Amir (33) heeft een lekkere broer.
Hij heet Appie.
Amir was samen met hem naar Marokko gevlogen, naar Fez met Ryanair.
Voor nog geen 300 euro kan dat.
Ze vertrokken op 6 november en keerden terug op 13 november.
Ze waren, zegt Amir tegen de rechters in Groningen, bij hun ouders geweest.
Vanwege het schapenfeest.
Zelf woont hij in Den Bosch.
Dus, is zijn conclusie, kan hij nooit op 12 november een overval hebben gepleegd in Groningen.
Zelfs geen mislukte.
Want hoe nou kan hij op twee plaatsen tegelijk zijn?
Het Openbaar Ministerie denkt dat het wel kan, omdat Amir een liegbeest is.
Hij is helemaal niet in Marokko geweest, zegt de officier van justitie: hij probeert niet alleen ons, maar ook de rechters om de tuin te leiden.
En dat is, vindt de aanklager, een kwalijke zaak.
Amir heeft de schijn ook een beetje tegen.
Hij was al eens eerder met zijn broer op pad geweest.
Toen hadden ze samen een bankoverval gepleegd.
Op 12 november krijgt de politie om kwart over twee in de nacht een melding.
De melder meldt dat de buurman op het dak van de woning in de wijk Beijum zit en dat hij roept dat-ie is overvallen.
Dat snel de politie moet worden gebeld.
De politie is er zo razendsnel, dat ze een achtervolging kunnen inzetten.
Het gaat om een zwarte Audi met drie of vier mannen erin, had de man op het dak nog geroepen.
Terwijl een paar agenten achter de Audi aansjezen, zien andere agenten bij de woning een man met tie-rips (kabelbinders) om de polsen.
Uit zijn lichaam stroomt bloed.
In de woning is het een zooitje, er is daar zo te zien een flinke worsteling geweest.
Het slachtoffer vertelt dat hij zijn woning via de voordeur wilde verlaten en ineens oog in oog stond met mannen met pistolen en bivakmutsen.
Ze sloegen een ruit van de voordeur stuk, openden zo de deur en duwden hem naar binnen.
Heel onvriendelijk.
Ze riepen dat ze ‘geld, geld’ wilden en anders zouden ze een kogel door zijn kankerkop schieten.
Zo gaat dat.
De politie wist al heel snel meer.
Het slachtoffer was geen onbekende.
De man was in de zomer van 2010 veroordeeld tot 24 maanden celstraf in verband met drugshandel.
Hij zag zichzelf niet als een drugsdealer, maar meer als een bemiddelaar, als een makelaar in roesmiddelen.
Dealer of makelaar, voor mannen uit Den Bosch maakte het niet uit.
Zij wilden geld en wisten kennelijk dat er op dat adres in Groningen om kwart over twee in de nacht iets te halen viel.
Maar het ging fout, fout gezien vanuit het oogpunt van de overvallers dan.
De bivakmutsen gingen in de woning zo tekeer dat het neefje van de bewoner er wakker van werd, zich niet bedacht, het dak beklom en dus via de buurvrouw alarm sloeg.
Op hun beurt sloegen de mannen op de vlucht.
Vanaf het dak kon het neefje nog roepen dat ze door de woonwijk scheurden en de ringweg opreden, richting noord.
De politie kon hen nauwelijks bijhouden, zo hard ging het, eerst richting Winsum.
Ter hoogte van Baflo, Winsum al voorbij, ging het van 160 kilometer (per uur) en moesten de achtervolgers in verband met veiligheid het opgeven.
Even leek dat niet erg want de achtervolgende agenten hadden in de duisternis van de nacht wel gezien dat de razende Audi bij Sauwerd werd geflitst.
Rechter tegen Amir: ‘U kunt dat niet weten want u komt uit Den Bosch, maar iedereen die daar bij Sauwerd ook maar ietsje te hard rijdt, wordt geflitst.’
Amir haalt de schouders op.
