update – uitspraken
Geert W. is veroordeeld tot 18 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging wegens moord en pogingen tot moord. De straf valt 4 jaar hoger uit dan de eis. > de rechter [wav.]
Karin S. is veroordeeld tot 8 jaar celstraf wegens medeplichtigheid aan moord en medeplichtigheid aan pogingen tot doodslag. Tegen haar was 4 jaar geëist.
In beide gevallen zegt de rechtbank dat de strafeisen geen recht doen aan de ernst van de feiten.
Klik op de onderstaande afbeeldingen om de vonnissen te lezen.
↓
om te begrijpen is hij
tot monster gemaakt

tekening: annet zuurveen (fragment)
De rechtbank doet vandaag (13.00 uur) uitspraak in een van de meest bizarre strafzaken in jaren in Groningen: de zaak Daniëlla.
De zaak Daniëlla is een strafzaak.
Een zaak met een strafdossier.
Een zaak die door de politie is onderzocht.
Een zaak met een strafproces in een rechtszaal die vier dagen duurde, met twee verdachten, met deskundigen, veel media-aandacht en afschuw.
Een zaak die zich alleen laat vergelijken met andere afschuwelijke zaken.
Een zaak die mensen heeft geraakt.
Daniëlla zelf was geen zaak.
Daniëlla was een vrouw van 20 jaar, een jonge vrouw met een verstandelijke beperking.
Net als haar twee jongere broertjes.
Ze woonde in instellingen, in het weekeinde was ze thuis bij haar zwakbegaafde moeder die na jaren weer een relatie kreeg met een zwakbegaafde man die ze had leren kennen toen hij nog in de gevangenis zat vanwege het seksueel misbruiken van kinderen in zijn vorige relatie.
Die man heet Geert, 46 jaar.
In de rechtszaal zit hij als een verschrompeld hoopje mens, bevend en angstig, het hoofd vooral gebogen, te zwijgen.
De weinige woorden die hij zal spreken (’t was niet de bedoeling’) kosten hem zichtbaar moeite.
Het is bijna niet voor te stellen dat deze man buiten de rechtszaal zoveel angst inboezemde.
Om te begrijpen is hij tot monster gemaakt.
De zwakbegaafde moeder is Karin, 50 jaar.
Ze praat en praat, een hele procesdag vol.
In het laatste woord toont ze zuinige emoties.
Ze deed niks toen Geert haar dochter misbruikte en misbruikte en ze deed niks toen hij aankondigde dat hij Daniëlla dood ging slaan met een knuppel en een kapotte stoel.
Moeders moeten dan wel wat doen, sprak de officier van justitie.
Ze zei: ‘Maar Karin offerde haar kind op voor haar relatie met Geert.’
Het is bijna niet de geloven dat deze vrouw verlamd was door angst voor Geert.
Voor een man die ze wel zag zitten, met wie ze de dodelijk gewonde Daniëlla vanuit de woonkamer naar de gang sleepte, onder aan de trap legde en toen tegen de politie zei dat haar dochter van de trap was gevallen.
Ze zegt dat ze net zo goed slachtoffer is.
Tegen Geert W. is 14 jaar celstraf geëist en TBS met dwangverpleging.
Karin S. hoorde vier jaar eisen waarvan een jaar voorwaardelijk waaraan een verplichte behandeling is gekoppeld.
Ze zullen misschien iets meer krijgen, wellicht iets minder.
Daarna volgt mogelijk een hoger beroep.
En misschien ook wel niet.
Dan is het klaar.
De uitspraak vanmiddag is het oordeel, de waarheid, van het strafrecht.
De zaak Daniëlla kent daarnaast een andere waarheid: die van de hulpverlening die gezamenlijk toekeek toen het gebeurde.
Ieder keek naar zijn eigen specialisme, of net even de andere kant, want samen zagen ze niks.
Dat verhaal van Daniëlla van Bergen moet nog worden verteld.
