De politie in Noord-Nederland kan het werk niet aan. Er is veel aanbod en er zijn te weinig mensen. Zelfs bij ernstige misdrijven is het naatje pet. Jaren achtereen waren er te weinig rechercheurs, maar het zou wel goed komen. Deze week berichtte de krant dat de forensische opsporing onderbezet is. Er zijn dus nog steeds te weinig rechercheurs.
Arme politie, arme wij.
Een pr-politievoorlichter riep dat ondanks de onderbezetting onderzoeken geen gevaar oplopen. Ammehoela. Het resultaat van politiewerk komt uiteindelijk terecht in de zalen van het strafrecht en daar weten wij wel beter.
Dienders op straat kunnen er ook niet veel aan doen. Dienders – Bernard Welten noemde hen ‘scheidsrechters van de publieke ruimte’ – doen voor een karig salaris hun stinkende best.
Even over Welten.
Van Welten – voormalig korpschef te Groningen, daarna hoofdcommissaris van Amsterdam en tot voor kort adviseur van de blauwe lucht – kun je niet zeggen dat hij met zijn stinkende best het huidige politiekorps naar grote hoogten heeft gebracht. Vrijwel niemand weet wat de man de laatste jaren deed, behalve dat hij er overdadig veel geld voor kreeg, het meest van allemaal.
Het is verleidelijk, maar te gemakkelijk Welten de schuld te geven van alle misère bij de politie. Toen hij in 1999 in Groningen als korpschef aantrad liet hij zich kennen als een toffe peer met stoere plannen. Lekker links ook. Hij stemde dat jaar nog GroenLinks, was actief bij Amnesty International en had een broertje dood aan mensen zonder ambitie. Zijn ideeën over opsporing waren vooruitstrevend.
Thuis in Haren verslond hij boeken van Sun Tzu en Charles Handy, over Alexander de Grote. Criminelen die jarig waren, stuurde hij een verjaardagskaart, opdat het geboefte wist dat ze bij de politie in beeld was. De tactiek: strooi zand in hun machine. Welten noemde dat ‘tegenhouden’.
In 2004 – het jaar dat hij Groningen inruilde voor Amsterdam – zei hij het ontzettend raar te vinden dat de overheid alleen het strafrecht gebruikt om de criminaliteit aan te pakken. Hij zag vooral een taak weggelegd voor bestuurders, de burgemeester voorop. Dat wordt nu, dertien jaar later, alom gepredikt.
Genoeg over Bernard Welten. Op een dag heeft de man het fatsoen verloren. Met de zakken vol geld heeft hij de politie verlaten, zijn onderbetaalde scheidsrechters van de publieke ruimte verontwaardigd achterlatend. Het was zijn motto: steek je kop boven het maaiveld uit, sticht verwarring. Alleen dan komen mensen in beweging.
Ondertussen is het in Noord-Nederland zover gekomen dat als er in Dronrijp (vlakbij Menaam) iemand met kogels schiet, de rest van Noord-Nederland zonder politie zit, tenzij agenten uit Oost-Nederland en Noord-Holland tijd hebben even bij te springen. Dat schijnt regelmatig te gebeuren.
En zo gebeurde het dat de dienstdoende brigadier Teake Tjalling Eabema van de politiepost te Harlingen hem flink kneep toen op een zaterdagavond de melding kwam dat aan de andere kant – in Ter Apel – een overval werd gepleegd. Doelwit was snackbar Take Away bij camping Moekesgat. Een gewapende man in een zwart Adidas-jack was met een wapen naar binnen gegaan en eiste geld.
De overval mislukte, de onverlaat vluchtte zonder buit naar buiten. Korte tijd later werd in de buurt een jongeman op een fiets bedreigd met een vuurwapen. Ook hier bleef de misdaad beperkt tot een poging. Er was een vaag signalement: de dader was een donkere man. Beide keren had de overvaller ‘geef me alles’ geroepen wat het vermoeden deed ontstaan niet uitgesloten kon worden dat er sprake was van een en dezelfde dader.
