de verdachten zeggen
dat ze een gerechtvaardigd belang
hebben gediend
Aan alles is te zien dat Stijn (45) weinig vertrouwen heeft in de strafrechter, tevens de voorzitter, die hem maar vragen blijft stellen.
Ik weet niet, zucht hij halverwege, of u zelf kinderen heeft, maar…
De rechter-voorzitter onderbreekt hem.
Gestreng: ‘Ik… stel hier de vragen.’
Niet veel later in het strafproces laat Stijn zich ontvallen dat hij blij is dat er nog twee andere rechters zitten.
De vragende voorzitter reageert als gebeten: ‘Wat wilt u daarmee zeggen?’
Wat Stijn niet weet – nooit eerder was hij in een rechtszaal – is dat er allerlei soorten rechters bestaan.
Er zijn rechters waar je geen peil op kunt trekken, wat ook de bedoeling is.
Volgens de regels moeten rechters tijdens het proces niet de indruk wekken al een mening te hebben.
Er bestaan rechters die rechttoe en rechtaan zijn en die verdachten het ongemakkelijke gevoel kunnen geven dat het oordeel al is geveld.
En zo bestaan er nog vijfhonderd andere soorten.
Er is één soort rechter die in het strafproces onder aan de ladder staat en altijd de klos is: dat is de eigen rechter.
En laat nou Stijn zo’n rechter zijn, net als Angela (40), de moeder van zijn dochter, die naast hem zit.
Ook zij is eigen rechter.
Daarom staan beide ouders terecht.
En dat, zal later een van de advocaten zeggen, is ook terecht.
De advocaat vindt zelfs de geëiste straffen niet raar: een taakstraf voor moeder Angela van 60 uur en voor vader Stijn eentje van 240 uur en zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf.
De advocaat: ‘De eisen zijn zo gek nog niet wanneer je kaal het strafdossier leest. Maar als u, rechters, de achtergronden kent, dan moet dat een matigend effect hebben op de strafeisen.’
Stijn en Angela hebben het 19-jarige vriendje van hun 17-jarige dochter een pak rammel gegeven.
Angela sloeg hem met haar vuisten gemeen en machteloos tegen het hoofd.
Zij: ’Mijn polsen deden er zeer van.’
Daarvoor had vader Stijn het vriendje al flink te grazen genomen door hem te schoppen en te slaan.
Hij: ’Waar ik hem maar raken kon.’
Na de afranseling hadden ze het vriendje in de auto gesleurd en meegenomen naar diens woning om geld op te halen.
Stijn en Angela kregen hulp van twee kennissen.
Ook zij staan terecht wegens openlijk geweld en vrijheidsberoving.
Het zijn mannen met eigen bedrijven en personeel in dienst.
Stijn had bij aanvang gezegd dat het hem logisch lijkt dat zitten in de rechtszaal niet iets is dat je wilt.
Hij zegt: ‘Had ik geweten dat dit er allemaal achterweg zou komen, dan had ik het niet gedaan. Ik heb ook spijt. Voor ons, maar zeker ook voor die jongen.’
Het ging zo.
Zijn dochter van 17 had gebeld, huilend en vanuit het ziekenhuis.
Ze had een kras in haar gezicht.
Melle – het vriendje – had haar mishandeld.
Ze had hem ook geld moeten geven.
Vader Stijn beveelt dat ze met haar moeder onmiddellijk naar de politie moet gaan om aangifte te doen.
Regelt hij de rest.
Toen vader Stijn door dochterlief werd gebeld waren er twee kennissen bij hem.
Een van hen: ‘Om te voorkomen dat het uit de hand zou lopen, gingen we mee.’
In twee auto’s waren ze, met behulp van de navigatie, richting de woning van Melle gereden.
Toen ze de eindbestemming bijna hadden bereikt, zagen ze hem fietsen.
Een van de kennissen sprong uit de auto, holde achter hem aan en schopte hem onderuit.
Stijn deed de rest.
Daarna sleurden ze hem gedrieën de auto in.