Rob Zijlstra
update – 7 april 2015 – inspectie
het bericht van de inspectie
→ het verslag van het strafproces van dag tot dag
↓
de hulpverlening
↓
ondersteuning onvoldoende passend voor situatie – ondersteuning niet in relatie met calamiteit – problemen niet effectief en in samenhang opgepakt – op signalen van onveiligheid van de kinderen is onvoldoende gehandeld – signalen onvoldoende bij elkaar opgeteld – geen totaalplaatje – niet één regisseur – verschillende ideeën over casemanagement – partijen spraken zorgen onvoldoende uit – geen checks – onvoldoende hun eigen verantwoordelijkheid – onvoldoende focus op veiligheid van de kinderen – belang kinderen niet expliciet voorop gezet – onvoldoende focus op veiligheid kinderen – geen gezamenlijke ondergrens veiligheid – geen structureel zicht op de thuissituatie – geen risicotaxaties – onvoldoende oog voor de chroniciteit van de problematiek – mijden van zorg door moeder is onvoldoende als patroon herkend – partijen pakken onvoldoende door – geen gezamenlijke evaluaties ↓
→ bovenstaande regels komen uit het nog vertrouwelijke rapport van de gezamenlijke inspectiediensten waarvan de conclusies door rtv-noord naar buiten zijn gebracht – het definitieve rapport moet nog verschijnen en geniet de warme belangstelling van het openbaar ministerie
→ rechtbanktekeningen: annet zuurveen

dvhn / donderdag
Zeker is er nog het verhaal van de hulpverlening. Maar er is óók nog een derde verhaal. Dat van jou en mij. Wat we doen. Als we zien dat er iemand wordt bedreigd, geslagen, geschreeuwd. Voelen we ons verantwoordelijk of denken we toch liever: Wat als die Geert straks voor mijn deur staat?’ Het meeste geweld zit achter de voordeur, niet in het park achter de bosjes. Maar helaas waarschuwen we kinderen vooral voor dit laatste. Veel minder voor de badmeester, stiefvader, opa en buurman.
http://lehti-paul.blogspot.nl/2014/12/schroom-riem-vis-zwijg.html
@Lehti Paul: mee eens
Wordt het niet eens hoog tijd dat b.v. het OM eens gaat onderzoeken hoe diverse hulpinstanties functioneren zoals o.a. kinderbescherming etc. Hier laat men behoorlijk wat steken vallen zoals de laatste tijd steeds meer duidelijk wordt.
Het Openbaar Ministerie heeft eerder gezegd het inspectierapport dat in de maak is af te wachten. Mocht uit dat rapport blijken dat er verwijtbare fouten zijn gemaakt, dan wordt een strafrechtelijk onderzoek niet uitgesloten. Is wat vaag, maar het is niet zo dat OM niets doet.
Vervelend genoeg verwacht ik van een evt. strafrechtelijk onderzoek richting hulpverleners slechts 1 ding: (net als destijds bij de dood/ moord op Savannah) dat diezelfde hulpverleners nog meer achter de pc rapporten zitten te typen om te verantwoorden wanneer ze waar met wie waarom waren. Om zich (de organisatie) in te dekken voor als het fout gaat. Want alleen wat op schrift staat is overtuigend bewijs. Maar dat helpt geen excessen voorkomen. Wel om een OTS goedgekeurd te krijgen (Ja, ook belangrijk)
Bij mijn laatste sollicitatie bij Jeugdzorg werd mij gevraagd hoe ik als casemanager dacht dat de tijd tussen contact cliënt/ verantwoording kinderrechter e.d. verdeeld zou zijn. Mijn streven van fifty-fifty vond men wel erg idealistisch. Het was eerder 30%-70% of soms zelfs 20%-80%. Met zo’n verdeling kun je alles natrekken. Maar is in veel gevallen niet beter om op vrijdagmiddag ‘even’ langs gezin x te gaan/ een kind zelf terug te rijden naar de instelling?, of een frietje te halen met het kind waar jij verantwoordelijk voor bent? Dat levert vaak zo veel meer op dan braaf al die rapporten tikken.
De baan kreeg ik gelukkig niet. Schrijven doe ik zelf wel. Sindsdien ook hulpverlening vaarwel gezegd.
RIP Daniella.