Twee jaar lang hoopte ze ’s avonds
huilend in bed op betere tijden, maar
haar vader bleef een gruwzaam man
Grote woorden verdienen het om spaarzaam te worden gebruikt.
Je kunt niet iedere misstand een drama, niet elk ongemak een ramp noemen, want dan sta je bij ware malheur met de mond vol tanden.
Het is dus niet zo dat het Noorden van Nederland op 13 november 2014 is ontsnapt aan een catastrofale explosie met gevolgen voor mens en omgeving.
Dat is te zwaar aangezet, het is te groots uitgedrukt.
Toch werd het deze week gezegd in de rechtszaal en moest de 44-jarige Pascal een beetje huilen. Want stel dat de Eemscentrale wel was ontploft door zijn schuld.
Wat dan?
Daar moet hij steeds aan denken, aan wat er misschien had kunnen gebeuren, dat er doden hadden kunnen vallen, eventueel, en hoe stom hij was geweest.
Sowieso.
Pascal moet af en toe even naar adem happen.
Dan weer veegt hij met de palmen tranen uit het gezicht.
Eerst dachten ze dat hij zo’n radicale milieuactivist was.
Op het politiebureau hadden ze dat aan hem gevraagd.
Ben jij dat?
Hij had nee gezegd, hij had geantwoord: ‘Ik ben steigerbouwer.’
Waarom had hij het dan gedaan, dat wil iedereen weten.
Pascal doet zijn best.
Het was razend druk op het werk, het ging maar door, want de klus moest af.
Het was zo druk dat hij geen vrije dag kon krijgen.
Daar had hij wel om gevraagd.
De oma van zijn vriendin was overleden.
Hij wilde graag bij de begrafenis zijn, maar dan moest hij dus vrij en zijn chef, een Duitser aan wie hij toch al een hekel had, gaf geen toestemming.
Het was frustratie.
En een vlaag van verstandsverbijstering.
‘Misschien was het een combi.’
Dat laatste willen de rechters niet zomaar geloven omdat er twee momenten waren geweest dat hij het had gedaan.
De eerste keer om 10.18 uur, de tweede keer om 13.39 uur.
Dan moeten dat twee opeenvolgende vlagen van verstandsverbijstering zijn geweest, wat een beetje apart is, menen de rechters.
Pascal knikt, haalt diep adem en zegt dat hij het ook niet meer weet.
En dat hij ontzettend veel spijt heeft.
Pascal had een hendel omgezet.
Omhoog gehaald.
Twee keer.
In de tenlastelegging staat dat hij ‘opzettelijk een ten opzichte van een elektriciteitswerk genomen veiligheidsmaatregel heeft verijdeld…’
Juristen snappen dat zelf ook maar nauwelijks, maar praten nu eenmaal zo.
Het komt erop neer dat Pascal de beveiliging van een hulpkoelsysteem uitschakelde en dat dat bloedlink was.
Ergens in de centrale zou iets cruciaals extreem oververhit kunnen raken.
Een explosie zoals Groningen die nog nooit had beleefd was dan niet uit te sluiten.
Omdat het een hulpkoelsysteem – een back-up – betrof moest het wel heel gek lopen zou dat ook echt gebeuren.
Maar toch.
Ongelukken schuilen in kleine hoeken.
Even na vier uur zei iemand in de centrale, ‘verrek, krijg het nou, de druk in het back-upkoelsysteem van eenheid 3 is gezakt tot onder de 1 bar’.
De medewerker drukte op de rode knop en razendsnel werd een crisisteam geformeerd en werd de halve Eemshaven afgezet.
Verder gebeurde er niets.
Pascal zucht.
De officier van justitie ook, evenals de advocaat.
Er verstrijken jaren zonder dat er ook maar een jurist in Nederland zich verdiept in artikel 161bis van het Wetboek van strafrecht.
Daarin staat dat wat Pascal heeft gedaan niet mag.