Veel verder kwam de politie niet. Dat lag niet aan onderbezetting. De officier van justitie: ‘De criminaliteit van Ter Apel bestaat uit winkeldiefstallen en overlast. Een gewapende overval is er zeldzaam. Daarom wilden we deze zaak hoe dan ook oplossen. We hebben er flink op ingezet.’
De flinke inzet piekerde zich suf. Na dagen prakkiseren zei iemand van het onderzoeksteam dat er in 2013 ook al eens een donkere man werd verdacht van een overval in Ter Apel. Dat bleek achteraf niet te kloppen, maar toch. Misschien moesten we deze donkere man opnieuw arresteren en zijn telefoon afluisteren. Je weet nooit. De buurtagent wist waar hij woonde.
Zo geschiedde. De 24-jarige Kama werd zonder pardon gearresteerd. Daarna werd zijn telefoon afgeluisterd. Agenten hoorden hem bellen met zijn broer. Het gesprek ging over geldgebrek. Bingo, riepen de leden van het onderzoeksteam. ‘We hebben een motief.’
Het team deed nog wat. Ze hadden een foto van verdachte Kama gemaakt en van die foto hadden ze de ogen uitgeknipt. De uitgeknipte ogen plakten ze op de gemaakte compositietekening van de mogelijke dader en voegden die als bewijs toe aan het strafdossier.
Afgelopen week diende de strafzaak. Kama vertelde dat hij op de dag van de overval in Rotterdam was.
De rechter merkte bij aanvang van de strafzaak op dat hij verbaasd was dat Kama op basis van het dossier als verdachte was aangemerkt. De rechter zei ook, met een vleug cynisme, dat hij een ‘creatief kunstwerkje’ in het dossier had aangetroffen, een knip- en plakwerkje met ogen. Tegen Kama: ’De gelijkenis met u ligt niet 100.000 kilometer uiteen, maar of u het bent, is lastig te zeggen.’
De ervaren officier van justitie voelde de nattigheid en eiste vrijspraak wegens gebrek aan overtuiging. De rechters hadden niet de gebruikelijke twee weken nodig om uitspraak te doen, ze deden het direct. Ze zeiden: ‘Het enige wat de politie heeft vastgesteld is dat de dader een donkere huidskleur heeft en dat u ook een donkere huidskleur heeft. Op basis daarvan veroordelen wij geen mensen.’
Vrijspraak voor Kama. Hij komt nu in aanmerking voor een schadevergoeding. Drie weken zat hij op basis van beroerd politiewerk onschuldig opgesloten. De vergoeding voor justitiële vrijheidsberoving is tachtig euro per gestolen dag. Met geld strijken we problemen glad.
Toch nog even.
Bernard Welten blijft, las ik, voor drie dagen per maand beschikbaar als adviseur van de nationale politie. Daar krijgt hij 5400 euro voor, per maand. Er zijn mensen bij de politie die dit hebben bedacht, er zijn mensen bij de politie die zoiets goedkeuren. Er was vast een pr-politievoorlichter.
Hoe dit allemaal zomaar kan?
Omdat het kan.
Het is het probleem van de onverschilligheid.
Rob Zijlstra
> onverschilligheid
>> interview Bernard Welten (DvhN, 2004)
het vonnis: ‘volstrekt onvoldoende bewijsmiddelen’
“Het is het probleem van de onverschilligheid.”
Het is niet een probleem van onverschilligheid maar van machteloosheid: Wat kan een gewoon burger doen om dit soort witte boorden criminaliteit te stoppen?
Ik weet wel een oplossing maar dat is dan weer niet volgens de wet, tenminste, het schavot is toch afgeschaft?
Stiptheidsacties. Aangiftes en meldingen van alles waar maar een mogelijk toe is. “Zand strooien in de organisatie”!
Zou wel eens een uitgebreid artikel willen lezen over de misstanden bij politie en justitie. Graaiende machtsgeile mensen voelen zich blijkbaar erg aangetrokken tot deze organisaties.