Kevin is een forse man van 32 jaar die achter gesloten deuren leeft. Dat zal waarschijnlijk altijd zo blijven.
Woensdag verlengde de rechtbank in Groningen zijn tbs-status met twee jaar.
Wat hij zoal doet, vragen de rechters aan Kevin B. Dat willen ze weten. Opstaan en ontbijten, zegt Kevin. En daarna de plantjes water geven. En daarna, om 10.45 uur, zijn medicijnen slikken. En dan…
Rechters: ‘Ja ja, genoeg.’
Misschien droomt Kevin wel.
Van buiten.
Want Kevin denkt dat het buiten fijner is.
Ruim zes jaar geleden, in januari 2012, maakte Kevin B. zich schuldig aan een zedenmisdrijf. Op de binnenplaats van de Van Mesdagkliniek rande hij een medewerkster aan. Dat wil zeggen, hij greep haar in haar kruis. Dat wil zeggen, hij greep de sociotherapeute bij haar winterjas ter hoogte van het kruis.
Dat kwam financieel gezien eigenlijk wel goed uit. Kevin zat niet in de Van Mesdag omdat hij tbs had gekregen. Hij zat daar met een rechterlijke machtiging die jaar na jaar werd verlengd. Als minderjarige had hij een jeugd-tbs gekregen. Toen die jeugd-maatregel afliep, omdat hij 18 werd, vonden ze hem te gevaarlijk om hem te laten gaan. Daarom de rechterlijke machtigingen om hem vast te kunnen houden.
Om veiligheidsreden belandde Kevin in de Van Mesdag. Een gewone psychiatrische kliniek was te link, te link voor het personeel en de andere patiënten. Zonder medicijnen is Kevin een agressief en gevaarlijk mens, met medicijnen is hij een allerliefst kasplantje. ‘s Nachts werd hij vastgebonden in de isoleercel, overdag leefde hij in een extra beveiligde cel. Dag in dag uit, jaar na jaar.
Dit alles koste ons zorgsysteem klauwen vol geld. Zou hij een echte tbs krijgen, dan zou hij in een ander financieel regime vallen, bureaucratisch goedkoper. Daarom dus kwam die aanranding, die greep naar de winterjas, goed uit. In april 2014, ruim twee jaar later, werd de tbs-maatregel opgelegd. Weer twee jaar later oordeelde het gerechtshof dat dat een goed plan was.
Kevin verscheen in 2014 met de handen geboeid in de rechtszaal. Zoiets gebeurt een of twee keer per tien jaar in Groningen. Om hem heen zaten ook nog eens zeven potige politiemannen. Kevin lacht, huilt, hij gromt, hij piept, slaat kreten uit. Hij oogt als een wild dier. Zegt gekke dingen over spelletjes en bubbeling-muziek, over een auto-ongeluk, over de ribbeltjes op kipfilet.
Kevin heeft een IQ van 51. Dat is ver onder het niveau van ‘zwak begaafd’.
Nu hij de tbs-status heeft, moet de rechtbank om de twee jaar een beslissing nemen of de opgelegde dwangmaatregel moet worden verlengd. Of juist niet. Het Openbaar Ministerie vindt van wel en eiste een verlenging met twee jaar. De advocaat wierp tegen: doe een jaar en hou, rechtbank, rechters, zo de vinger een beetje aan de pols.
Wat Kevin zelf wil? De rechters vragen het. Kevin wil wel een keer naar buiten, hij denkt dat het buiten leuker is. De rechters zeggen dat ze dat snappen en trekken zich even terug voor beraad. Na zes minuten zeggen ze: uw tbs wordt met twee jaar verlengd. Niks buiten. En zo zal het misschien wel de komende veertig jaar gaan.
Het goede nieuws: het gaat met Kevin B. iets beter dan vier jaar geleden.
Rob Zijlstra
→ In maart 2014 schreef ik ook over Kevin. Ik noemde hem toen Ruben. Het verhaal dat toen schreef heet: kipfilet met ribbeltjes