Nog geen jaar geleden zei veelpleger Bram (42 jaar, waarvan hij er meer dan tien in de gevangenis doorbracht) tegen de rechters dat al zijn problemen waren opgelost.
Hij straalde.
Eindelijk na zoveel jaren drugsellende.
De rechters vroegen, op hun hoede:’Hoe dat zo?’
Bram had geantwoord: ‘Ik heb een vriendin.’
Alles zou daarom goed komen.
Maar alles kwam niet goed.
Bram staat weer terecht, voor de zoveelste keer.
Toen hij werd opgepakt, was hij nog maar een paar dagen vrij.
Zo gaat dat met Bram al 24 jaar achtereen.
Hij drinkt flessen sterke drank in winkels leeg en in andere winkels, zoals de Mediamarkt, glijden de spullen vanaf de schappen zo zijn zakken in.
Nee niet goed, dat hoef je hem echt niet te vertellen.
Maar een mens die leeft, moet eten.
De vriendin van toen, toen de reddende engel, heeft hij nog steeds.
De verdenking van nu is onder meer dat hij haar heeft bedreigd.
Hij had gedreigd haar ‘strot door te snijden’ en haar huis (dat nu ook de zijne is) in brand te steken.
Diepe zucht.
Zegt: ‘Luister. Ik kwam thuis en kon er niet in. Ik heb vijftien jaar op straat geleefd. Dan heb je eindelijk een huis en dan kun je niet naar binnen. Dat is flink balen. Ik was gefrustreerd. Maar we zijn nog steeds bij elkaar.’
Hij had ook met met list en bedrog bij iemand een tientje uit de portemonnee gepraat.
En hij had voor heel even een auto van een wildvreemde mogen lenen en die niet teruggebracht.
Oplichting, zegt de officier van justitie.
Bram is wereldkampioen babbels verkopen.
Dat kan hij aan de ene kan goed, maar aan de andere kant brengt het hem keer op keer in het gevang.
Hij ontkent het niet.
Zegt: ‘Ik ben op een leeftijd gekomen dat er geen ontkenningsfase meer is.’
Hij heeft een brief geschreven.
Die moeten de rechters lezen en dan zullen ze alles begrijpen en hem zonder twijfel vrijspreken.
En als hij dan wat hulp er bij kan krijgen, komt alles goed.
Een van de rechters zucht ook en merkt op: ‘Hoe vaak zijn we elkaar hier wel niet tegengekomen?’
Bram maakt met zijn hand een wegwerpgebaar: ‘Nee, hier heb ik geen zin in. Lees eerst die brief nou maar eens, het is een motivatiebrief.’
De rechters doen wat Bram vraagt en laten daarna weten niet erg onder de indruk te zijn van zijn schrijfsel.
Even was er de hoop dat Bram ergens wat licht had gezien, de hand in eigen boezem had gestoken en had besloten gemotiveerd een nieuw levenspad te gaan bewandelen.
Maar in de brief ging Bram vooral tekeer tegen zijn vriendin die nog geen jaar geleden ervoor zou zorgen dat alles goed zou komen.
De officier van justitie eist de straf die bedacht is voor mannen als Bram: de veelplegersmaatregel isd.
Dat betekent twee jaar achter de tralies, maar met de nadruk op hulpverlening.
Op hulp die al een kwart eeuw niets bij Bram heeft uitgehaald.
Rob Zijlstra
uitspraak over twee weken