Wanneer een rechtbank vijf dagen uittrekt voor een strafzaak, dan gaat het ergens over. Tenminste dat mag je in tijden van schaarste toch hopen. En?
Er zijn zeven verdachten, zes mannen en een vrouw. Een aantal van hen zat maanden in voorarrest. Dan moeten de verdenkingen ernstig van aard zijn.
De politie heeft ook onmetelijk veel tijd en energie in dit onderzoek, onder de naam Turgon, gestoken. Het strafdossier telt duizenden pagina’s. De dossiermappen naast elkaar doen een meter of vijf. Ik weet niet of het wordt bijgehouden, maar wat zou zoiets kosten? Een paar miljoen euro of zo? Onderzoekje waard.
Een van de mannen die aangifte heeft gedaan – het vermeende slachtoffer B. – is met zijn gezin in een beschermingsprogramma geplaatst. Dan krijg je een nieuwe identiteit die een veilig nieuw leven elders mogelijk moet maken. Je komt in zo’n programma wanneer je leven gevaar loopt vanwege verklaringen die je bij de politie hebt afgelegd. Alleen dit feit al maakt dat het een zaak betreft die onder hoogspanning staat.
De verdachten hebben geen weerloze voorbijgangers achter rollators weggetrokken, tot moes gestampt om er vervolgens met de poet vandoor te gaan. Ze hebben geen spelende kinderen uit zandbakken gesleurd, geen hulpverleners gemolesteerd of bushokjes vernield, ze hebben niet eens iets ondermijnd.
Wat wel?
Ze hebben volgens het Openbaar Ministerie twee mannen die zelf ook lid waren van No Surrender afgeperst. De twee werden bedreigd met narigheid, met het afknippen van vingers en het wegbranden van een tatoeage met een strijkijzer. De mishandeling ging gepaard met daadwerkelijke klappen.
B. zou in de val zijn gelokt, gedrogeerd met drugs, toen zijn afgerost, meegenomen in een busje (ontvoering) om uiteindelijk in onderbroek te worden gedumpt in een koud en verlaten donker bos. Onder doodsbedreigingen zou hij 5.000 euro in de vorm van een zak wiet hebben afgestaan. L. is naar eigen zeggen zo’n 4.000 euro lichter gemaakt.
Als dit waar is, dan was de welgemanierdheid ver te zoeken. Mannen, ook als lid van een motorclub, horen in tijden van vrede zo niet met elkaar om te gaan. Dan mag het afpersing heten of diefstal met geweld. Het past ook bij het beeld dat sommige motorclubs graag uitstralen: een club met ruige mannen die samen gezellig bier drinken, maar zich ook buiten de wet stellen.
Outlaws.
De zeven verdachten zeggen dat het allemaal klinkklare larie is wat de twee vermeende slachtoffers beweren. Er is niks afgeperst. Door L. is wel geld afgegeven, maar dat betrof achterstallige contributie (honderd euro per maand).
Dat B. hen heeft herkend, hun namen heeft genoemd, zal zo wezen, ze waren er niet bij. Een van de verdachten heeft een wit werkbusje waarin bloed (dna) is aangetroffen van B. De buseigenaar zegt dat hij zijn werkbus die avond had uitgeleend. Hij wil niet vertellen aan wie. Principes. Ook niet als hij zichzelf daarmee kan vrijpleiten? Nee. Bloed van B. zat ook op de motorhandschoen van D., van de man die zou hebben geslagen. Hoe dat kan? ,,Geen verklaring voor.’’
Dan zijn er de vermaledijde telefoons van vandaag de dag. Telefoons zijn smart en onthouden van alles. Politieonderzoek naar telecomgegevens laat zien dat de telefoons van de verdachten op de avond van de afpersing onderling veelvuldig contact hebben, dat ze bij elkaar komen in Vinkhuizen, dat ze samen in Eelde zijn op het tijdstip van het pak slaag, daarna gaan de telefoons in optocht naar De Papiermolen in Groningen waar de zak met wiet is afgedragen en tot slot verplaatsen de toestellen zich richting Glimmen waar B. het bos werd ingestuurd.
Een werkbus uitlenen is niet heel verdacht, maar dat de verdachten die avond ook allemaal hun telefoons hadden uitgeleend, zal bij de rechters wenkbrauwen doen fronzen. Toen schoenafdrukken nog als bewijsmiddel werden aangevoerd, leenden boeven hun schoenen uit. Dat zeiden ze toen.
De verdachten zijn ook afgeluisterd in de gevangenis en vertelden aan vertrouwd bezoek dingen die ze beter niet hadden kunnen zeggen. Gepraat van verdachten is opgenomen in het toenmalige clubhuis van No Surrender in Emmen. Het motorhonk hing niet alleen vol dingen voor mannen, maar ook vol met piepklein technisch vernuft waarmee de politie op afstand alles kon horen. De luisteragenten horen dat met trots over de afranseling van B. wordt gesproken.
Lijkt er een keertje een strafzaak te zijn van van crimineel belang en omvang, blijken de outlaws, mits schuldig, een stelletje amateurs. Een wetsovertreder die van vandaag is, weet dat je geen telefoon meeneemt naar de plaats van het delict. Die weet dat je in de gevangenis wordt beluisterd waar je bij staat.
B. spreekt zijn voormalige broeders in de rechtszaal toe via een vooraf opgenomen geluidsbestand. Hij spreekt van ‘jullie uitschot van het laagste niveau’. De man die hem zou hebben afgerost met de handschoenen noemt hij een pannenkoek. B. klinkt allesbehalve bang, maar hij zegt dat hij dat wel is. En hoe. ’Ik ben bang voor het onverwachte, bang om zomaar ineens doodgeschoten te worden. Door jullie ben ik niemand meer. Wees trots op jezelf.’
Zijn advocaat heeft een krantenartikel voor de rechters meegenomen waarin staat dat het geen pretje is om met je vrouw en kinderen in een beschermingsprogramma van justitie te moeten leven. Je zit dan niet in de tropische zon. B. eist ter compensatie van zijn ontwrichte leven 65.000 euro.
De politie was gretig. Daags na de afranseling mocht B. het ziekenhuis verlaten. Eenmaal buiten, met een sigaret vol verlangen in de aanslag, ziet hij tot zijn schrik mannen staan van No Surrender. Op dat moment ook biedt een hem onbekende man een vuurtje aan. De man zegt zachtjes dat hij van de politie is. Of hij wil praten, verklaringen wil afleggen? B. schrikt nog meer. Zegt dat praten met de politie betekent dat hij zijn doodvonnis tekent.
Hij zal dat later toch doen. Door de rechtszaal galmt zelfverzekerd zijn stem. ‘Ik heb de omerta verbroken, omdat jullie mijn gezin hebben bedreigd.’
Aan het einde van de derde zittingsdag komt het Openbaar Ministerie met de voorlopige resultaten van het verbreken van de omerta: celstraffen van dertig maanden tot acht jaren.
Maandag komen de advocaten. Ze zeiden: ‘Wacht maar af…’
Rob Zijlstra
uitgebreide verslagen van de zittingsdagen:
dag 1 [dinsdag]
dag 2 [donderdag]
dag 3 [vrijdag, requisitoir]
dag 4 [maandag, pleidooien]
dag 5 [dinsdag, pleidooien]
update – 23 april 2019 – de uitspraken