Belhamels

Mobiele telefoons zijn roofgoed.
Dat komt omdat vrijwel iedereen zo’n duur ding bij zich draagt omdat we niet meer zonder kunnen, gecombineerd met het eeuwenoude gegeven dat er altijd mensen zijn die vinden dat wat van u is van hen is.Schermafbeelding 2014-11-09 om 15.43.23
Desnoods met geweld.

Vorige week werden nog tien maanden gevangenisstraf geëist tegen een 16-jarige belhamel die in Groningen mensen op straat beroofde van smartphones.
Een meerderjarige medeverdachte die de rol zou hebben van meeloper, hoorde 30 maanden cel eisen.

Antonio (32) wordt ook verdacht van het stelen van smartphones, van dure iPhones in zijn geval.
Hij deed het niet op straat, maar rechtstreeks bij de winkel van KPN in het koopcentrum in Paddepoel, Groningen.
Hij ging daar om acht minuten over elf in de ochtend naar binnen, zo luidt de verdenking en gebood: ‘iPhones, ik wil er tien.’

Omdat hij was gemaskerd en een vuurwapen op de verkoopster richtte, was direct duidelijk dat dit geen gewone klant was.
Een tweede KPN-telefoonverkoper bleef toen het gebeurde, stilletjes in een hoekje staan om de overval goed gade te slaan.
Hij had een overvalcursus genoten en daar geleerd waar je op moet letten om de overvaller te kunnen beschrijven nadat die zich uit de voeten heeft gemaakt.

De overvaller had een zeeroversdoek voor zijn gezicht gedrapeerd en een sporttas meegenomen voor de buit.
Hoewel hij had gevraagd om tien toestellen, kreeg hij er maar zes.
Met een ‘dankjewel’ verliet hij desondanks gehaast de winkel.
De man van de cursus: ‘Blanke man, achter in de twintig, iel van postuur, ingevallen gezicht, dunne beentjes, zwart trainingspak, schoenen van Nike Air, grote zwarte zonnebril.

Antonio: ‘Ik was het niet. Ik heb dat niet gedaan, ik zit onterecht vast.’

Dat kan. Een verdachte verkeert in een niet te benijden situatie.
Een dader – dat is een veroordeelde verdachte – kan onschuldig vastzitten.
Dat is meer dan ontzettend vervelend, maar het is nooit helemaal te voorkomen omdat rechtspraak mensenwerk is.
Maar je kunt bijna niet ten onrechte verdachte zijn.
Een verdachte is zolang de rechters zwijgen immers onschuldig.

Kortom, het kan best zo wezen dat Antonio het niet heeft gedaan, maar dat hij wel terecht vastzit en van overheidswege van zijn vrijheid wordt beroofd.
Wie niets heeft gedaan, heeft altijd te vrezen.

Nu is het niet zo dat Antonio vast zit vanwege het gat in de ozonlaag.
De officier van justitie zegt Antonio de verdachte is omdat er verdenkingen zijn.
Zo past hij ongeveer (!) bij het signalement dat getuigen hebben gegeven.
Er was huiszoeking in zijn kraakwoning gedaan en agenten besnuffelden daar zijn kleding.
De officier van justitie: ‘Verdachte beschikt over kleding die de overvaller ook gehad zou kunnen hebben.’
Getuigen zagen de vermeende KPN-overvaller wegfietsen op een damesfiets van Gazelle. De officier van justitie: ‘Verdachte heeft ook een damesfiets gehad.’

Antonio (‘die fiets is gejat’) zegt dat hij op die ochtend van de overval bij mensen thuis was, om drugs te gebruiken.
Bij wie en waar dat was, dat weet hij niet meer.
Antonio is niet meer zo goed in namen. Komt misschien wel omdat hij vanaf zijn 9e jaar softdrugs rookt.
Echt.
De officier van justitie: ‘Meneer de verdachte heeft geen alibi.’
De rechters: ‘Misschien bent u vergeten dat u een overval heeft gepleegd.’
Hoewel dat geen vraag was, zegt Antonio: ‘Nee.’

Er is nog wel wat.
Een van de buitgemaakte iPhones werd daags na de overval te koop aangeboden bij een mobiele telefoonwinkel in de binnenstad van Groningen.
Het toestel zat nog in de gesealde verpakking.
De inkopende eigenaar van de geheel legale telefoonwinkel had er 250 euro voor betaald.
Dat dat een bedenkelijk laag bedrag is, is misschien wel een ander verhaal.
De verkoper moest zich wel legitimeren en deed dat ook.
’t Was Antonio.

