Ik steun War Child
En dan doe ik dit
Hoe hypocriet kan ik zijn?
Drie jaar geleden verzamelde hij kinderporno omdat zijn moeder ernstig ziek was.
Natuurlijk was dat raar.
En ontzettend stom.
In de rechtszaal bood hij daarom ook met het hoofd gebogen zijn excuses aan.
In de eerste plaats aan alle kinderen.
En vervolgens aan de rest van de wereld.
Dat was in oktober 2013.
De rechtbank legde een werkstraf op van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden.
Donderdag zat dezelfde man weer in het verdachtenbankje, op dezelfde stoel als destijds.
Weer kinderporno.
Honderden foto’s van het soort waarvan de officier van justitie, wel wat gewend, even niet goed werd.
Dat zei hij tegen de rechters.
En wat was ditmaal de reden?
Moeder overleden.
De verdachte is nu 74 jaar.
Financieel heeft hij de boel goed voor elkaar.
Maar voor de rest?
Tegen de rechters: ‘Ik heb er een potje van gemaakt.’
Hij woont momenteel bij een vriend die zijn woning te koop heeft staan.
De toekomst in ongewis.
Met zijn ex met wie hij nog dieren verzorgt, heeft hij nauwelijks contact.
Ze praten bijna niet met elkaar.
Hij hoopt dat het ooit weer goed komt.
‘Daar houd ik mij aan vast. Ik ben een optimist. Maar ik heb ook de bange vrees dat het niet gaat lukken.’
Via een website in de Verenigde Staten liep hij tegen de lamp.
Een Amerikaanse organisatie briefde zijn gegevens door naar de Nederlandse politie.
Na een onderzoek kwamen ze bij hem
Hij weet het, wist dat het verboden was.
Zegt nog wel: ‘Vroeger op het Zuiderdiep in Groningen kon je gewoon kinderporno kopen.’
Even later: ‘Ik steun War Child. En dan doe ik dit. Hoe hypocriet kan ik zijn?’
De computer heeft hij weggedaan.
Geen verleidingen meer.
Wat hij nu doet?
Vissen.
En veel nadenken.
Tijd zat.
Hij hoopt dat het dorp er niet achter komt.
De officier van justitie zegt dat er moet worden afgerekend.
Vijftien maanden gevangenisstraf, waarvan tien voorwaardelijk.
Hij krimpt ineen.
De gevangenis in.
Net als drie jaar geleden was hij daar als dood voor.
Toen ontsprong hij de dans, kwam hij weg met een werkstraf.
Maar nu?
Tegen de rechters: ‘Ik hoop dat u het kunt opbrengen mij nog een kans te geven.’
En na een korte stilte: ‘Ik snap dat ik het u moeilijk maak.’
Rob Zijlstra
update – – uitspraak