De meeste mensen hebben er twee, maar ze zijn overal en in alle soorten en maten. Ze kunnen hartstikke handig zijn. Je kunt er bijvoorbeeld dingen van lenen. In vakantietijd kun je ze vragen de planten water te geven of voor de poes en de post. Buren zijn vooral handig omdat ze naast je wonen.
Er bestaan ook akelige buren met wie je ruzie kunt krijgen. Je kunt het dan weer goedmaken op de jaarlijkse burendag, gesponsord door Douwe Egberts. Samen een bakkie doen. Dat werkt alleen als het nog niet zo erg is.
Soms is er een oplossing via een buurtbemiddelingstraject van een buurtbemiddelingsorganisatie. Lost dat niks op, dan bestaat de mogelijkheid tot escalatie. Doorgaans wordt het daar alleen maar slechter van.
Wat op de eerste vroege ochtend van het jaar gebeurde, werd afgelopen week besproken in zittingszaal 14. Het eerste misdrijf van het jaar is geen fraai verhaal, voor niemand niet.
Riekus (54) woont op 5. Hij woont daar samen met zijn partner al sinds 1991. Buren zegt hij gedag en als het moet helpt hij een handje. Riekus zegt dat hij met iedereen in het dorp kan. Nooit met niemand problemen. Maar nu is Riekus de verdachte en niet zo’n beetje ook: hij heeft met een vuurwapen op buurman William geschoten. William woont op 3. Ronald van nummer 1 was er bij toen het gebeurde.
Het was begonnen met planken. William was er in de zomer komen wonen. Hij wilde een schutting bouwen en Riekus had dat best gevonden. ‘Als je maar op je eigen grond blijft’, had hij gezegd. Niet veel later beweert William dat zijn nieuwe buren planken van hem hebben gestolen. Hij had bij hen planken zien liggen die hij gebruikt voor de schutting. Riekus: ‘Hij kwam bij mijn vrouw en eiste dat ze een aankoopbon toonde. Die hadden we. Ik dacht toen wel, wat is dit? Wat krijgen we nou naast ons wonen?’
Daarna begon het geblaf van honden, dat ging heel de dag door. Altijd rook uit een vuurton. Er was gedoe over de geiten. Riekus: ‘Hij zei dat mijn vrouw onkruid aan zijn geiten had gegeven. Hij ging helemaal door het lint.’
De rechters: ‘Er was geen sprake van een gezellig burencontact.’
Riekus: ‘Nee’
In oktober gaat bij nummer 3 het eerste vuurwerk de lucht in. Op 5 durven de honden niet meer naar buiten. Het waren enorme explosies, zegt Riekus. ‘Ik heb hem erop aangesproken, maar hij ging gewoon door.’
Het wordt december, het wordt oud en nieuw, middernacht. Op straat staat een kruiwagen met daarin een vuurtje. Riekus en zijn vrouw besluiten gezien de onderlinge verhoudingen binnen te blijven. Het vuurtje wordt groter. Dan belt William aan bij zijn buren, om – zo verklaart hij later – met de beste intenties hen een goed nieuwjaar te wensen. Riekus en zijn vrouw zijn er niet van gediend.
Het vuur op straat wordt groter en Ronald van nummer 1 begint zich zorgen te maken, ook omdat William en diens broer die op bezoek is, al aardig dronken zijn.
Het wordt vier uur in de ochtend. Riekus slaapt al als William, broer en Ronald opnieuw aanbellen. Ze hebben net bloempotten uit de tuin in de sloot gekieperd, maar willen het nu weer goedmaken.
Riekus komt uit bed en laat hen binnen. Ronald van 1 zegt dat hij is meegekomen om te bemiddelen. Riekus: ‘Ik heb ze een goed nieuwjaar gewenst.’ Maar in plaats van een mooie nieuwe start, slaat de vlam in de pan met lelijke woorden en dreigementen. William geeft Riekus een kopstoot. Riekus: ‘Vroeger had ik hem een ram voor zijn harses gegeven, maar mijn rug is zo slecht, ik kan niet meer vechten. Ik werd bang, ik dacht we gaan eraan, ik dacht, ze moeten mijn huis uit.’
Riekus kreeg ooit een wapen van zijn vader. Dat ding ligt in een kluis op de slaapkamer.
Rechters: ‘Wat was u van plan?’
Riekus: ‘Ik wilde dat ze opdonderden.’
Als hij de kamer weer binnenkomt roept hij: ’Eruit’.
William reageert: ‘Schiet dan klootzak, dat durf je toch niet.’
De partner van Riekus belt 112.
Ronald loopt naar de voordeur, zal wel gedacht hebben: dat bemiddelen moet een andere keer maar.
Riekus roept dat het wapen geladen is.
William gaat er vandoor. Dat wil zeggen, hij rent naar zijn woning en komt terug.
