Een flink deel van de ongeorganiseerde criminaliteit is het gevolg van fouten en foutjes. Het is algemeen bekend dat een fout zo is gemaakt. Eén moment van onoplettendheid, van onnadenkendheid en het kan al flink mis gaan. En iedereen maakt ze.
Het is daarom dat ook niet criminelen regelmatig als verdachten in de rechtszalen van het strafrecht belanden, negen van de tien keer schuldig worden bevonden en dan dus ook straffen krijgen opgelegd. Een beduidend deel van de misdaad wordt bedreven door niet-misdadigers. Crimefighters en politici die steeds strenger roepen moeten daar eens bij stilstaan.
Hij had het nooit moeten doen, sprak de grote getatoeëerde man deze week berouwvol tegen zijn rechters. Hij wilde het uitpraten, dat was de intentie. Daarom ging hij naar zijn ex. Om te praten. Maar toen hij er eenmaal was en voor de woning stond, lag daar die steen. Voor hij er erg in had – in een ondoordacht moment – keilde hij het gevaarte door de ruit. Net daar waar zij stond.
De officier van justitie vindt zo’n impulsieve fout vijftien dagen gevangenisstraf waard.
niet voordringen
Soms bestaat een misdrijf uit een aaneenschakeling van fouten. Ronald wil met studentenvrienden poolen, maar het is, rond middernacht, druk in het poolcentrum in de binnenstad van Groningen, er is geen tafel vrij. Ze willen niet wachten, maar voor hun beurt spelen. Pool-medewerker Randy grijpt in en wijst de bezoekers op de spel- en huisregels: niet voordringen. De studenten vertrekken, maar duiken een kwartier later weer op, luidruchtig als ze zijn. Foute boel.
Als Ronald voor de tweede keer te verstaan wordt gegeven dat voordringen nog steeds niet tot de regels behoort, schopt hij een dienblad met glaswerk aan gruzelementen. Bij de politie erkent hij later dat hij zich ‘klootzakkerig’ had gedragen, iets wat hij nooit zou doen als hij niet dronken was. Hij noemt zijn gedrag bij nader inzien stom wat volgens mij gelijk is aan flink fout.
In reactie op het sneuvelende glaswerk sommeert Randy dat Ronald de zaak moet verlaten, er wordt geduwd, er vallen klappen. Randy is kleiner maar geïrriteerd en sterker en sleurt de dronken Ronald naar buiten. Daar registreren camera’s hoe de student over de straatklinkers tuimelt. En, heel fout, hoe Randy hem als afsluiter een trap geeft, vol in het gezicht.
Ontzettend fout, vindt de officier van justitie. Ronald mag zich dan als een dronken aap hebben gedragen, Randy heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag, want zo moet een trap met een geschoeide voet tegen het immer kwetsbare hoofd in de rechtszaal heten. Een geschoeide schop kan leiden tot de dood.
Randy buigt het hoofd. Hij weet het. Had hij die Ronald maar slechts naar buiten gesleurd, dan was er nu niets aan de hand geweest. Maar die onverhoedse schop was zo fout dat hem nu een jaar gevangenisstraf boven het hoofd hangt. Ook moet hij – wil Ronald – 3500 euro aan smartengeld betalen omdat de student met een gebroken neus het slachtoffer mag heten. Door het incident is hij een angstig mens geworden, heeft hij studievertraging opgelopen en is hij in een sociaal isolement terechtgekomen. 3500 euro heelt wellicht.
Randy – vader van kinderen – zegt nog sorry, maar realiseert zich dat zoiets zeggen zijn fout niet ongedaan maakt. Hij zit al een half jaar in de gevangenis.
Ook de fout van Anton uit Delfzijl lijkt onherstelbaar. Zonder dat zijn echtgenote het weet, is er een huurachterstand en wel zo eentje dat de woningbouwvereniging met een drastische oplossing komt: een huisuitzetting. Anton is meer dan wanhopig en bedenkt in de geest van die gemoedstoestand een uitweg. Hij sticht brand op de overloop van de woning in de hoop dat de uitzetting – de volgende dag – dan niet doorgaat. Dan komt hij misschien niet met de twee kinderen en zijn onwetende vrouw op straat te staan.
