Smerig aandeel

In de eerste aflevering van het tweede seizoen van de graag geziene Netflixserie Narcos zit DEA-agent Steve Murphy eenzaam aan de bar – bar Dorado – zijn frustraties weg te drinken. Pablo Escobar is hem weer te snel af geweest en zijn grote liefde besluit vanwege de onveilige situatie terug te keren naar Amerika. Als Murphy vermoeid het toilet bezoekt treft hij twee Amerikaanse zakenmannen. Hij ziet hoe de een de ander een zakje met cocaïne geeft.

Steve Murphy vraagt, terwijl hij onder de stromende kraan de handen wast: ‘Daar knap je zeker van op?’ En: ‘Weet je wel hoeveel een kilo van dat spul kost?’ De mannen hebben geen benul, ze zeggen dat ze geen problemen willen. Agent Murphy: ‘Zes. Zes levens. Zoveel kost het. Dat zijn zes mensen die vermoord worden…’

In het volgende fragment slaat Murphy de dealer voor z’n kop. Dat wil zeggen, tussen de pisbakken beukt hij de neus van de kleine cocaïnedealer bloedig aan gort.

De makers van Narcos lijken bij de aftrap van het tweede seizoen duidelijk te willen maken dat niet alleen de grote drugsbazen aan de top slechteriken zijn, maar dat ook de kleine dealer aan de onderkant van de ladder medeverantwoordelijk is voor het wereldwijde drama dat de cocaïne-industrie veroorzaakt.

Onderschepte cocaïne wordt door ons van de krant gewaardeerd in een straatwaarde. De in beslag genomen partij drugs, schrijven we dan, heeft een straatwaarde van een half miljoen euro. Een kilo cocaïne doet op straat 50.000 euro. Maar het aantal doden per kilo blijft onbenoemd. Het zijn er volgens Steve Murphy dus zes. In de echte wereld ligt dat aantal, als Urk en Mexico worden meegerekend, misschien nog hoger.

Ik moest aan Steve Murphy en de toiletscène denken toen ik woensdagochtend in zittingszaal 13 zat, met voor mij in de verdachtenbank Wouter Jan, 30 jaar, cokesnuiver en een kleine drugsdealer, werkzaam in de Groninger horeca. Wouter Jan houdt zich of van de domme of hij heeft geen benul. Cocaïne lijkt voor hem een poedertje waar je een verdienmodel aan kunt hangen. Zolang je niet wordt gepakt, is het goed.

Rechter: ‘Verdiende u daar nou veel mee?’
Wouter Jan: ‘Nee edelachtbare.’

Hij zegt: ‘Ik heb er iets beter van kunnen leven, maar ik ben er niet echt beter van geworden.’ En hij heeft er natuurlijk ook heel veel spijt van. De rechter (‘hou op met dat ge-edelachtbare’) snapt dat van de spijt heel goed. ‘Want u zit nu hier.’ Wouter Jan knikt, blij dat hij een rechter heeft getroffen die hem begrijpt. Hij zegt dat hij ook heel blij is dat hij is opgepakt. Dat had hij ook tegen de agenten gezegd. ‘Goed werk jongens.’

Het ging fout (dus goed) toen hij als automobilist staande werd gehouden bij een verkeerscontrole. De agenten roken de geur van hennep en stelden een nader onderzoek in. In de auto vonden de beambten hennep, cocaïne en wat xtc-pillen, met een straatwaarde van één dood mens.

Wouter Jan ontkende het allemaal niet. Sinds een paar maanden dealde hij, gaf hij toe. Eerst op feestjes van kennissen, later op straat. Zijn werk in de gerenommeerde horeca van Groningen kwam van pas.

Tegen de rechters: ‘Ik woonde nog niet zo lang op mezelf en probeerde heel veel dingen tegelijk te doen. Ik dacht, ik moet financieel wat sterker staan om de dingen te realiseren die ik wil realiseren. Maar ik heb nooit de ambitie gehad om in de wereld van de drugs terecht te komen. Ik schaam mij tegenover mijn ouders en mijn vrienden.’’

Het klonk niet eens ingestudeerd. Wouter Jan is ook geen doorgewinterde crimineel. Maar dan slaat hij een beetje door. Want ook van het feit dat hij onder invloed van cannabis achter het stuur zat, heeft hij donders veel spijt. Wouter Jan: ‘Normaal gesproken zou ik nooit onder invloed in de auto stappen, want als automobilist moet je kunnen anticiperen op onverwachte situaties. Ik wil daarom scherp en geconcentreerd achter het stuur zitten. Zou ik het gevoel hebben dat ik niet geconcentreerd meer ben, dan zou ik de auto aan de kant zetten en mijn rust pakken.’’

De rechter: ‘Maar u zat wel onder invloed achter het stuur.’
Wouter Jan: ‘Ja, dat wel.’
De rechter: ‘En het was al de tweede keer dat u werd gepakt.’
Klopt.

