De burgemeester:
ondernemers die hun zaken op
orde hebben, hebben vast iets te verbergen
Op Twitter staan heus wel tweets die even tot nadenken stemmen.
Zo twitterde Erwin Witteveen, een deskundige die knaagt aan vaste gewoontes en oude aannames, een keer: ‘De grootste maatschappelijke kanteling die nu gaande is, is het groeiend besef dat autoriteit en deskundigheid twee losse begrippen zijn.’
Tijdens het even nadenken dacht ik dat je dan ook best kunt zeggen dat autoriteit en rechtvaardigheid niet per definitie twee handen op een buik zijn.
Niet meer.
Afgelopen week besloot de Raad van State (autoriteit) dat het terecht is dat een Groninger ondernemer niet meer mag ondernemen.
De ondernemer kan alleen ondernemen met een vergunning van de gemeente (autoriteit).
Hij is houder van een gedoogde koffieshop, een van de oudste van de stad Groningen.
Zijn handelen is, gelijk een bedrijf als bijvoorbeeld de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), aan strenge regels gebonden.
Aanstaande woensdag moet de koffieshophouder zijn zaak na meer dan 20 jaar sluiten.
De burgemeester van Groningen (autoriteit) denkt dat de ondernemer een crimineel is en vindt dat een crimineel geen vergunning moet krijgen.
Het zou me toch ook wat wezen, autoriteiten die de misdaad faciliteren.
Dat de Groninger ondernemer een crimineel is, zegt de politie (autoriteit).
De politie kan zoiets weten omdat die deskundig is op het gebied van de misdaad.
De Groninger ondernemer houdt zich volgens het gezag bezig met drugshandel, niet alleen in zijn eigen gedoogde koffieshop en aan de achterdeur, maar ook internationaal.
De politie had dat aan de burgemeester doorgegeven.
Harde bewijzen zijn er niet.
Er zijn aanwijzingen die een vermoeden opleveren.
Bestuursrechters van de rechtbank in Groningen gaven de koffieshophouder in de voorbije drie jaren driemaal gelijk: vermoedens tellen niet.
De koffieshop mocht geopend blijven.
De Raad van State denkt daar nu anders over en de Raad van State heeft altijd meer gelijk.
En in dit geval ook, vooralsnog, het laatste woord.
Het saillante is dat de koffieshopeigenaar nooit een verdachte is geweest.
Nooit is op basis van wat de politie dacht te weten een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar vermeende internationale activiteiten.
Er is nooit een strafzaak geweest en dus ook nooit een veroordeling.
Dat de ondernemer zijn administratie, ook voor de fiscus, op orde had, telt niet.
Sterker nog, de burgemeester van Groningen vindt dat maar verdacht: ondernemers die hun zaken op orde hebben, hebben vast iets te verbergen.
Het groeiende besef dat de overheid een burger van valse zaken mag beschuldigingen zonder daarvoor de bewijzen te leveren, is een enge gedachte.
Helemaal als dit verstrekkende gevolgen heeft, zoals de sluiting van een bedrijf.
De wet is bedoeld om de burger enigszins in het gareel te houden.
Opdat we niet massaal door het rode licht rijden, want daar komen ongelukken van.
Maar de wet is ook bedacht – nog veel belangrijker – om de burger te beschermen tegen de overweldigende macht van de overheid.
Daarom is een verdachte pas de dader als strafrechters zeggen dat dat zo is.
Voor een veroordeling is niet alleen wettig bewijs (volgens de regels van de wet vergaard) nodig, maar is ook overtuigend bewijs (het kan niet anders dan dat…) een vereiste.
De politie zegt dat Mohamed (23) ontuchtige handelingen heeft gepleegd in café De Tapperij op de Grote Markt in Groningen.
Na een nacht met vertier zou hij rond half zes des ochtends een vrouw (zij droeg een zwarte spijkerbroek) in haar kruis hebben getast.
Vervolgens maakte Mohamed, zegt de politie, een obsceen gebaar.
Mohamed moet huilen.
Hij zegt dat hij zoiets niet heeft gedaan.
Hij zegt dat hij zo niet in elkaar steekt, zo niet is opgevoed, dat hij een moeder heeft, dat hij respect heeft voor vrouwen.
Hij wilde die nacht eigenlijk naar huis, maar vrienden hadden hem overgehaald nog even mee te gaan.