De brand wordt geblust, de schade is fors. Niemand ruikt onraad tot de verhuurder een relatie legt tussen de brand en de aangekondigde huisuitzetting een dag later. Nader onderzoek volgt en dat brengt de misdaad aan het licht. Anton bekent. In de rechtszaal hoort hij de officier van justitie praten over een gevangenisstraf van vier jaar. Goed, ze wil best rekening houden met zijn persoonlijke omstandigheden, met zijn wanhoop. De eis daarom: 24 maanden celstraf.
Fouten leiden niet altijd tot strafmaatregelen. Deze week had in zittingszaal 14 ook een 23-jarige jongeman uit Marokko terecht moeten staan omdat hij in januari twee personen zou hebben neergestoken. De strafzaak ging niet door omdat de verdachte in afwachting van de behandeling van de zaak, door de vreemdelingendienst het land was uitgezet. Foutje in mei.
De advocaat: ‘De overheid frustreert de rechtsgang. Verdachte heeft het recht aanwezig te zijn bij zijn strafzaak maar door de uitzetting kan hij van dat recht geen gebruik maken.’ De raadsman meent dat deze onherstelbare fout moet betekenen dat justitie het recht te mogen vervolgen heeft verknald. De rechters willen zover niet gaan. In opdracht van de rechters moet de officier van justitie de gewezen verdachte opsporen. Als hij is gevonden, kan hij misschien zeggen of hij wel of geen gebruik wil maken van het aanwezigheidsrecht. Zo doet het juridisch iets minder zeer.
Terschelling
Iedereen maakt fouten. Eind augustus belandde ik in het kleine, maar o zo mooie theater van West-Terschelling (West End) waar strafrechter Gerlof M. uit Zwolle optrad. Hij verhaalde over het strafrecht en over zichzelf. Ik vond het een matige voorstelling (entree 17,50 euro) waarin wel iets bedenkelijks gebeurde. Rechter Gerlof sprak bij herhaling over een strafzaak van een (voormalige) boer uit Noord-Groningen die werd verdacht van stalking en het het bedreigen van een officier van justitie met de dood. Hij was een van de drie rechters van de Groninger boer. De rechter kwalificeerde de verdachte Groninger landbouwer vanaf het theaterpodium als een rare kwibus, als een lelijk heerschap.
De strafrechter ging hier met voorbedachten rade goed in de fout: een rechter spreekt nooit publiekelijk over een zaak waarin hij zelf recht moet doen. De voorstelling op het eiland was twee dagen na de zitting in Zwolle. Er was toen nog geen uitspraak. Die kwam afgelopen donderdag.
De kwibus-boer uit Noord-Groningen kreeg tbs met dwangverpleging.
De strafrechter met zijn onnadenkendheid gaat vrijuit.
Rob Zijlstra
update – 20 september 2017 – uitspraak
Anton moet met zijn wanhoop eigenlijk naar de gevangenis, vinden de rechters, maar ze vinden nog meer dat rekening moet worden gehouden met de omstandigheden. En dan mag Anton boeten met een werkstraf, de maximale, van 240 uur. En ter waarschuwing: 12 maanden voorwaardelijke celstraf. Een goed gesprek met zijn geliefde is niet in het vonnis opgenomen.

het slot van de voorstelling
Die drie gevallen hadden makkelijk tot sterfgevallen kunnen leiden. Dat wil Justitie natuurlijk keihard afstraffen, en naar mijn mening terecht. Alleen draai je er natuurlijk -vooral als er onverhoops wel iemand overlijdt- de klok niet mee terug; voor het slachtoffer is het te laat. En of het anderen ervan weerhoudt hetzelfde te doen…