Henken

over een overval op een tankstation

Het is zondagmiddag, tien voor vier. Op de Zonnelaan in Groningen is het op zo’n dag en tijdstip nooit heel druk. Wel raast er een zwarte scooter over het fietspad, met op die scooter twee mannen. Ze racen richting het winkelcentrum Paddepoel waar op zondag van alles valt te beleven.

Even daarvoor is, vlakbij, het overval-alarm afgegaan.
Het Shell-tankstation is overvallen, niet voor het eerst.
Twee mannen in donkere trainingspakken zijn ditmaal de daders.
Eentje bleef bij de deur staan, de ander liep naar de balie en riep terwijl hij zwaaide met een kapmes: geld, geld, geld.
De buit: 310 euro.
Daarmee vluchtten ze, op een zwarte scooter.

De politie deed direct een ‘burgernet-actie’. Zo’n 8.300 mensen kregen een berichtje op hun telefoon. Help. Er is een overval gepleegd, twee mannen zijn op de vlucht geslagen. De burgeractie leverde geen bruikbare informatie op.

Een van de twee scootermannen zat deze week in zittingszaal 14. Hij had zijn ouders meegenomen en er was een man van de reclassering. Hij, de verdachte, heet Henk en is 21 jaar.

Waarom pleegt zo’n jonge Henk – nooit eerder in aanraking met de politie – een zo heftig misdrijf? Een misdrijf waar niet alleen gevangenisstraffen van twee, drie jaar voor worden geëist, maar ook door rechters worden opgelegd, ook aan jongetjes van 21 jaar?

Waarom.

Henk zat niet lekker in zijn vel. Thuis ging het niet goed. Hij blowde veel. Heel de dag maar door. En hij ging om met verkeerde jongens. Dat vooral. Door die verkeerde jongens was hij – zo zegt hij – diep afgezakt.

Tegen de rechters: ‘Ik besefte niet wat ik aan het doen was. Dat je iemand onschuldig overvalt… We stonden te roken en te praten, we hadden geld nodig. Zonder na te denken gebeurde het zeg maar…’

Daarom.

Henk zegt dat hij het was die om geld vroeg. ‘Ik riep ‘geld’ met stotterende woorden want ik was ontzettend zenuwachtig.’ Hij was met het kapmes in de hand en gebogen hoofd richting de balie gelopen. Toen hij opkeek om zijn misdrijf te volbrengen, zag hij dat de medewerker B. was. Hij kende B. wel want hij kwam vaker in het tankstation. ‘Dat was wel schrikken ja.’ Hij wil nu graag een gesprek met B. Tegen de rechters: ‘Zodat we er samen uit kunnen komen. Ook om mijn excuses aan te bieden.’

Hoe hij aan dat mes, dat grote kapmes, was gekomen? ‘Van een vriend waar we waren.’ Was die vriend de tweede dader? Nee, dat was weer een andere foute vriend. Wie? Nee. Henk wil die naam niet noemen. Bang. ‘Ik wil verder met mijn leven. Ik wil niet constant achterom moeten kijken.’

Soms maken officieren van justitie daar venijnige opmerkingen over. Dat als je de naam van je mededader niet noemt, dat je dan geen verantwoordelijkheid neemt. Dat je het slachtoffer daarmee in onzekerheid laat. En dat dat niet bijdraagt aan een lagere strafeis.

Ruim vier weken na de overval kon hij het niet meer voor zich houden. Hij vertelde alles aan moeder. Samen met een hulpverlener meldde hij zich een dag later op het politiebureau. De hulpverlener had hem verteld dat als hij alles eerlijk zou opbiechten hij dan na verhoor weer naar huis mocht. Dat liep even anders. Henk werd na zijn biecht in het politiebureau aangehouden en verdween voor vier maanden achter slot en grendel. In april dit jaar werd zijn voorlopige hechtenis onder voorwaarden geschorst.

