Is de rechtspraak meer
bijzonder dan de bejaardenzorg?
Rinus Otte is behalve ‘constructief dwarsligger’ ook hoogleraar rechtspleging, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tot gisteren was hij senior raadsheer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Vandaag is Otte toegetreden tot het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie en daarmee rechter af.
Als rechter had Rinus Otte uitgesproken opvattingen over zijn collega’s en de rechtspraak. Daarbij nam hij geen blad voor de mond, hetgeen hem niet overal in dank werd afgenomen. Ach, die Otte, hoorde ik rechters wel zeggen.
Op Ivoren Toga – een kwajongensblog – neemt Rinus Otte afscheid van de rechtspraak. Met grote woorden en zorgen. Hieronder een aantal (soms vrij vertaalde) fragmenten ter stimulering het lange verhaal van Otte te lezen om zo de geest te scherpen.
De verruwing in de samenleving is ook de rechterlijke burelen binnengedrongen. Tussen rechters is sprake van schadelijke omgangsvormen die in rap tempo is toegenomen. Steeds meer rechters gedragen zich onheus naar de leiding, spreken defamerend over elkaar of over het openbaar ministerie. Er is sprake van grof gedrag.
Ik ben meer dan bezorgd over het verval van de rechterlijke attitude buiten de zittingzaal.
Helaas is er door het grote stilzwijgen van de meerderheid (van de rechters – rz) een minderheid van pakweg 30 procent, waarvan sommigen zich tegenlicht noemen, de bühne beklommen die te weinig wordt weersproken en gecorrigeerd.
Rechters hebben de laatste jaren weinig innovatief vermogen ontwikkeld.
De sterke terugloop van strafzaken, het bijplussen van tientallen miljoenen euro’s, de afwezige aantoonbaarheid van verzwaring van zaken, maken het des te opmerkelijker dat de rechtspraak gefaald heeft in het doorvoeren van enige bezuiniging.
Het niet in staat zijn om enige bezuiniging te realiseren, in tegenstelling tot willekeurig welk maatschappelijk deelterrein dan ook, veelvuldig onder het mom dat de rechtspraak heel bijzonder is, kennelijk meer bijzonder dan bejaardenzorg of stervensbegeleiding, verklaart mogelijk ten dele waarom vernieuwing in de rechtspraak zo ingewikkeld is (gebleken).
Er is sprake van tekortschietend leiderschap. Emocultuur is de kern van kortdurend leiderschap in de rechtspraak geworden.
Er ontbreekt sinds jaar en dag (…) debat over de vormgeving van de zitting. Het verhoren van verdachten en getuigen in de Nederlandse rechtspraktijk behelst geen inquisitoir doorzagen van betrokkenen. Daarvoor ontbreken de vaardigheden bij de officieren van justitie, de strafrechter en de advocatuur.
Het verhoor van verdachten (ter zitting door rechters -rz) snijdt zelden hout. Het komt niet vaak voor dat verdachten anders gaan verklaren dan ze reeds tegenover de politie of een eerdere rechter hebben gedaan.
De verhoren zijn soms slaapverwekkend, vonnissen worden uitgesproken in vrijwel altijd lege zittingzalen.
Er moet meteen op elkaars standpunt gereageerd worden, ik heb zelden en misschien wel nooit meegemaakt dat de ene procespartij zich heeft laten overtuigen door de andere.
De wetgever dient verplichte aanwezigheid van de verdachte bij de uitspraak voor te schrijven in die gevallen waarin door het openbaar ministerie een vrijheidsbeneming van langer dan een jaar is gevorderd.
In het geval de verdachte bij de uitspraak verschijnt en de strafrechter legt een vrijheidsbenemende sanctie op dient deze meteen geëxecuteerd te worden (om een einde te maken aan lopende vonnissen in ernstige zaken).
Door de vrijwel altijd afwezige verdachte bij de uitspraak van het vonnis wordt het rechterlijk gezag van de uitspraak tekort gedaan.
De culturele, structurele en juridische organisatie van het strafproces is niet op orde, de vormgeving van de zittingsbehandeling is aan revisie toe. Treurig is dat de spelers in een eigen tijdgewricht denken dat ze in de moeilijkste fase van de wereldgeschiedenis de grootste stappen hebben gemaakt. Maar vanuit wetenschappelijk perspectief liggen de grootste ontdekkingen en uitvindingen achter ons. De mens heeft in moeilijker tijden vliegtuigen ontworpen, maanreizen gemaakt, internet uitgevonden.
Mogelijk heb ik de grote organisatorische en personele stagnatie van de strafrechtspraak nog onderschat, hetgeen mij mijn hart doet vasthouden over wat de rechtspraak nog aan spanningen te wachten staat.
Het mysterie van rechtspraak is meer gebaat bij een waardige houding en intermenselijke bejegening, collegialiteit en leiding dan met de bozigheid van de straat en lege mantra’s
Het artikel van Rinus Otte: Afscheid van de rechtspraak 1995-2016
r.z.
↓

dvhn, 2 maart 2016