Ze hadden hem wodka gegeven of whisky, terwijl hij liever Fanta drinkt of Sprite.
Wie die vrienden waren?
Mohamed weet het niet.
Eigenlijk heeft hij helemaal geen vrienden.
Iedereen die aardig tegen hem is, noemt hij een vriend.
Dat is ook een beetje zijn valkuil, rapporteerde de reclassering.
Mohamed is een kwetsbare en beïnvloedbare jongeman, iets te goed van vertrouwen.
Het positieve: hij heeft veel ambities en wil iets van zijn leven in Nederland maken.
Hij studeert elektrotechniek.
De jonge vrouw met spijkerbroek had gedanst.
Twee jongens waren op de dansvloer even opdringerig geweest, maar toen zij daar wat van zei, waren ze weggegaan.
Een uur later, toen zij naar huis wilde, werd ze van achteren in haar kruis gegrepen.
Onverhoeds.
Ze voelde een hand.
Haar broer liep op dat moment naast haar.
De beveiliging was gekomen en daarna de politie.
Mohamed werd aangewezen en moest mee naar het bureau.
De broer had wel wat gezien, een arm, maar niet dat die arm aan zijn zus was geweest.
Mohamed dacht dat hij werd aangehouden omdat hij dronken was.
Pas later, in de cel, vernam hij de echte reden.
Hij had ‘het spijt me’ tegen de agenten gezegd.
Spijt, vanwege het gedoe, dat de agenten zich nu niet met nuttige zaken konden bezighouden. Tegen de rechters, geëmotioneerd: ‘Dit doet mij veel pijn. U kunt mij 20 jaar geven, maar ik heb dit niet gedaan.’
De officier van justitie: ‘Zijn ontkenning overtuigt mij niet. Dat hij niet zo is, zegt niets. Mensen doen onder invloed van alcohol dingen die ze nuchter nooit zouden doen.’
Er zijn geen camerabeelden.
Er zijn geen onafhankelijke getuigen.
Er is een slachtoffer.
Zij wijst naar Mohamed.
Er is een broer die het niet heeft gezien, maar Mohamed ook aanwijst.
De officier van justitie: ‘Waarom zouden ze liegen?’ Hij gelooft best dat Mohamed respect heeft voor vrouwen.
Zegt: ‘Daarom acht ik de kans op herhaling klein en kan worden volstaan met een werkstraf van 50 uur.’ (eis).
Om van verdachte een dader te worden, zijn ten minste twee bewijzen nodig.
Aan dat wettelijke minimum is voldaan wanneer twee mensen zeggen dat het zo is.
Kan het slachtoffer zich ook vergissen?
Dat ze om half zes in de ochtend de verkeerde persoon heeft aangewezen?
Nee.
De officier van justitie kan zich daar niets bij voorstellen.
Mohamed heeft geen advocaat die in de rechtszaal verontwaardigd roept dat het niet veel gekker moet worden in deze rechtstaat waar burgers wel vrij, maar niet vogelvrij zijn.
Ik dacht, over de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wordt gezegd dat het wel eens dingen vernielt.
Een vermoeden kan al voldoende zijn.
De NAM mag wel oppassen.
Rob Zijlstra
→ Ik schreef eerder over de kwestie van de koffieshophouder. Het betrof toen het verslag van de zitting (veldslag) bij de bestuursrechter: snelrecht
update – 25 mei 2016 -uitspraak
Tot mijn verbijstering is Mohamed veroordeeld. Ik dacht dat de rechtbank met een vonnis zou komen waarin de rechters het Openbaar Ministerie er eens flink van langs zouden geven. Maar nee. De verklaring van de vrouw die in haar kruis werd gegrepen en de verklaring van haar broer die ook iets heeft gezien, waren voldoende voor een veroordeling. Dus het is waar: wanneer twee mensen zeggen dat een derde mens het heeft gedaan, dan is dat derde mens de sjaak. Wij zijn allen vogelvrij, het recht dat ons moet beschermen tegen willekeur en onrecht, laat ons zitten.
Was er dan echt niet nog iets anders waarop het bewijs is gestoeld? Jawel. Het feit dat Mohamed ‘het spijt me’ heeft gezegd tegen een politieman. Dat is, zo neemt de rechtbank aan, bedoeld als een schuldbekentenis. Dat Mohamed daar zelf een andere uitleg aan geeft, telt niet.
