

De officier van justitie: ‘Kijk, en juist daarin schuilt de opzet, want u wist het wel.’

Nog wat: ze hadden bezittingen in Pakistan, ontdekte het Kwartet-team.
Op het soos-formulier had de vraag gestaan of ze vermogen in het buitenland hadden.
Bij het vakje nee hadden ze een kruisje gezet.
Dat is ook fraude.

Arif zegt er alleen een huis is in Pakistan.
Het is het huis van opa, een huisje is het, met twee kamers en wel honderd jaar oud.
Het huisje is sinds opa is overleden van de vader van Arif en diens acht broers en zussen.
Hun kinderen hebben daar weer een klein deel van, vrouwen minder dan mannen, want zo is dat in Pakistan.
De waarde? Het huisje is verkocht om de medische verzorging van de toen nog zieke opa te kunnen betalen.

De rechters stellen aan Arif een uur lang vragen maar zijn antwoorden brengen geen duidelijkheid.
De officier van justitie zegt dat Arif en Sawda met de gemeente hadden moeten praten, opdat die de juiste beslissing had kunnen nemen.
Nu is er 45.000 euro ten onrechte uitgekeerd en dat geld moet terug.

En daarnaast moet er straf komen: voor Sawda die weer in Pakistan woont heeft een werkstraf geen zin.
Daarom een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, dat heeft zin.
Arif hoort een werkstraf van 150 uur eisen.
Daar mag hij tien uur van aftrekken om de vijf nachten die hij in de cel heeft gezeten te compenseren.

De rechters vragen of hij dat goed heeft begrepen?
De tolk zegt dat Araf zich afvraagt hoe, als hij een taakstraf krijgt, hoe hij dan moet werken?

De rechtbank doet uitspraak op de Dag van de Arbeid.

Rob Zijlstra

uitspraak op 1 mei

4 gedachtes over “Hard werken

  1. De aanpak van het OM en dergelijke is weer flut. Keihard aanpakken en vervolgens de zaak 2½ jaar laten rijpen. Dat is vragen om strafvermindering en onnodig tergend voor de verdachten. Ieder in Nederland heeft recht op spoedige rechtsbehandeling – of je nu eiser bent of verdachte. Maar wie is schuldig aan dit verzuim? De OM die dit heeft laten liggen of de overheid die het OM tot een skeletoncrew heeft bezuinigd?

  2. Mooi inkijkje in de vreemde wereld van het strafrecht maar vooral ook een inkijkje naar de onderkant van de samenleving die veel te vaak onderbelicht blijft en alleen zichtbaar wordt als er iets mis gaat.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s