De politierechter valt tijdens het ondervragen van de verdachte een paar keer van haar stoel. Niet echt natuurlijk, maar bij wijze van spreken. Ze zegt het om duidelijk te maken dat ze geen woord gelooft van wat de verdachte wil doen geloven. De verdachte is van beroep specialist en laat zich inhuren. Met focus en flexibiliteit. Maar zijn specialisatie in de rechtszaal: zich dom voordoen.
Zeg maar dat hij Geert heet, 56 jaar. Geert is nog niet zo lang geleden getrouwd met Wilma. Zij is ook 56 jaar, ze is medeverdachte, maar is niet in de rechtszaal aanwezig. Ze is ziek. Samen bewonen ze een boerderij met grote schuren, zonder vee en zonder land.
Op het internet zie ik dat de Nationale Politie en verschillende ministeries van belang in de portfolio van Geert zijn opgenomen. En dat Wilma aanhanger is van een politieke partij die hamert op harde straffen voor anderen die de wet overtreden. Misschien is ze daarom niet gekomen, omdat ze eigenlijk vindt dat ze niet zo’n softe werkstraf behoort te krijgen, maar een pittige vrijheidsstraf.
Nu is het niet zo dat Wilma en Geert een halsmisdrijf hebben gepleegd. Dat niet. Ze hebben gefaciliteerd, het mogelijk gemaakt. Ze hebben met vuur gespeeld, grote risico’s genomen. Ze hebben gegokt en ze hebben verloren. En nu moeten ze op de blaren zitten wat zeer doet. Geert probeert met ‘dom doen’ de pijn te verzachten. Het is strategie, want Geert is allesbehalve een domme man.
In juni 2016 plofte er een brief op de deurmat van het Openbaar Ministerie. In de registers stonden zes eerdere meldingen, met allemaal dezelfde strekking: Wilma en Geert hebben een grote wietplantage.
Daags na de brief brengen twee politieagenten een bezoek aan de boerderij. Na zeven meldingen toch maar eens kijken. Ze treffen Geert en vragen of ze even binnen mogen kijken. Geen denken aan, antwoordt Geert. ‘Ik laat u niet binnen.’ De agenten denken vrolijk van ‘bingo’ en zeggen dat ze even naar het bureau gaan om een huiszoekingsbevel op te halen. ‘We zijn zo terug.’
Geert probeert te redden wat er te redden valt. Er is een put. Met de kruiwagen rent hij in paniek heen en weer, tussen het hok dat hij achter in de schuur heeft gebouwd en de put in de tuin. Het lukt niet. De teruggekeerde agenten treffen hem bezweet en afgepeigerd aan. Het spel is uit.
Uit de put halen agenten 452 hennepplanten. In de schuur worden 677 stekblokjes gevonden, jerrycans met voeding, nog meer planten en allerlei benodigdheden. De stroom gaat buiten de meter om.
Op het politiebureau had Geert het niet ruiterlijk, maar beetje bij beetje toegegeven. In de rechtszaal lijkt hij zijn bekentenis – opgenomen in het strafdossier – te zijn vergeten.
Hij vertelt dat hij een hok in de achterste schuur had getimmerd. Een wiethok? Nee, een hok voor zijn gereedschap dat elders lag weg te roesten. En net toen de schuur klaar was en geïsoleerd, reed een onbekende man het erf op. Hij was op zoek naar opslagruimte. Dat er geen stroom was, niet erg, stroom wilde de onbekende man zelf wel even aanleggen. Ze spraken een huurprijs van 150 euro per maand af. Zo is het gegaan, beweert Geert.
Zegt: ‘Nee, ik had geen idee wat er werd opgeslagen.’
Rechter: ‘Echt niet? Maar dat is toch een gek verhaal? Bij de politie heeft u gezegd dat u een deel van de opbrengst zou krijgen.’
Geert: ‘Bij de politie was ik er niet helemaal goed bij.’
