Een van de rechters zei het halverwege de zitting een beetje tussen neus en lippen door.
De rechter zei: ‘Er waren heel veel mensen, maar zoals wel vaker heeft iedereen iets anders gezien.’
Eigenlijk zou dit helemaal geen losse opmerking moeten zijn.
Zo’n opmerking zou in grote letters op muren van rechtszalen moeten worden geschreven.
Getuigen spelen in strafzaken een grote en niet zelden een doorslaggevende rol.
In Groningen is eens iemand tot levenslang veroordeeld op basis van een verklaring van een (1) getuige.
Beetje gek is wel dat getuigen – hoe belangrijk ook – in de rechtszaal zelden lijfelijk aanwezig zijn.
Op uw televisie worden getuigen in de rechtszaal slim en stevig ondervraagd, in het echt getuigen ze achter gesloten deuren.
Wat zij verklaren wordt op papier gezet en dat moeten de rechters dan weer lezen opdat ze weten wat een getuige als dan niet heeft gezien of gehoord.
Deze werkwijze is vooral niet beter, maar wel heel erg praktisch en efficiënt.
Dit laatste is een kenmerk van het Nederlandse strafrechtsysteem.
Het moet zorgvuldig, maar het moet ook niet te lang duren.
In Duitsland duurt de behandeling van een moordzaak weken, in zittingszaal 14 kan een moord in een paar uurtjes zijn gepiept.
Verklaringen van getuigen zijn, eenmaal afgelegd en op papier gezet, vogelvrij.
Past een verklaring in het straatje van het Openbaar Ministerie, dan is de getuige in de ogen van de officier van justitie al snel betrouwbaar.
Zo niet, dan niet.
Advocaten redeneren op dezelfde manier.
Aldrik (23) is met vrienden op stap in de drukke disco van Stadskanaal.
Hij staat op de hoek van de dansvloer in ’t Vossehol, met in zijn hand een glas met daarin bier.
Plots wordt hij op de dansvloer geduwd en krijgt hij een klap op de neus.
Bloedneus.
Hij wil weglopen, maar er komen jongens hem achterna.
Aldrik zegt: ‘Ze moesten me hebben, ik raakte in paniek.’
Hij zwaait met zijn armen, vergeet het bierglas in de hand.
Hij zwaait nog eens en het glas spat in het gezicht van Piet uiteen.
Hij de hand kapot, Piet het gelaat, met veel oppervlakkige wonden, maar ook met drie diepe snijwonden door neus, wang en lip.
De snijwonden zijn nu levenslange littekens.
Aldrik: ‘Ik sloeg, maar ik deed het niet expres.’
Ze worden samen in een (1) ambulance – ook zo praktisch – naar het ziekenhuis gebracht.
Slachtoffer Piet heeft een andere lezing.
Piet zegt dat hij zomaar vanuit het niets een duw kreeg, een duw met glas in zijn gezicht.
Er zijn veel ooggetuigen.
De bakker zegt gezien te hebben dat de man met het bierglas zich plots omdraaide en toen vol uithaalde.
De slager zegt dat niet te hebben gezien, anderen half om half.
Toen zei de rechter dus: ‘Er waren heel veel mensen, maar zoals wel vaker heeft iedereen iets anders gezien.’
De officier van justitie gelooft de getuigen die het verhaal van het slachtoffer onderbouwen.
En hoewel er verklaringen zijn die gunstig(er) voor Aldrik zijn, zegt de officier van justitie doodleuk dat uit niets blijkt dat het anders is gegaan.
Wilko (24) is ook op stap, maar dan in de binnenstad van Groningen waar camera’s als stille getuigen zo’n beetje alles proberen vast te leggen.
De camera’s zien bijvoorbeeld twee mannen dor de Gelkingestraat lopen.
Een van hen draagt een grijs vest draagt – het is Wilko.
Rechters: ‘U loopt rustig het beeld binnen.’
Wilko knikt. Zo is hij.
Maar er is een andere camera die even later op de Grote Markt een groepje jongeren in beeld brengt.
Te zien is hoe twee personen het groepje naderen.