De advocaat merkt op dat zijn cliënt al zwaar genoeg is gestraft.
‘Hij is ontslagen en hij heeft het prachtige Groningen verlaten en verruild voor het saaie Waddinxveen. Genoeg, dunkt me.’
Ook merkt de raadsman op dat er geen catastrofe in de lucht heeft gehangen, maar dat er even sprake is geweest van een verminderde staat van veiligheid.
‘Ach.’
Rechters vragen aan Pascal of hij zich op die dag om 10.18 en 13.39 uur bewust was van de gevaren.
Pascal: ‘Ik heb daar op dat moment niet bij stilgestaan.’
De officier van justitie eist een taakstraf van 120 uur.
Maar dan Fred.
Fred is een ander verhaal.
Fred, 46 jaar, bloemenverkoper, is wereldwijd een catastrofe voor de mensheid.
Kleiner kan ik het – op basis van de rechtszaak waar Fred als tragisch figuur de hoofdrol speelde – niet maken.
Een collega van de perskamer noemde hem de smerigste hufter.
‘Geef mij een kwartiertje met hem alleen’, zei ze.
Fred heeft gedurende een jaar zijn jongste dochter misbruikt.
Hij had daar een reden voor: hij zat in een faillissement.
Daardoor had hij het dus ontzettend zwaar want veel stress en toen ging zijn vrouw ook nog vreemd met zijn beste vriend.
‘Het was een fase in mijn leven dat ik erg instabiel was.’
Fred zegt dat het natuurlijk geen excuus is.
Maar ja.
‘Een man met stress doet nu eenmaal rare dingen.’
Hij zegt ook dat hij natuurlijk spijt heeft.
En de rechters moeten niet denken dat het de schuld is van zijn dochter of zo.
Dat is niet zo.
Het is zijn schuld.
‘Ik heb een fout gemaakt. Ik ben verantwoordelijk.’
Hij vertelt dat zijn dochter een pittige dame was, niet gemakkelijk in de opvoeding.
Het was een keer begonnen met knuffelen.
En zo was het doorgegaan.
Zoenen op de mond. Hij met zijn tong.
Soms ging hij trimmen in het bos en dan mocht zij mee (‘nee, ik moest mee’).
Een keer wilde zijn dochter, toen 16 jaar, uit met vriendinnen.
Hij had gevraagd: wat heb je daarvoor over?
Hij was toen in dat bos met zijn vingers in haar vagina gegaan.
Tegen de rechters: ‘Heel spontaan.’
In 2013 vertelde ze alles aan haar moeder.
Ze wilde geen aangifte doen.
Twee jaar lang hoopte ze ’s avonds huilend in bed op betere tijden, maar haar vader bleef een gruwzaam man.
Een jaar geleden deed ze alsnog aangifte.
De rechters vragen: ‘Was u daar boos over, over die aangifte?’
Hij: ‘Nee. Maar ik was wel verontwaardigd.’
De officier van justitie citeert uit een verklaring van de dochter: ‘Op de dag dat ik aangifte deed, zei hij tegen mij: ‘dit is de dag dat ik je heb begraven’.
Fred vindt niet dat hij hulp nodig heeft.
‘Ik heb veel vrienden die psychiater zijn. Ik heb al met hen gepraat.’
De officier van justitie: ‘Het bewijs is easy. Hij bekent de beschuldigingen. Ik eis een half jaar celstraf, de helft voorwaardelijk.’
Ook Fred heeft het Noorden verlaten.
Hij verkoopt nu de meest vrolijk gekleurde bloemen in Amsterdam.
Alsof er niets is gebeurd.
Rob Zijlstra
update – uitspraak – 21 oktober 2016
Pascal is veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur. Conform dus. De rechtbank volgt in de veroordeling het Openbaar Ministerie. Dat ziet er dan als volgt uit (fragment vonnis):