Rechter: ‘Bij de politie verklaarde u later dat u 3.000 euro heeft ontvangen.’
Geert: ‘Ik heb een envelop gekregen, daar zat negen- of tienduizend euro in.’
Rechter: ‘Kijk eens aan. Wat heeft u met dat geld gedaan?’
Geert: ‘Op de bankrekening gestort.’
Rechter: ‘En dat is onderzocht. U heeft 11.545 euro gestort. Hoe kan dat nou?
Geert: ‘Ik weet het niet. Ik heb het niet nageteld.’
Rechter: ‘Nou ja zeg.’
Terwijl Geert vertelt dat hij en zijn Wilma een beetje krap bij kas zaten, dat ze toen hebben gepraat, dat ze sowieso een hoge stroomrekening hadden, dito hypotheek, dat zijn vrouw nooit in de schuur kwam, dat ze het samen hadden besloten, dwalen mijn gedachten af naar dinsdag 31 mei 2016. Dat was twee weken voor de dag dat Geert en Wilma werden ontmanteld.
Op die dag deden niet twee, maar 175 politieagenten op negentien locaties in Uithuizen, Appingedam, Groningen, Hoogezand en Eelde invallen in woningen en hennepkwekerijen. Er worden dertien mensen gearresteerd, verdacht van hennepteelt, witwassen en van deelname aan een criminele organisatie. Er worden auto’s en sieraden in beslag genomen, een contant geldbedrag van 100.000 euro, een geldtelmachine, er wordt beslag gelegd op woningen en bankrekeningen.
Kortom, een politieactie om u tegen te zeggen. De pers was vooraf geïnformeerd ter bevordering van de ruchtbaarheid. Een burgemeester stond klaar om op te laten tekenen dat hennepteelt een vorm van criminaliteit is die ontwrichtend is voor iedereen en dat deze vorm van ondermijning leidt tot een aantasting van de rechtsstaat. Een persbericht met soortgelijke woorden ging de wereld in. Hier liet de overheid tanden zien, dat was duidelijk.
De actie was anderhalf jaar geleden even prominent in het nieuws. En hoe het is afgelopen? Nooit meer iets van gehoord. Het Openbaar Ministerie laat desgevraagd weten dat er nog geen besluit is genomen over het vervolg. Dus over de vraag of de verdachten strafrechtelijk worden vervolgd.
Dat criminaliteit ontwricht en dupeert en vreet aan fundamenten is nauwelijks een punt van discussie. Het is vooral ook daarom merkwaardig dat bij de aanpak van die criminaliteit sprake is van volstrekte willekeur.
De politierechter zegt tegen Geert dat wie ruimte biedt aan onbekende mannen in ruil voor geld, moet weten dat dat geen zuivere koffie is, maar hennep. De officier van justitie stelt een werkstraf van 240 uur voor, maar de politierechter vindt tachtig uur voldoende. Omdat Geert ook mantelzorger is voor zijn zieke vrouw.
Wilma, medeplichtig, kan niet werken en mag daarom wegkomen met twee weken voorwaardelijke celstraf, een dikke waarschuwing.
Samen moeten ze het geld, die 11.545 euro, inleveren. De stroomrekening van 3.697,75 euro mag als kostenpost in mindering worden gebracht.
Komende week zit er weer een andere Geert en een andere Wilma bij de politierechter.
Voor het echte werk heeft de rechtsstaat geen tijd.
Rob Zijlstra
Vreemd dat er op de ‘grote actie’ nog geen vervolg is gekomen. Zal wel weer afgedaan worden als te weinig mankracht… Vreemd blijft het!
dus de gestolen stroom, die achteraf toch betaald moet worden, mag afgetrokken worden van de winst. WTF?!
Sowieso is dit hele softdrugsbeleid te achterlijk voor woorden (geworden). Legaliseer dat spul nu maar, dat lost een boel onnodige problemen op.