De meeste mannen en vrouwen die in de rechtszaal van het strafrecht komen opdraven, doen dat eenmalig. Cijfers heb ik niet, maar het is een feit dat recidivisten – zij die opgroeiden voor galg en rad – behoorlijk in de minderheid zijn. De misdaad kent voortdurend nieuwe gezichten.
Er bestaan ook misdaadplegers die na een lange en intensieve foute carrière met tal van veroordelingen uiteindelijk met succes op het rechte pad terechtkomen. De ex-recidivisten. Een braaf leven bevalt hen, zij die door schade en schande wijs moesten worden, doorgaans goed. Maar garanties biedt dat rechte pad niet.
Johan, een 37-jarige Groninger, heeft alle kronkelpaden belopen en beleefd. Het ging echt fout toen de drugs zijn leven definitief overnamen. Hij veranderde van een levend mens in een meurende zombie. Dat laatste zegt hij zelf. ‘Ik was volledig de weg kwijt en had nog maar één doel: drugs scoren.’
Zombies die geen geld voor drugs hebben gaan aan de wandel.
Het is 26 oktober 2013, nog vroeg in de ochtend. Johan wandelt als een dode man een vestiging van supermarkt Aldi in Groningen binnen. Hij laat zijn mes zien aan de medewerkster die daarop in lijn met de bedrijfsinstructies de lade van de kassa opent die Johan vervolgens zo leeg mogelijk graait. Met het geroofde geld rent hij regelrecht naar zijn dealer.
De tatoeages waren opgevallen en zijn zwarte jas wordt later in de buurt onder een geparkeerde auto gevonden. Johan verdwijnt spoorloos in de goot. De overval op de Aldi belandt in het bakje ‘niet opgelost’.
Het wordt 647 dagen later 4 augustus 2015. Even na half acht in de avond wordt in Groningen een 18-jarige koerier van Domino’s Pizza overvallen. Het was, hoe sneu, zijn laatste werkdag als bezorger. De dader gaat er op de brommer van het slachtoffer en met diens telefoon en portemonnee vandoor. Ditmaal blijft hij niet spoorloos. Johan – want hij is de dader – wordt gepakt en in november 2016 veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur en vijf maanden voorwaardelijke celstraf.
Vanwege de overval op de pizzakoerier moet Johan wangslijm afstaan opdat zijn dna-profiel kan worden opgeslagen in de dna-databank. Nieuwe profielen worden – als de dna-bankiers tijd hebben – vergeleken met gegevens die al in de databank zitten.
En het is raak. Begin 2017 rinkelt de bel. Er is een match. Het dna-profiel van Johan komt overeen met het dna-materiaal dat destijds is ‘veiliggesteld’ (politiejargon) op de kraag van de zwarte jas die onder een geparkeerde auto in de buurt van de Aldi was gevonden, een jas die nogal leek op de jas die de overvaller met opvallende tatoeages op die nare vroege ochtend droeg.
Johan wordt in mei 2017 aangehouden. Eerst ontkent hij, maar als hij inziet hoe kansrijk dat is, besluit hij het hoofd te buigen: hij bekent de overval op de Aldi. En nu zit Johan in zittingszaal 14. Zonder advocaat, want die heeft geen tijd voor hem, zei hij.
Rechters: ‘Hmm. En u wilt wel een advocaat?’
Johan wikt wat, weegt wat: ‘Ik weet niet of dat in mijn voordeel is of in mijn nadeel.’
Rechters: ‘Ach. U heeft bij de politie bekend. Staat u nog steeds achter die verklaring?’
Johan zegt van ja. Zegt dat hij dat domme feit heeft gepleegd. Als je in het gootje ligt, drugs nodig hebt en geen geld, dan ga je gekke dingen doen.’
Rechters: ‘Wat weet u nog van die dag?’
Johan: ‘Geen details. Ik zal wel wat hebben geroepen. Als je een overval pleegt hou je je niet stil.’
De rechters zeggen dat ze in het dossier hebben gelezen dat het nu goed met hem gaat. Johan glimt. Hoe zal hij het zeggen? Hij zegt:‘Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest als nu.’
Rechters: ‘U heeft uw leven een positieve wending gegeven.’
Johan: ‘Ja.’
Rechters: ‘En de oude vrienden?’
Johan: ‘Niks meer. Mijn vrouw is nu mijn beste vriend. En ik heb mijn kinderen. Verder heb ik niemand nodig.’
Hij drinkt niet meer en ook de cocaïne laat hem met rust en andersom. Hij is zombie-af. En hoe. Onlangs getrouwd, rijbewijs gehaald en vader geworden, voor de zesde keer. Daarnaast is hij druk bezig een eigen bedrijf op te zetten. Dat lukt goed, zo goed dat hij met gemak zes dagen kan vullen met werk. De sociale dienst helpt hem nog een beetje, maar het is de bedoeling dat hij binnenkort op eigen benen staat.
Het is een lastige keuze waar de officier van justitie voor staat. Hij moet namens de roerige samenleving wraak nemen. De misse daad bij de Aldi moet worden vergolden omdat het recht moet zegevieren. Tegen Johan zegt de officier van justitie: ‘U mag dan in die tijd een zombie zijn geweest, die caissière was geen zombie. U zult moeten boeten voor dit feit.’
Johan knikt en mompelt: ‘Ja, natuurlijk.’
De aanklager vervolgt: ‘De richtlijnen die wij hanteren bij het bepalen van de strafeisen schrijven voor dat iemand met recidive voor een overval als deze een gevangenisstraf van twee jaar zou moeten krijgen.’
Johan zegt nu even niks.
De officier van justitie moet ook rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, met zijn huidige leven vol zorg en arbeid. Het recht wil niet dat gebeurtenissen uit het verleden een garantie zijn voor een vergalde toekomst.
Het kan op zo’n moment in het strafproces alle kanten op. Er is geen slachtoffer in de zaal met een akelig verhaal en een schadeclaim. Misschien scheelt dat. Johan is er wel, hij had ook weg kunnen blijven. Ook dat scheelt. De officier van justitie zegt tegen hem: ‘Dat u bent gekomen laat zien dat u verantwoordelijkheid neemt. Dat waardeer ik.’
Het is duidelijk. De officier van justitie mept Johan niet van het rechte pad af met een gevangenisstraf. Het is beter voor iedereen dat Johan blijft staan: hij mag (eis) boeten met een werkstraf van 180 uur. En om duidelijk te maken dat het wel degelijk ernst is met een jaar voorwaardelijke celstraf als stok achter de deur erbij.
Rechters: ’Een eigen bedrijf, zo veel kinderen. En dan een werkstraf. Zou dat lukken?’
Johan: ‘Het moet dan in de avonduren. En op zondagen. Dan lukt het wel.’
Rechters: ‘Mooi. We zullen er over nadenken.’
Rob Zijlstra
update – 25 januari 2018 – uitspraak
De uitspraak kwam niet als een verrassing: een werkstraf van 180 uur met als stok achter de deur een jaar celstraf (die dus voorwaardelijk is opgelegd). De rechters volgen dus de officier van justitie in de eis.
het vonnis (zodra gepubliceerd)
Mooi geschreven weer Rob.
Ik hoop dat het Johan lukt om op het rechte pad te blijven.