De kentekenplaten op de Audi waren van een Toyota gejat, dus wat dan?
Bovendien was hij in Marokko.
Toch werd hij, maanden later, opgespoord.
In de zooi die in de woning werd aangericht vond de technische recherche sporen met daarop dna-profielen.
Op een tie-rip werd een dna-spoor aangetroffen met een profiel dat vrijwel zeker – kans van niet is minder dan een op een miljard – kan worden toegeschreven aan Amir.
Op grond daarvan werd hij gearresteerd.
Er is ook steunbewijs.
In de dagen dat de woningoverval werd gepleegd, maar niet op de dag zelf, is er met de bankpas van Amir geld gepind in Groningen.
Ook zijn telefoon is toen in Groningen geweest.
Dat zijn geen harde bewijzen dat je ook een woningoverval hebt gepleegd, maar het maakt opgeteld bij het gevonden dna-spoor, wel verdacht.
Amir: ‘Ik was in Marokko. Voor het schapenfeest. Samen met Appie, mijn broer.’
Rechters: ‘Ja ja.’
De politie heeft het uitgezocht.
Ze belden met de haven- en luchtvaartautoriteiten van Marokko en die antwoordden dat Amir en Appie in november niet met boot of vliegtuig zijn in- en ook niet zijn uitgereisd.
Amir merkt op dat de grensregistraties misschien niet deugen.
De officier van justitie vraagt – tikkeltje cynisch – of ze misschien via Israël zijn gereden, met de auto?
Amir gaat er niet op in.
Hij had toch een ticket gekocht, dat was toch ook uitgezocht?
Dat was zo.
Via een rechtshulpverzoek aan Ierland was Ryanair in de administratie gedoken en inderdaad, Amir had een ticket voor heen op 6 november en voor terug op 13 november.
Betaald en wel.
Nou dan.
Nou nee, de politie zocht nog even verder en ontdekte toen dat de tickets in de Ryanair-administratie de status van ‘no show’ hebben.
Wel gekocht, maar klant is niet komen opdagen: lege vliegtuigstoel, vals alibi.
De politie heeft, zo lezen de rechters in het dossier (dat zeggen ze) erg veel moeite gedaan om Appie te vinden.
Appie bestaat ook, maar contact is er niet geweest.
Rechters: ‘Lekkere broer heeft u.’
Amir: ‘Ik was in Marokko.’
Rechters: ‘U wordt verdacht van een ernstig strafbaar feit, van een gewapende overval, bivakmutsen, bloed, in een woning, in de nacht, een strafbaar feit waar jaren gevangenisstraf op staat. En uw broer, kroongetuige, kan u een alibi verschaffen, hij had hier kunnen staan en zeggen, met twee vingers in de lucht, dat hij met u in Marokko was. Waar is hij?’
Amir: ‘Ik was in Marokko.’
Rechters: ‘Misschien heeft u gelijk en misschien zit u ook wel keihard te liegen.’
De jonge advocaat van de ervaren Amir pleit met de passie van een dooie duif.
De advocaat zegt dat het veel te ver gaat om zijn cliënt te verdenken van zoiets naars, koert nog wat en stelt dan voor dat een en ander maar eens tot op de bodem moet worden uitgezocht.
De officier van justitie eist 3 jaar gevangenisstraf.
Rob Zijlstra
.
UPDATE – 2 juni 2014 – uitspraak
Amir is in de ogen van de rechtbank een liegbeest: niet goed voor 3, maar voor 4 jaar celstraf. Dat hij betrokken en dus aanwezig is geweest bij de ripdeal, acht de rechtbank bewezen.
Volgens mij is het schapen (of offer-)feest in 2013 niet in november geweest, maar in oktober.
Een bekende strategie: liegen, volhouden en vooral er zelf in geloven. Amir heeft zo vaak gezegd dat hij in Marokko was, dat hij het zelf gaat geloven en zijn advocaat ondersteunt hem daarin.