De officier van justitie zegt dat hij met zijn strafeis een duidelijk signaal wil afgeven. Het signaal moet ertoe leiden dat de verdachte het rechte pad gaat bewandelen. Het signaal luidt: dertig maanden gevangenisstraf waarvan tien maanden voorwaardelijk. Dat is twintig zitten.
Ik luister naar de officier van justitie en kijk naar Cheb die voor mij zit, het hoofd gebogen. Twintig kreeg hij nog nooit. De geschiedenis van Cheb is er eentje van grote treurigheid. Ik vraag me af wat in het hoofd van de officier van justitie is omgegaan toen hij besloot met dit signaal op de proppen te komen.
Misschien komt het omdat steeds weer andere officieren van justitie zijn strafzaken beoordelen, naar richtlijnen en oriëntatiepunten kijken, plussen en minnen (paar maandjes meer, maandjes minder) en dan in de rechtszaal – in dit geval – uitkomen op dertig waarvan tien.
Zou de officier van justitie eerder te maken hebben gehad met Cheb, dan zou hij alle signalen achterwege hebben gelaten. Hij zou de armen in de lucht hebben gegooid en luidkeels hebben geroepen dat hij het met alle kennis en kunde ook niet meer weet. Tranen van machteloosheid zouden er over zijn wangen biggelen.
Daarna zou hij zich woest hebben ontdaan van de toga en zou hij zichzelf ter aarde storten. Tegen de geschrokken rechters – ook steeds weer anderen – zou hij dan radeloos hebben geroepen dat het rechtssysteem – het systeem dat de democratie draaiende houdt – geen vat krijgt op Cheb. Dat deze verdachte sterker is dan het zo weldoordachte rechtssysteem. Cheb is sterker dan jullie rechters en wij officieren van justitie, sterker dan alle edelachtbaren bij elkaar.
Zittingszaal 14 zou zich daarna vullen met woorden en wanhoop: ‘Het’ ‘Heeft’ ‘Geen’ ‘Zin’.
Maar zo ging het niet.
Ik schreef eerder dat Cheb – toen 31 – al vijftien jaar actief het slechte pad bewandelt en dat medewerkers van de reclassering ten einde raad zijn. Alles wat is geprobeerd om Cheb vooruit te branden is mislukt. Dat was tien jaar geleden. Je kunt dus zeggen dat Cheb, nu 41, een 25-jarig jubileum heeft, maar te vieren valt er niks.
Van de tien jaren die zijn verstreken zat hij een jaar of zes, zeven in hulpverleningstrajecten en achter tralies. Beter is hij er niet van geworden. Hij steelt nog steeds en de verslaving is gebleven. Cheb mag dan sterker lijken dan het rechtssysteem, tegen de drugs is hij niet opgewassen.
Al tientallen jaren woedt er een war on drugs, maar ondertussen is de cocaïneproductie in Zuid-Amerika nog nooit zo hoog is geweest. Dit laatste signaleerden rapporteurs van de Verenigde Naties afgelopen week. Oorlog heeft dus ook al geen zin.
Cheb uit Groningen staat helemaal aan het einde van de keten van deze miljardenbusiness en daar betaalt hij een hoge prijs voor: met een jammerlijk en miserabel leven, niet af en toe, maar 24/7. En al 25 jaar.
In 2008 werd hij veroordeeld tot de veelplegersmaatregel isd (twee jaar) wegens een serie insluipingen in studentenpanden en kantoren in Groningen. Dat is zijn specialiteit. Met een stukje plastic flipperde hij zich overal naar binnen. Een minuut, meer heeft hij niet nodig om zijn slag te slaan. Na de isd-maatregel volgden gevangenisstraffen van opgeteld bijna zeven jaar.
Cheb is een bijzondere man. Hij oogt in niks op de junk die hij is. Hij is (in de rechtszaal) akelig beleefd om niet te zeggen ontzettend aardig. Klopt het, vragen de rechters, dat hij zich in mei 2018 schuldig heeft gemaakt aan negen insluipingen in studentenpanden en kantoren en daarbij laptops, mobiele telefoons en geld uit portemonnees heeft gestolen? Cheb praat een beetje in slowmotion: ‘Dat klopt wel ja’.