Ik kijk naar de ouders van Henk die naast mij aan de perstafel zijn gaan zitten.
Denk: het zal je kind maar wezen.
Denk ook: alle ouders van jongemannen hadden daar kunnen zitten, want er zijn heel veel Henken.
Je zult maar ouder zijn.
Ik denk: ze zullen zo wel schrikken als de officier van justitie zijn strafeis formuleert.
Vraag me af: hoe verdrietig zou dat voelen als ouder, dat je kind ineens niet meer je kind mag zijn, maar voor lange tijd in de gevangenis moet blijven?
Tussen andere criminelen?

De man van de reclassering zegt dat Henk dan wel de volwassen leeftijd heeft, maar dat hij geestelijk nog niet helemaal is uitontwikkeld. En dat hij met zijn adhd, zijn impulsiviteit, zijn de ene dag dit en de andere dag weer dat, dat hij heel zijn leven begeleiding nodig heeft. Dat drank en drugs voor altijd voor hem verboden moeten blijven omdat anders een terugval is gegarandeerd. ‘Hij moet aan de hand worden genomen.’

De officier van justitie zou nu kunnen zeggen dat alles wel zo mag wezen wat over Henk wordt gezegd, en dat hij ook wel inziet dat een traject vol hulp noodzakelijk is, maar dat er eerst moet worden afgerekend. Een overval op een tankstation, met een wapen, samen met een ander, dus in vereniging, is een zeer ernstig feit. Henk mag dan een first offender zijn, hij mag zichzelf hebben gemeld, de volledige verantwoordelijkheid neemt hij niet. De naam van zijn mededader weigert hij te noemen. Daar hou ik rekening mee.

Maar dit alles zegt de officier van justitie niet.
Hij zegt dat Henk al een tijdje heeft vastgezeten.
En dat dat voldoende mag zijn.
Daarnaast een werkstraf van 120 uur.
Een zes maanden voorwaardelijke jeugddetentie.

Ik ben niet van de zwaarste straffen, maar van deze eis schrok ik toch wel eventjes.
Iemand met kennis van zaken reageerde op twitter: met zo’n eis kun je nog eens een overval overwegen.

Op de gang, buiten de rechtszaal, ontfermen de ouders zich over hun zoon, alsof hij net zijn eerste zwemdiploma heeft behaald. Moeder aait hem, met haar hand over zijn rug.

Rob Zijlstra

update – 31 juli 2017 – uitspraak 
Straf conform de eis. Klik op tekst hieronder voor volledig vonnis

 

5 gedachtes over “Henken

  1. Dank Rob, ik vind je artikelen leerzaam en boeiend. Soms zou ik graag hogere straffen zien maar wordt de maatschappij beter door hogere straffen? Ik denk dat hogere straffen tot meer leed zorgen doordat families uit elkaar gerukt worden.

  2. Lijkt me een goed vonnis. Overval was vorig jaar, en hij was toen 20. Heeft lang in voorarrest gezeten. Gezien het vonnis (vw. jeugddetentie) is besloten om, ondanks zijn leeftijd, het jeugdstrafrecht toe te passen. Dat zegt iets over de gesteldheid van de dader. Ik wens hem, en zijn moeder, sterkte bij het verdere traject.

    • Het gaat hier om een eis. Rechters moeten nog oordelen en ook bepalen of het jeugdstrafrecht of het ‘gewone’ strafrecht wordt toegepast. Voor de verdachte is het inderdaad beter wanneer voor het jeugdstrafrecht wordt gekozen.
      Ik was enigszins verbaasd omdat ik verdachten heb gezien in vergelijkbare zaken waarmee nog wel wat meer aan de hand was en die dan desondanks 3 jaar kregen.

  3. Dit is m.i. een redelijk tot zware eis… ik zet het af tegen vonnis r.b. arnhem van 22-7 tegen 23 jr die onder invloed van alcohol (8x teveel) met auto 140 rijdt op brug waar 50 mag én daar vrouw van 39 jr dood rijdt: 5 jr rijontzegging en 3 jr cel waarvan 1 jr voorwaardelijk. Misschien vergelijk ik appels en peren…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s