Nu wil het geval dat de politie vaste klant is bij deze telefoonwinkel.
Agenten stellen direct vast dat het ingekochte toestel afkomstig is van de KPN-overval.
Waarom de politie vaste klant is, werd niet uitgelegd, maar het kan heel goed dat agenten en winkel onder een hoedje spelen.

Antonio: ‘Ja, dat was ik.’
Hij legt het uit: ‘Ik liep daar door die straat. De naam weet ik niet meer. Toen werd ik aangesproken door een jongen, ene Amir of Samir of zoiets. Die jongen vroeg of ik een telefoon wilde verkopen aan die winkel. Ik moest 250 euro vragen en zou dan van die jongen 100 euro krijgen. Ik zat even niet zo lekker en kon dat geld wel gebruiken.’

Rechters: ‘En die telefoon zat nog in de verpakking.’
Antonio. ‘Echt. Het was een splinternieuw ding.’
Rechters: ‘Dus u loopt op straat en een wildvreemde spreekt u aan met het verzoek een telefoon te verkopen en daar verdiende u 100 euro mee?
Antonio: ‘Zo is het gegaan.’
Rechters: Heeft u ook een zwarte zonnebril?
Antonio: ‘Ja.’

De mevrouw van de KPN-winkel die het wapen op haar zag gericht, is naar de rechtszaal gekomen om te kijken.
Veel plezier in haar werk is er niet meer.
Ze zegt dat iedereen die nu bij haar in de winkel komt, de overvaller kan zijn geweest.
Daarom is ze gekomen.
Ze wil zijn gezicht zien, ze wil dat zien zodat ze alle andere gezichten die ’s nachts door haar hoofd spoken kan vergeten.

Antonio mag reageren op haar verklaring die ze in de rechtszaal uitspreekt.
Hij zegt: ‘Ik vind het heel erg voor die mevrouw. Ik hoop dat die gast wordt gepakt.’

Wat de officier van justitie betreft is dat al gebeurd.
Die gast, die zit voor haar.
De aanklager zegt dat deze verdachte de dader moet zijn en dat de tijd is gekomen om af te rekenen.
Daarmee geeft de aanklagende magistraat aan dat zij niet twijfelt en bereid is daarvoor zijn hand in het vuur te steken.
Ze eist drie jaar gevangenisstraf, een jaar voorwaardelijk.

Strafrechtadvocaat Ubo van Ophoven zegt dat het bewijs dat op tafel is gelegd zo summier is, dat je het nauwelijks ziet (vrije vertaling).
Over Antonio’s verkoopactie: ‘Het inleveren van een telefoon die is gestolen, is geen bewijs. Het maakt hem verdacht, maar het bewijst niet dat hij een overval heeft gepleegd.’
Komt bij, zegt de advocaat, dat als je een overval pleegt, je de buit toch niet gaat inleveren, daar waar je je moet legitimeren?

De rechters zeiden dat ze er goed over na gingen denken om over twee weken uitspraak te kunnen doen.
Dat is volgende week.
Maar zo ging het niet.
Vrijdagmiddag – halverwege het denkproces – hakten de rechters de knoop al door.
Er is geen bewijs dat het Antonio was die die ochtend om acht minuten over elf de KPN-winkel bezocht.
Wel is bewezen dat hij een gestolen telefoon in bezit heeft gehad (heling), goed voor een maand celstraf.
Hij had er – als verdachte – al vier gezeten.

Rob Zijlstra

4 gedachtes over “Belhamels

  1. Belhamel – een scheldwoord dat vooral vroeger gebruikt werd voor kinderen die kattenkwaad.

    Crimineel – iemand die de wet breekt

    Jongens van 16 die mensen beroven van hun mobiele telefoon, zijn geen belhamels maar criminelen. De titel van dit stukje is dus misplaatst.

  2. Hans, ik geef het onmiddellijk toe. Misplaatst daarentegen is – vind ik – wel weer heel zwaar aangezet. Belhamels was de werktitel van mijn verhaal. Tijdens het schrijven bleef het woord hangen, toen ik ging publiceren (druk op een knop) was de behamel een feit. Komt bij – verzachtende omstandigheid – dat ik de van de overval vrijgesproken verdachte heb gezien: hij was eerder belhamel dan crimineel…

  3. Tja, en die drie maanden ‘teveel gezeten’ daar hoor je niemand over…
    Tenzij het henzelf betreft uiteraard.

    Ik weet niet wat waar is en wat niet maar waarom zijn mensen soms blij en soms ontriefd?
    Vanuit het niets lijkt het soms.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s