Om daar aandoenlijk aan toe te voegen dat hij veel spijt heeft, hoe vreselijk ook voor de slachtoffers, dat hij alle verantwoordelijkheid op zich neemt, dat hij steelt met pijn in het hart, dat hij er niet trots op is, dat hij sowieso zijn verontschuldigingen aanbiedt, dat als hij nuchter is, deze dingen nooit zou doen, en dat…
De officier van justitie zegt dat het hem hoopvol stemt nu Cheb inziet dat hij fout bezig is en dat hij gemotiveerd lijkt om zijn leven over een andere boeg te gooien. De officier van justitie weet niet dat Cheb al jaren hetzelfde zegt – dat hij al jaren verantwoordelijkheid neemt, steelt met pijn in het hart, dat hij zich al 25 jaar verontschuldigt voor het feit dat hij bestaat.
In mei van dit jaar pikte hij portemonnees uit de recepties van hotels als er even geen personeel achter de balie stond, gapte hij bankpasjes uit tassen en tasjes die rondslingerden in kantoren van de universiteit (om er in supermarkten contactloos mee te betalen), nam hij mee wat los zat uit het ziekenhuis, hij stal laptops uit studentenpanden waar deuren stelselmatig slordig op slot zijn.
Een gedupeerde studente eist in de rechtszaal een schadevergoeding. Heel haar studie stond op die laptop, ze zou cum laude afstuderen, maar door de diefstal is er nu studievertraging.
Rechters, nieuwsgierig: ‘Wat levert dat nou op, zo’n laptop in het criminele circuit?’
Cheb: ‘Slechts vijftig euro edelachtbare. Weet u, dealers weten hoe behoeftig ik ben. En ik kan geen nee zeggen. Dat weten ze ook, dus schepen ze me af met vijftig euro.’
Op een vorige zitting zei Cheb dat hij niet een Marokkaanse tweederangsburger wil zijn. En dat hij goed had geluisterd naar de kersttoespraak van koning Willem-Alexander. Cheb tegen de rechters: ‘De koning zei, iedereen heeft talenten, maar niet iedereen kan een Epke Zonderland zijn.’ Hij bedoelde maar.
Deze week zei hij tegen de rechters: ‘Door mijn tekortkomingen moet ik dingen doen waardoor ik mensen pijn en ongemak bezorg. En dat komt allemaal door de vicieuze cirkel. Zit ik eenmaal in die cirkel dan ben ik niet te stoppen.’ Precies zo zei hij het ook in 2008.
Ik bedacht, wij van de media zijn gewoon om bij partijen onderschepte drugs de straatwaarde te vermelden. Dan zeggen en schrijven wij van de pers dat de onderschepte partij cocaïne volgens de politie een straatwaarde heeft van tien miljoen euro. Misschien is het zuiverder, ook als signaal, voortaan te vermelden dat de onderschepte partij cocaïne zeker aan vijftig mensen het leven heeft gekost en het leven van nog eens vijfhonderd (of duizend) mensen heeft verwoest.
Waaronder dat van Cheb.
rob zijlstra
update – 28 september 2018 – uitspraak
Het is ‘m gelukt. De rechters zeggen dat ze geloven in de oprechtheid van Cheb en dat hij nu echt iets van zijn leven gaat maken. De straf: 24 maanden celstraf waarvan 16 maanden voorwaardelijk. De voorwaarden zijn dat hij na detentie zich vrijwillig laat opnemen in een kliniek voor maximaal een jaar. Daarna moet hij zich laten begeleiden door de reclassering. Een andere voorwaarde: een drugsverbod.
Het overtreden of niet nakomen van de voorwaarden betekent (kan betekenen) dat Cheb die 16 voorwaardelijke maanden alsnog moet uitzitten. In dat verband lijkt mij het verbod op druggebruik een heel lastige als je – zoals Cheb al vele, vele jaren – verslaafd bent.