De officier van justitie: ‘Er is een getuige die het allemaal heeft gezien. Die ziet twee dikke auto’s over het fietspad rijden, ziet dan hoe drie volwassen kerels uit die auto’s komen, en ziet hoe ze een jongen op een fiets aftuigen en hem vervolgens meenemen. Toen de getuige een opmerking maakte, kreeg hij te horen dat-ie zich er niet mee moest bemoeien.’
Voor de aanklager is het duidelijke: vriendje Melle is in het openbaar geschopt en geslagen, dat moet openlijk geweld heten.
Vervolgens is hij tegen zijn zin meegenomen in een auto.
De rit duurt maar een minuut, maar kan juridisch gezien nog altijd vrijheidsberoving heten.
En er is sprake van een geschokte rechtsorde.
De twee kennissen horen elk een werkstraf van 180 uur en vier maanden voorwaardelijke celstraf eisen.
Een van de advocaten: ‘We gaan het niet goed praten. Ze vinden zelf ook dat het niet kan.’
De verdediger wijst erop dat de drie mannen direct naar het politiebureau zijn gegaan, uit eigen beweging, om te vertellen wat er was gebeurd.
‘Dat zegt toch ook iets.’
Waarom moest de dochter van 17 jaar huilen toen ze vanuit het ziekenhuis belde?
Dit verhaal blijft in de rechtszaal vaag.
Haar ouders kennen Melle al een jaar of drie.
Hij is zelfs eens met hen op vakantie geweest, maar Melle is niet de meest ideale schoonzoon.
Er is iets.
Na een jaar raakt Melle uit beeld, in ieder geval bij vader Stijn en moeder Angela.
Vanwege dat vage was de dochter een jaartje elders naar school gegaan, wat haar goed had gedaan.
Goed genoeg om naar Groningen terug te keren.
En toen was daar ineens dat huilende telefoontje.
De dochter van 17 jaar wil er niet over praten.
Ze had een baantje waar ze vier euro per uur verdiende.
Het geld ging naar Melle.
Toen wilde ze haar scooter verkopen om Melle nog meer geld te kunnen geven.
Er is iets met foto’s die op een telefoon staan.
Het nare idee is dat de dochter van 17 jaar werd afgeperst.
De officier van justitie zegt dat als een dochter van 17 onrecht wordt aangedaan, dat het dan goed is dat ouders voor het belang van het kind opkomen.
Maar, merkt ze op: ‘De verdachten zeggen dat ze een gerechtvaardigd belang hebben gediend met deze strafbare feiten. Maar dat is niet zo, dit was wild-west.’
Stijn krijgt het laatste woord en probeert het nog een keer.
Hij zegt tegen de rechters: ‘Kijk als je zelf kinderen hebt, dan… Ik bedoel… dan ga je naar bed en. En dan lig je maar te denken. Dan denk je van tja, wat had ik dan moeten doen?’
De rechter-voorzitter die de vragen stelt: ‘Dat wilde u nog even zeggen?’
Rob Zijlstra
update – 11 juni 2015 – uitspraken
Ze hadden lagere werkstraffen verwacht, maar de rechtbank maakte die verwachtingen niet waar. De rechters slaan daarmee de plank mis, vindt Stijn. Hij krijgt zijn 240 uur en (wel lager) 2 maand voorwaardelijke celstraf wegens openlijke geweldpleging en vrijheidsberoving in de lichtste vorm. Moeder Angela moet ook aan de bak: 60 uur wegens mishandeling. De twee andere mannen zijn ook tot 2 maanden voorwaardelijk celstraf veroordeeld in combinatie met werkstraffen van 150 en 180 uur. Hoger beroep wordt overwogen.
“Toen wilde ze haar scooter verkopen om Melle nog meer geld te kunnen geven.
Er is iets met foto’s die op een telefoon staan.
Het nare idee is dat de dochter van 17 jaar werd afgeperst”
Ik mag aannemen dat de rechtbank hier verder onderzoek naar laat doen?