Wat kleine drugsdealers als verdachten in de rechtszaal vaak vertellen (alleen weten ze dat niet van elkaar) is dat ze er eigenlijk niets aan konden doen. Ze worden altijd door onbekende onder druk gezet. En bedreigd. Zo ook Wouter Jan.

Hij zegt: ‘Ik ben onder druk gezet en bedreigd. Als ik heel eerlijk ben, vreesde ik voor mijn leven. Ik ben bedreigd met geweld, het waren letterlijk doodsbedreigingen.’ Nee, geen namen. En nee, daar heeft hij geen aangifte van gedaan. ‘Veel te bang, edelachtbare.’

Wouter Jan heeft het over een andere boeg gegooid. Hij doet nu alleen nog positieve dingen, vaak tot ’s avonds laat in de horeca. Zegt: ’Dan moet het koppie erbij.’ Van negatieve mensen heeft hij afstand genomen. Hij kan nu leven van de horeca, maar hij heeft ook een uitgever gevonden die zijn eerste boek over sprookjes komend voorjaar in de winkel wil hebben liggen. Uiteindelijk wil hij een succesvol schrijver worden.

De rechter: ‘Dus dit was eens, maar nooit weer.’
Zo is het.
De officier van justitie: ‘Qua misdaad is een gevangenisstraf passend, qua persoon niet. Ik eis een werkstraf van 200 uur, vier maanden voorwaardelijke celstraf en een rijontzegging van zeven maanden.’
De rechter: ‘U heeft een ommezwaai gemaakt in het leven.’
De advocaat: ‘Hij was dus echt heel blij dat hij werd opgepakt, hè.’
Wouter Jan: ‘Ik ben meer dan ooit gelukkig in de liefde.’

De rechter: ‘Schuldig en strafbaar. Een werkstraf van 180 uur, twee maanden voorwaardelijke celstraf als waarschuwing en een rijontzegging van zes maanden.’ De 1100 euro die bij hem in beslag is genomen, is hij kwijt.

Als Wouter Jan de rechtszaal verlaat, komt het akelige nieuws binnen dat de man die in Amsterdam is doodgeschoten strafrechtadvocaat Derk Wiersum is. Vermoord door de cocaïnemaffia waarin ook Wouter Jan, hoe klein ook, zijn smerige aandeel had.

Wouter Jan, zoek die scène maar even op (vanaf minuut 43). Kijk dan in de spiegel en sla vervolgens – als ware je Steve Murphy – heel hard jezelf voor de kop.

Rob Zijlstra

 

5 gedachtes over “Smerig aandeel

  1. Er is ooit een test gedaan door rioolwater te testen op afvalstoffen van drugs in de verzamelpunten van de riolen aan het einde van een wijk, de resultaten waren schrikbarend. Er is in Nederland werkelijk geen wijk te vinden die clean was, tot en met het binnenhof toe.
    Hoe je het ook wend of keert; de dealer voldoet aan een behoefte die blijkbaar onder een aanmerkelijk deel van het volk/uitgaanspubliek bestaat. Als niemand zijn coke nog koopt dan is het voor de hele lijn terug -tot de cocaplantages toe terug- niet interessant het te verbouwen en produceren.
    Willen we echt van de coke af, dan zal dat moeten beginnen met een stukje preventie en onderwijs van jongs af aan, maar ik betwijfel of dat veel effect heeft, aangezien verboden vruchten vaak het lekkerst blijken te smaken. Het zal wat betreft drugs betreft altijd dweilen met de kraan open blijven.
    Maatstaf daarbij is de omgang met legale drugs als alcohol en tabak

    • ” Er is in Nederland werkelijk geen wijk te vinden die clean was, tot en met het binnenhof toe.”

      Deze bewering is onwaar want er is nooit in heel Nederland getest, tenminste ik kan er niets over vinden. Maar u beweert dus de bewijslast ligt bij u: bronnen svp.

      “In 21 landen is het rioolwater onderzocht. Daaruit blijkt dat Eindhoven ‘xtc-hoofdstad’ van Europa is. Daarnaast gaat er in een gemiddeld weekend ongeveer acht kilo speed door de rioolwaterzuiveringsinstallatie van de stad, onder andere via urine van gebruikers. Dat is tien keer hoger dan gemiddeld.”

      bron: omroepbrabant.nl/nieuws/176687/Elk-weekend-zo-n-acht-kilo-speed-door-riool-in-Eindhoven

  2. Tja op die redenering is nog wel wat af te dingen. De televisieserie “Deadliest Catch” laat beeldend zien dat het vangen van koningskrabben uit de Beringzee levensgevaarlijk voor de vissers is. Toch zou ik de kopers van koningskrabben niet verantwoordelijk willen houden voor de sterfgevallen van vissers. Overigens heb ik niets met cocaïne en vind het prima dat het verboden is maar de mate van gevaar bij productie en/of transport van een bepaald goed is mijns inziens geen valide maatstaf om iets al dan niet moreel verantwoord te consumeren.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s