Een van die twee draagt een grijs vest – het is weer Wilko.
De beelden suggereren – er is geen geluid – dat er een woordenwisseling ontstaat.
Er wordt opgefokt met armen gezwaaid, ook geduwd en aan elkaar getrokken.
Camera drie komt in beeld.
Die toont een man die roerloos op de grond ligt, midden op straat waar de bussen en taxi’s mogen rijden.
Te zien is ook hoe twee jongens bij de liggende man weglopen.
Een van hen draagt een grijs vest.
Wilko zegt dat hij niets heeft gedaan, want zo is hij.
Hij zegt wel dat er een meisje was met lang blond haar dat hem in het gezicht sloeg.
Wilko: ‘Toen ben ik weggelopen, ik heb mij afzijdig gehouden.’
Rechter: ‘Maar op de beelden is dat niet zo. Op de beelden, mijn interpretatie, bent u agressief. De beelden geven de indruk dat u slaat. En dat blonde meisje komt pas veel later in beeld.’
Er zijn ook levende getuigen die net als de camera’s van alles hebben geregistreerd.
Van stromend bloed tot door de lucht vliegende geschoeide voeten.
De metgezel van Wilko wordt ook geslagen.
Hij verklaart: ‘Die jongen die mij heeft geslagen, lag later knock out op de busbaan. Hoe dat kan, weet ik ook niet.’
Een getuige zegt: ‘De man met het grijze vest, die door de politie is meegenomen, die gaf iemand op de busbaan twee schoppen tegen het hoofd.’
Rechter tegen Wilko: ‘Er is een andere getuige die zegt dat u tegen het hoofd trapte zoals een keeper de bal uittrapt.’
De camera’s hebben dit niet vastgelegd.
Soms is het zo dat wie het eerst bij de politie is om aangifte te doen, wordt gezien als het slachtoffer.
Wie zich daarna meldt, ook om aangifte te doen, moet dan wel de dader wezen.
Wat Wilko tegen heeft is dat hij al twee jaar van zijn nog jonge leven in de gevangenis heeft doorgebracht.
Zijn laatste veroordeling is van 29 december 2011: toen kreeg hij negen maanden celstraf.
Hij had op de Grote Markt een man die op de grond lag, meerdere keren tegen het hoofd geschopt.
Tegen de rechters zegt hij dat hij geen agressieprobleem heeft.
De officier van justitie zegt dat er ook onafhankelijke getuigen zijn, toevallige passanten die geen belang hebben bij een gekleurde verklaring.
Of die daarom ook beter waarnemen, is maar de vraag, maar voor de officier van justitie is het duidelijk: Wilko met zijn gebrek aan eerbied voor de lichamelijke integriteit is zonder twijfel de agressor.
De strafeis komt erop neer dat Wilko zestien maanden naar de gevangenis moet en dat er daarna nog eens acht maanden celstraf boven zijn hoofd hangen als hij het nog eens flikt.
De advocaat probeert wat. Hij komt met een variatie op de opmerking die de rechter tussen neus en lippen maakte.
Hij zegt: ‘Als getuigen iets hebben gezien, wil dat nog niet zeggen dat het is gegaan zoals ze hebben verklaard.’
Die mag ook op de muur.
Rob Zijlstra
• waarnemen (perceptie)
UPDATE – 22 mei 2014 – uitspraken
Wilko moet een jaar zitten voor zinloos. De rechters hadden er geen goed woord voor over. Alleen al om de norm te handhaven is hier een forse gevangenisstraf op z’n plaats, vinden de rechters. Naast de celstraf moet hij verplicht meewerken aan een onderzoek. Doet hij dat niet, dan wachten hem nog een acht maanden celstraf die hem nu voorwaardelijk zijn opgelegd. Het onderzoek moet uitwijzen waaraan Wilko geholpen moeten worden: aan zijn drankprobleem, zijn agressieprobleem of aan beide.
Ook Aldrik is veroordeeld. Het kan best dat hij is aangevallen, maar dat rechtvaardigt niet datgene hij heeft gedaan. Zijn straf: 91 dagen celstraf waarvan 90 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 240 uur.