Naar de donder

Leo (29) uit Groningen zwaait met zijn armen alsof hij aan het hiphoppen is en zegt tegen de rechters: ‘Tja, als je zit kom je niet vooruit.’
Dat waren wijze ware worden.
Leo zit liever niet vast, zegt-ie.
Verongelijkt: ’Ik wil naar de toekomst kijken, maar ja, als jullie mij dat niet gunnen…’

Hij is niet naar de rechtbank gekomen om te bekennen, dat wordt al snel duidelijk.
Leo – als bezoeker van zittingszaal 14 niet helemaal een onbeschreven blad – is misschien wel te trots om toe te geven dat hij een dief is.
En dealer in middelen.
Leo is een hosselaar die misschien wel een lange weg te gaan heeft om zijn toekomst te bereiken.

Bij de Scapino in Groningen was hij aangehouden.
Er was een burgernetactie gaande; burgers van Groningen werden via hun smartapparaten opgeroepen uit te kijken naar een tasjesdief, naar een man die lijkt op Leo.
Bij de Scapino werd hij herkend.
De politie vatte hem in de kraag.
Onder zijn jas zat een paar slippers verstopt, in de onderbroek twee mobiele telefoons waaronder de iPhone die een half uurtje eerder was gestolen uit een auto nabij de Grote Markt.
Uit die auto – niet op slot – was ook een zakje gestolen met ongeveer 100 euro.
Ook dat had Leo.

Over de slippers: ‘Per ongeluk, snap je. Ik was dronken en dan doe je onbewuste dingen. Dat wisten de rechters toch ook wel. Of zijn rechters nooit dronken?
Rechters: ‘Leo, het was tien uur ’s ochtends.’
Het zal, maar hij is geen dief.
Hoe hij aan dat geld kwam, aan die telefoon?
Hij was iemand tegengekomen, iemand die hem nog geld was verschuldigd.
Die iemand had hem die dingen gegeven.
Wie? Nee.

Justitie had nog een ander appeltje met hem te schillen.
Een jaar geleden, net op vrije voeten, dachten politieagenten te zien dat hij aan het dealen was.
Toen ze hem wilden aanhouden, rende hij weg.
Op de vlucht gooide hij een zakje in de berm.
Ook dat zagen de achtervolgende agenten (op scooters).
Ze zochten en vonden in de berm 17 bolletjes cocaïne.
Leo: ‘Niet van mij hoor.’
Als je nadenkt, lijkt hem dat ook logisch, zegt hij tegen de rechters.

Leo weet dat hij straf krijgt, of hij nou zegt dat-ie het heeft gedaan of ontkent, dat maakt toch niet uit.
De vorige keer hadden ze hem drie jaar gegeven.
Toen was ook geschoten met pistolen.
Nu niet.
Hij weet, dat scheelt.
Hij kent het spel.
Zegt tegen de rechters dat de officier van justitie wel eens een grote fout kan maken.
Want misschien ziet de officier hem voor de verkeerde aan: ‘Ik lijk namelijk heel erg op mijn broer. Wij zijn niet van elkaar te onderscheiden.’

De officier van justitie eist 8 maanden celstraf en 497 dagen die hij als bonus mag uitzitten.
Het is het deel van een eerder opgelegde straf die hij niet hoefde uit te ondergaan op voorwaarde dat hij niet opnieuw de fout in zou gaan.
De advocaat vraagt de rechters af te zien van de bonus.
De advocaat: ‘Voegt niets toe. Bovendien, Leo heeft een vriendin, maar die wacht niet eeuwig.’

Maakt het voor Leo allemaal niet zo heel veel uit – zitten hoort bij het leven – Hendrik heeft een leven te verliezen.
Hij vertelt dat hij vanaf zijn 18e zelfstandig is, dat hij altijd zijn eigen geld heeft verdiend, dat hij bedrijven heeft gehad en dat nu, nu hij 60 is, de hele boel aan flarden dreigt te gaan.
Zegt: ‘En dan ga ik naar de donder.’

Hendrik zit al drie maanden opgesloten in de Norgerhaven.
Het verbaast daarom dat hij met een verhaal op de proppen komt dat Leo had kunnen verzinnen.

Hendrik tegen de rechters: ‘Zolang ik vastzit, zijn er al drie mensen vermoord tijdens een overval op een woning. Ik was gewoon ontzettend bang.’
Hendrik is bezig uit te leggen waarom hij een wapen had, een Sig, model P220 met 47 kogelpatronen in een doosje.
De politie had bij hem aangebeld en gevraagd of het waar was dat hij een wapen in huis had.
De politie had een tip gekregen, afkomstig uit het criminele milieu.
Hendrik draaide er niet om heen.
Hij had het wapen uit de slaapkamer gehaald en aan de agenten gegeven.

De agenten vroegen vervolgens of ze eventjes rond mochten snuffelen.
Dat mocht, niet zo slim.
De agenten vonden drugsdingetjes, sealzakje, hennepgruis, flessen vol plantenvoeding, 6.700 euro (met briefjes van 500) in een plastic buis in een hok achter de badkamer, een tafelmodel diepvries met daarin zeven zaken met een witte substantie, twee blauwe regentonnen met 22 pakketjes waarin in totaal 22,88 kilo hennep zat verpakt.
De witte substantie: 12,92 kilo amfetamine (speed).
In de verkoop doet zo’n partij drugs wel een kwart miljoen euro.

Hendrik zegt 25 keer dat hij heel stom is geweest en dat hij straf heeft verdiend.
Maar hij wil het graag uitleggen.
Zijn ex was overvallen in haar woning.
Ze had de hond nog op hen afgestuurd, maar toen hadden de overvallers de hond, die ook zijn hond was geweest, neergeschoten.
Daarom had hij dat wapen gekocht.
Voor 1500 euro.
Van wie? Nee.

Rechters: ‘En die drugs in huis dan?’
Van kennissen.
Die gingen op vakantie.
Drie weken.
Of hij wilde oppassen.
Dat wilde hij wel, want zo is hij.
Ja, dat het drugs waren, wist hij.
Nee, niet dat het zo veel was.
Ja, stom, straf verdiend.

De rechters geven er vriendelijk blijk van dat ze hem niet geloven.
Ze vragen: ‘Zat u niet gewoon in de drugshandel?
Hendrik huilt even en zegt dan dat dat absoluut niet het geval is.
‘Ik ben sales manager geweest, ik ben kundig met verkoop. Ik verdien mijn geld met antiek, met meubeltjes.’
Rechters: ‘Waarom zoveel flessen plantenvoeding?
‘Een kennis wilde een lijntje met orchideeën opzetten.’
Rechters: ‘Klopt het dat de vriend van uw overvallen ex met wie u nog goede contacten heeft, eigenaar is van een growshop?’
‘Ja, dat klopte wel.’

De rechters kijken gelukkig.
Ze hebben zojuist misschien wel de waarheid gevonden.
Nog net niet in koor: ‘Wil iemand nog iets vragen? Nee? Mevrouw de officier van justitie, u is.’

Hendrik had een paar keer tijdens de zitting gezegd er vanuit te gaan dat hij 61 is als hij weer vrijkomt. Stom, maar straf verdiend.
Hij is nu 60 jaar.
De officier van justitie: ‘Heel ernstig, heel veel drugs. Ik eis 5 jaar gevangenisstraf.’

Hendrik kijkt verschrikt en vol ongeloof opzij, naar zijn advocaat: ‘Zei ze nou 5 jaar?’
Ja.

Rob Zijlstra

uitspraak op 9 oktober (op de dag dat Leo jarig is)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s