Mohamed vroeg aan de rechter die het vonnis uitsprak of hij nu geen paspoort meer in Nederland kan krijgen. Dat wist de strafrechter niet. De rechter dacht dat het wel mee zou vallen, ‘want u heeft een heel lichte straf gekregen. Geen 50 uur onvoorwaardelijke werkstraf zoals de eis luidde, maar 50 uur voorwaardelijk. U merkt daar dus niets van,’ zei de rechter nog.
Mohamed was ontdaan.
Ik heb toen iets gedaan wat ik nog nooit eerder heb gedaan. Ik heb hem meegenomen naar de perskamer. Daar heb ik hem uitgelegd dat hij een advocaat moet zoeken, alles moet vertellen en moet uitleggen en om advies moet vragen met het oog op een hoger beroep. Ik heb hem een briefje meegegeven met de naam en het telefoonnummer van een advocatenkantoor.
Mohamed zei dat hij dacht geen advocaat nodig te hebben omdat hij het niet heeft gedaan. ‘Had ik het gedaan, dan had ik wel een advocaat meegenomen.’
Ik zal het vonnis – zodra beschikbaar – hier publiceren.
r.z.
Het verhaal van Mohammed kan misschien wettig bewijsbaar zijn, maar het lijkt mij toch zeker niet voldoende overtuigend.
Een slachtoffer, wellicht hoog in haar emotie en een getuige die niets gezien heeft.. Dat het OM hierbij tot vervolging overgaat verbaasd mij. Met alle respect voor het slachtoffer natuurlijk, en misschien liegt Mohammed wel.
De NAM hoeft niet bang te zijn want de NAM is de Staat (en voor de helft Shell, maar volledig gesanctioneerd door de Staat). De wiethandelaar/koffieshophouder daarentegen opereert in het onhandig uitgevoerde gedoogbeleid, waarbij produktie verboden is (voor handel dan), maar de handel niet. En is dus volledig overgelevert aan de Staat, want waar de bewijslast, en waarvoor bewijslast nodig is, om te ontlasten of te beschuldigen? De Staat zou gewoon iedereen moeten toestaan te produceren zonder restricties, en de handel aan kwaliteitseisen moeten verbinden (en dan bijvoorbeeld de hoogte aan THC limiteren). Dat zou heel wat minder schijnheilig overkomen en de criminaliteit naar de marge drijven. En hasjgebruik wat veiliger maken voor mensen die gevoelig zijn voor psychoses.
Wettig en overtuigd bewezen behoort het criterium te zijn en te blijven waar rechters op veroordelen.
Rechters wijken daar (steeds vaker) vanaf met het criterium het “aannemelijk” te achten! Niet bij kostbare procedures tegen “top”criminelen en dito advocaten op kosten van de belastingbetaler. Nee dan wordt elk bewijs op een goudschaaltje gewogen, maar tegen Jan of Mohammed “l! Een soort klasse justitie.
Beste Rob, wat mij is opgevallen dat in de aanrandingzaak van jouw collega jij zeer stellig was mbt een bewijsbare zaak. Kennelijk omdat jij haar goed kent en overtuigd bent van haar integriteit.
Niet elk slachtoffer heeft zo’n voorspreker en is daarom afhankelijk van een zo duidelijk en consequent mogelijke aangifte, en van getuigen wat bij zedenzaken vaak lastig is.
Mede daarom is het een zaak voor de rechter om eea te beoordelen.
@John, heb ik mij zeer stellig uitgelaten over de aanrandingszaak van mijn collega?
Het groeiende besef dat de overheid een burger van valse zaken mag beschuldigingen zonder daarvoor de bewijzen te leveren, is een enge gedachte.
Helemaal als dit verstrekkende gevolgen heeft, zoals de sluiting van een bedrijf….
Groeiend besef is vrij laat omdat besef moet er al lang zijn aangezien elke dag burgers worden beschuldigd en menselijk worden vernietigd in leven houdend. Zonder ooit veroordeeld geworden te zijn, laat staan zich schuldig gemaakt te hebben aan strafbare feiten mag in een rechtsstaat zoiets niet geaccepteerd worden. Ook vindt een burgemeester dit dan van wel. Hierover mag men niet langer veinzen. In een kroeg komen veel mensen en komen er eventueel criminelen die gezellig een borrel drinken aan de bar of elders daar heet dit nog lang niet dat daarom een kroegbaas ook een crimineel is. Bizar.