Met in zijn hand ook een wapen.
Hij rent op Riekus af en schiet. En nog een keer.
Riekus: ‘Ik zag een steekvlam. Toen schoot ik ook, in een reflex.’
William roept dat-ie geraakt is (in arm en buik, niet levensbedreigend).
De politie komt.
Zeven weken had Riekus in de gevangenis in Leeuwarden gezeten. Dat was geen pretje geweest. Eind februari mocht hij naar huis. In de rechtszaal hoort hij de officier van justitie zeggen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag. Maar dat er sprake is van noodweer.
William was de agressor, hij zocht de confrontatie, hij schoot als eerste tweemaal, was flink onder invloed. Riekus, broodnuchter, mocht zich verdedigen met wat in die noodsituatie voorhanden was: het wapen in zijn hand. Zijn schot was proportioneel. Wanneer sprake is van noodweer kan geen straf worden opgelegd.
Riekus, die het af en toe zwaar heeft tijdens de zitting, lijkt opgelucht. Voor heel even, want de officier van justitie is nog niet uitgepraat. Er is ook sprake van wapenbezit en dat is nooit noodweer. Ze zegt: ‘Als er geen wapen was geweest, dan had hij ook niet geschoten. Ik eis voor het wapenbezit zes maanden celstraf.’
Riekus vraagt de rechters het anders op te lossen. Hij heeft al zeven weken vastgezeten, moet hij terug naar ‘Leeuwarden’, dan zal hij zijn baan kwijtraken. Zegt: ‘Hoe zal ik, 54 jaar, versleten rug, ooit weer werk vinden?’
Riekus heeft aangegeven dat hij blijft wonen waar hij woont. Hij laat zich na 27 jaar niet wegjagen. William piekert er eveneens niet over te verkassen. Op 3 staat zijn droomhuis.
Ik neem aan dat buurman William zich binnenkort eveneens moet verantwoorden in de rechtszaal. Gezien de woorden van de officier van justitie moet niet worden uitgesloten dat ook hij gevangenisstraf tegemoet kan zien.
Eigenlijk zouden de rechters de mannen moeten veroordelen tot elkaar. Zodat ze elkaar eens goed in de ogen kijken, elkaar dan een hand geven en dat ze dan opgelucht zeggen: ‘A je to.’
Rob Zijlstra
update – 9 november 2018 – uitspraak
Riekus is ontslagen van alle rechtsvervolging zoals het openbaar ministerie dat ook had voorgesteld. Wel een straf voor het wapen, maar geen 6 maanden zoals was geëist. De rechters losten het dus anders op. Wel 120 dagen waarvan 76 voorwaardelijk – de tijd dus die hij al had vastgezeten. Riekus raakt dus met zijn versleten rug zijn baan niet kwijt. Hieronder het volledige vonnis [klik op afbeelding]
Mijn buurman sloopt mijn tuinschutting die op mijn tuingrond staat.
De schutting kapot.
De beplanting dood.
Dit jaar 2 merelnesten met eieren kapot.
Nu een slapende egel vermoordt.
Zonder de erfgrens te respecteren wordt er zonder mijn toestemming een nieuwe schutting op mijn tuingrond gebouwd.
De verhuurder van mijn buren heeft bemiddeld.
Jammer genoeg zonder resultaat.
Nu adviseren zij mij om aangifte te doen.
De escalatie is er.
Het conflict wordt groter.
Toch hoop ik nooit in deze bloggenserie terecht te komen!
Bezorgde groet,
Bezorgde groet terug. Sterkte.
Ik weet niet Rob. Elkaar in de ogen kijken en goedmaken? Ik vind dat er veel te veel is gebeurd en ook nog met grof geweld. Als je zo’n buurman naast je krijgt dan is het heerlijk wonen per direct afgelopen.
Dan die vuurwapens thuis…..
Alsof t de gewoonste zaak van de wereld is. Dat het verboden is lijkt ze niet te weerhouden van het bezit ervan. Hoeveel mensen hebben er een vuurwapen in huis?? T baart me zorgen!
Zie http://www.quitte.nl/escalatieladder.pdf Hoe verder is de escalatieladder beklimt, hoe moeilijker het wordt om objectief te blijven en hoe moeilijker het wordt terug te keren naar een constructieve oplossing. Het is belangrijk deze fasen te herkennen en nooit uit het oog te verliezen dat je toch meestal samen verder moet. Maar vanaf een bepaald niveau kan je niet meer terug. In dit geval zijn partijen al duidelijk geescaleerd naar fase 9: samen de afgrond in. En zoals je ziet, slechts de rechter (in casu zelfs de strafrechter) kan het conflict nog beslechten.
Elkaar in de ogen kijken en goedmaken? Met Sint Juttemis, dit komt nooit meer goed.