Ik schreef eerder over Cheb
Zo zijn er ook heel veel gebruikers die wel in een normaal werkend, huisje, boompje, kindje, meedraaien in het gebruik van allerlei.
Het verwoest sommigen en anderen houden het in stand.
Bezorgde groet,
Mooi beschreven Rob, stemt tot ernstig nadenken. Over hoe je dit probleem voor Cheb en de samenleving op een humane manier kan oplossen. Dat hij het gevoel heeft dat hij op een positieve manier een bijdrage kan leveren in plaats van zich te moeten verontschuldigen voor het feit dat hij bestaat. Ik zou hem bijna een soort (in beginsel gesloten?) leefgemeenschap wensen waar hij niet meer hoeft te stelen en hij met zijn verslaving op rrn eerlijke manier kan leven. Zouden we dan niet allemaal beter af zijn? En wie dat moet betalen? De hoofdverdachten in dit spel; de drugsmaffia. Misschien naïef en idealistisch. Het zijn maar spinsels.. Ik zei het al Rob, jouw schrijven stemt tot nadenken. Dank je wel!
De oudere versie van Riley ”t? De maatschappij zou blij zijn wanneer deze verlost zou zijn van dit soort mensen. Maar waarom word dit soort onkruid dan nog van hulpverlening voorzien? Of is het misschien ” zielig” dat zij aan de cocaïne verslaafd zijn. Beter lijkt mij deze mensen eenzaam op te sluiten in een celletje met de beelden van de slachtoffers en zonder geest dodende middelen zodat zij bij hun volle verstand kunnen zien wat zij aangericht hebben bij hun slachtoffers en familie. Of ligt daarmee het hele hulpverleners circuit dan straks plat. Nu gaan alle gevangenissen dicht maar de psychische hulpverlening draait op volle kracht. De slachtoffers die niet gediend zijn van de psychische hulpverlening hebben het nakijken. Het is een omgekeerde wereld geworden. Het rechtsysteem deugt van geen kant op deze manier. Wat mij betreft neemt ieder mens het recht straks in eigen handen. Net zoals het 100 jaar geleden was toen er nog geen chemische drugs verslavingen waren.
Ten eerste waren er 100 jaar geleden ook gewoon wetten en werden die ook gewoon gehandhaafd. Het was wellicht iets makkelijker eigen rechter te spelen, maar het was bepaald niet het wilde westen.
Ten tweede zijn drugsverslavingen van alle tijd. We hebben China er klein mee gekregen. Misschien waren dat geen chemische drugs, maar ik weet niet waarom het relevant zou zijn of het chemisch is of niet. In eigen land hebben we ook al erg lang verslaafden van tabak en alcohol die een hoop vervelende dingen doen voor hun verslaving.
Het recht heeft als doel het ontnemen van de samenleving zolang iemand gevaarlijk is voor die samenleving, genoegdoening voor de slachtoffers, boetedoening, re-integratie en preventie. Bij Cheb lijkt re-integratie niet te werken en slachtoffers worden misschien niet altijd even goed geholpen. De suggestie hierboven om hem misschien in een gesloten leefomgeving te zetten waar hij kan leven zonder anderen tot last te zijn is niet zo gek.
Maar in zijn algemeenheid werkt het rechtssysteem, wat mij betreft best aardig. Er zijn echt dingen die beter kunnen, maar iedereen voor het leven opsluiten of op het plein zetten zodat we er rotte tomaten naar kunnen gooien zijn non-oplossingen. Als er iets is, als je het mij vraagt, wat blijkt uit Rob’s blogs, is dat zelfs een taakstraf al een enorme impact kan hebben op iemands leven. Er lijken weinig “boeven” de rechtszaal uit te lopen die vrolijk fluiten omdat ze “maar een taakstrafje” hebben.
Het grote probleem lijkt eerder de traagheid van het systeem. De tijd die het duurt van het vergrijp (klinkt heel zwaar, maar is soms alleen een dronken klap in een bar) tot het moment van de (eerste) zitting. Daar zit een heel leven tussen en dat moet korter. Ook een manier om met dit soort veelplegers te dealen mist.